Besluit vaststelling eedformulier Gevolmachtigde Minister Nederlandse Antillen

[Regeling vervallen per 10-10-2010.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 24-03-1955 t/m 09-10-2010

Besluit van 10 maart 1955, houdende vaststelling van het eedformulier voor de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Overzeese Rijksdelen van 27 November 1954, Directie Suriname en Nederlandse Antillen, No. 109993/-;

Overwegende, dat ingevolge artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden het eedformulier voor de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen moet worden vastgesteld bij algemene maatregel van Rijksbestuur;

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 21 December 1954, no. 31);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Overzeese Rijksdelen a.i. van 3 Maart 1955, Directie Suriname en Nederlandse Antillen, no. 121757/-;

De bepalingen van het Statuut in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 10-10-2010]

Het formulier van de eed (verklaring en belofte), welke de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen ingevolge artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk aflegt, alvorens zijn betrekking te aanvaarden luidt als volgt:

"Ik zweer (verklaar), dat ik, middellijk noch onmiddellijk onder welke naam of wat voorwendsel ook, in verband met het verkrijgen mijner benoeming als Gevolmachtigde Minister aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven.

Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, middellijk of onmiddellijk.

Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning en aan het Statuut voor het Koninkrijk; dat ik de Landsregeling van de Nederlandse Antillen steeds zal helpen onderhouden; ik zweer (beloof) al de plichten, welke het ambt van Gevolmachtigde Minister mij oplegt, getrouw te zullen vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!"

("Dat verklaar en beloof ik.")

Artikel 2

[Regeling vervallen per 10-10-2010]

Dit besluit treedt in Nederland, onderscheidenlijk de Nederlandse Antillen, in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, onderscheidenlijk het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen, waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Overzeese Rijksdelen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad en in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen van Suriname zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State van het Koninkrijk.

Soestdijk, 10 Maart 1955

JULIANA.

De Minister van Overzeese Rijksdelen a.i.,

BEEL.

Uitgegeven de twee en twintigste Maart 1955.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

Naar boven