Wet van 21 December 1949, houdende een voorziening in de zin van artikel 211 der Grondwet
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat voor de aanvaarding van de resultaten van
de Ronde Tafel Conferentie betreffende de wijze om werkelijke, volledige en onvoorwaardelijke
souvereiniteit over te dragen aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië
overeenkomstig de Renville-beginselen een voorziening in de zin van artikel 211 der
Grondwet moet worden getroffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: