Wet van 1 mei 1925, tot herziening in het algemeen belang van bij erfstelling of legaat
gemaakte bedingen
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is, voor bepaalde gevallen
de mogelijkheid te openen tot herziening en vervallen-verklaring in het algemeen belang
van bij erfstelling of legaat gemaakte bedingen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: