Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart van 6 April
1936, n°. 15433 J.A., Directie van Handel en Nijverheid;
Gezien de artikelen 20, lid 1, 25, lid 4 en 5, 27, lid 1, 29, onder g, 32, lid 3, en 34, lid 4, van de Octrooiwet 1910, Staatsblad n°. 313, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 November 1935, Staatsblad n°. 685;
Overwegende, dat het wenschelijk is het Octrooigemachtigdenreglement 1912, Staatsblad n°. 106, vastgesteld bij Ons besluit van 18 Maart 1912, Staatsblad n°. 106, en gewijzigd bij Ons besluit van 1 Mei 1914, Staatsblad n°. 190, door een nieuw Reglement betreffende het optreden als gemachtigde voor den
Octrooiraad te vervangen;
Den Raad van State gehoord (advies van 23 April 1936, n°. 27);
Gezien het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 2 Mei 1936, n°. 18972
J.A., Directie van Handel en Nijverheid;
Hebben goedgevonden en verstaan: