Wet van 19 juli 1962, houdende machtiging tot het verlenen van financiële medewerking
ter zake van de oprichting en exploitatie van een Congresgebouw te 's-Gravenhage
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, dat van Staatswege wordt
deelgenomen in het aandelenkapitaal van een in het leven te roepen Nederlandse naamloze
vennootschap met als doelstelling de oprichting en exploitatie van een te 's-Gravenhage
te vestigen congresgebouw, en een gedeeltelijke garantie wordt verleend voor de betaling
van rente en aflossing op door die vennootschap ter verwezenlijking van dat doel te
sluiten geldleningen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: