Besluit van 7 april 1954, houdende instelling van een bedrijfschap voor het slagersbedrijf
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van
Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken
en Volksgezondheid en van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 15 Februari
1954, no. B. 1107, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;
Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad
op 3 Juli 1953 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling
van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22, sedert gewijzigd) voor ondernemingen op het gebied van het slagersbedrijf;
Gelet op genoemde wet;
De Raad van State gehoord (advies van 9 Maart 1954, no. 31);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers en van voornoemde Staatssecretaris
van 2 April 1954, no. B. 1237, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;
Hebben goedgevonden en verstaan: