Wet souvereiniteitsoverdracht Indonesië

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 22-12-1949 t/m heden

Wet van 21 December 1949, houdende een voorziening in de zin van artikel 211 der Grondwet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat voor de aanvaarding van de resultaten van de Ronde Tafel Conferentie betreffende de wijze om werkelijke, volledige en onvoorwaardelijke souvereiniteit over te dragen aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië overeenkomstig de Renville-beginselen een voorziening in de zin van artikel 211 der Grondwet moet worden getroffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De Mantelresolutie met ontwerp-overeenkomsten en briefwisseling betreffende de wijze om werkelijke, volledige en onvoorwaardelijke souvereiniteit over te dragen aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië overeenkomstig de Renville-beginselen, welke Mantelresolutie met ontwerp-overeenkomsten en briefwisseling door de Algemene Vergadering van de Ronde Tafel Conferentie te 's-Gravenhage op 2 November 1949 is aangenomen en in afdruk in Nederlandse en in Indonesische tekst en in Engelse vertaling nevens deze wet is gevoegd, wordt door het Koninkrijk der Nederlanden aanvaard.

Artikel 2

Wij dragen zorg, dat, echter niet zonder voorafgaand overleg met de Regering van de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië, hetzij bij de Commissie der Verenigde Naties voor Indonesië, hetzij bij een ander orgaan der Verenigde Naties, die stappen worden gedaan, welke naar Ons inzicht bevorderlijk kunnen zijn aan een volledig tot zijn recht komen van het zelfbeschikkingsrecht, gelijk dit is bedoeld in artikel 2 der Overgangsovereenkomst, behorende bij de in artikel 1 dezer wet vermelde Mantelresolutie.

Artikel 3

Deze wet, welke kan worden aangehaald als "Wet Souvereiniteitsoverdracht Indonesië", treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Paleize Soestdijk, 21 December 1949.

JULIANA.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. DREES.

De Minister zonder Portefeuille,

J. R. H. VAN SCHAIK.

De Minister van Overzeese Gebiedsdelen,

J. H. VAN MAARSEVEEN.

De Minister zonder Portefeuille,

GÖTZEN.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

STIKKER.

De Minister van Justitie,

WIJERS.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

TEULINGS.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,

TH. RUTTEN.

De Minister van Financiën,

P. LIEFTINCK.

De Minister van Oorlog,

SCHOKKING.

De Minister van Marine,

SCHOKKING.

De Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting,

J. IN 'T VELD.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

D. G. W. SPITZEN.

De Minister van Economische Zaken,

VAN DEN BRINK.

De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening,

MANSHOLT.

De Minister van Sociale Zaken.

A. M. JOEKES.

Uitgegeven de een en twintigste December 1949.

De Minister van Justitie,

WIJERS.

Mantelresolutie

De Delegaties van:

  • 1. Het Koninkrijk der Nederlanden,

  • 2. De Regering van de Republiek Indonesië,

  • 3. De Bijeenkomst voor Federaal Overleg,

overwegende, dat zij ter Ronde Tafel Conferentie zijn bijeengekomen om zo spoedig mogelijk tot een goede en duurzame oplossing te geraken van het Indonesische conflict door het bereiken van overeenstemming tussen de deelnemers betreffende de wijze om werkelijke, volledige en onvoorwaardelijke souvereiniteit over te dragen aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië overeenkomstig de Renville-beginselen;

overwegende, dat zij dit doel hebben bereikt in goede samenwerking;

overwegende, dat de Commissie der Verenigde Naties voor Indonesië daarbij waardevolle bijstand heeft verleend;

hebben het volgende besloten:

  • I. De resultaten van de Ronde Tafel Conferentie zijn vervat in ontwerp-overeenkomsten en brieven, al welke documenten aan deze resolutie zijn gehecht.

  • II.

    • A. De ontwerp-overeenkomsten zijn de volgende:

      • 1. het ontwerp-Charter van Souvereiniteitsoverdracht;

      • 2. het ontwerp-Uniestatuut met daaronder begrepen de bijlage en bijzondere overeenkomsten omtrent de voornaamste onderwerpen van toekomstige samenwerking;

      • 3. de ontwerp-Overgangsovereenkomst met de daaronder begrepen bijzondere overeenkomsten, houdende regeling van de onderwerpen, welke als gevolg van de souvereiniteitsoverdracht voorziening behoeven.

    • B. Omtrent een aantal afzonderlijke punten hebben de Delegaties hun standpunten in een briefwisseling aan elkander medegedeeld.

  • III. De onder A en B genoemde bescheiden zijn in de Nederlandse en de Indonesische taal gesteld.

    Beide teksten hebben gelijke kracht.

    Er is een officiële Engelse vertaling van de stukken vervaardigd, welke in geval van verschil in betekenis tussen de Nederlandse en de Indonesische teksten de doorslag zal geven.

  • IV. De aanvaarding van deze resolutie door het Koninkrijk der Nederlanden enerzijds en de tot de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië toetredende gebieden anderzijds zal worden beschouwd als ratificatie van de aan deze resolutie gehechte bescheiden. De ratificatie door een der partijen verliest haar kracht als een der andere partijen de resolutie niet ratificeert.

  • V. De onder II vermelde overeenkomsten zullen in werking treden op het ogenblik van de souvereiniteitsoverdracht, welke zal geschieden in een plechtige bijeenkomst te Amsterdam, te houden uiterlijk op 30 December 1949.

  • VI. De Commissie der Verenigde Naties voor Indonesië of een ander orgaan van de Verenigde Naties zal in Indonesië toezien op de nakoming van de op de Ronde Tafel Conferentie bereikte overeenkomsten.

De Delegatie van het Koninkrijk der Nederlanden,

J. H. VAN MAARSEVEEN,

Voorzitter.

De Delegatie van de Regering van de Republiek Indonesië

MOHAMMAD HATTA,

Voorzitter.

De Voorzitter van de Ronde Tafel Conferentie,

W. DREES.

De Delegatie van de Bijeenkomst voor Federaal Overleg,

HAMID,

Voorzitter.

De Secretaris-Generaal der Ronde Tafel Conferentie,

M. J. PRINSEN.

De Commissie der Verenigde Naties voor Indonesië,

R. HERREMANS,

Voorzitter van de week.

H. MERLE COCHRAN,

Lid.

TH. K. CRITCHLEY,

Lid.

J. A. ROMANOS,

Eerste Secretaris 1

  1. De mantelresolutie werd in de Nederlandse tekst het eerst getekend door de Voorzitter van de Delegatie van het Koninkrijk der Nederlanden, in de Indonesische tekst het eerst door de Voorzitter van de Delegatie van de Regering van de Republiek Indonesië, en in de Engelse tekst het eerst door de Voorzitter van de Delegatie van de Bijeenkomst voor Federaal Overleg. ^ [1]
Naar boven