Wet herziening bedingen bij erfstelling of legaat

[Regeling vervallen per 01-01-2003.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-04-1998 t/m 31-12-2002

Wet van 1 mei 1925, tot herziening in het algemeen belang van bij erfstelling of legaat gemaakte bedingen

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is, voor bepaalde gevallen de mogelijkheid te openen tot herziening en vervallen-verklaring in het algemeen belang van bij erfstelling of legaat gemaakte bedingen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2003]

Wanneer veertig jaren zijn verloopen na het overlijden van den erflater of na den dag, sedert welken rechtsvermoeden van diens overlijden bestaat, kan een bij erfstelling of legaat gemaakt beding met uitzondering van een beding, waarbij een stichting is in het leven geroepen op verzoek van dengene, die het beding behoort na te leven, door den Hoogen Raad der Nederlanden in het algemeen belang, zulks zooveel mogelijk in aansluiting aan de bedoeling van den erflater, worden herzien of vervallen verklaard, indien en voor zoover het betreft:

de plaats, waar en de wijze, waarop voortbrengselen van kunst of voorwerpen van geschiedkundigen of wetenschappelijken aard, geschriften hieronder begrepen, in eene voor het publiek toegankelijke verzameling moeten worden bewaard;

de mate, waarin en de voorwaarden, waaronder aan het publiek gelegenheid moet worden verschaft om voortbrengselen en voorwerpen, als hiervoor bedoeld, te bezichtigen en te gebruiken;

de bestemming, welke in het belang van de kunst of de wetenschap aan gelden moet worden gegeven.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2003]

  • 1 Het verzoek wordt aan den Hoogen Raad gedaan bij met redenen omkleed verzoekschrift.

  • 2 Indien het strekt tot herziening van een beding, wordt in het verzoekschrift medegedeeld, hoedanige herziening wordt gewenscht.

  • 3 Op het verzoek worden de afstammelingen in de rechte lijn tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond en de echtgenoot van den erflater gehoord, althans op door den Hoogen Raad te bepalen wijze daartoe opgeroepen.

  • 4 De Hooge Raad hoort, indien hij dit noodig acht, getuigen en deskundigen.

  • 5 Alle verhooren hebben in het openbaar plaats.

  • 6 De verzoeker wordt in de gelegenheid gesteld, opmerkingen te maken naar aanleiding van de door de gehoorde personen afgelegde verklaringen en het verzoek mondeling toe te lichten.

  • 7 De Hooge Raad is ambtshalve bevoegd een beding, waarvan de vervallen-verklaring is verzocht, te herzien, alsmede een beding op andere wijze te herzien dan is verzocht.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2003]

De beschikking van den Hoogen Raad, waarbij een beding is herzien of vervallen verklaard, wordt niet van kracht, dan nadat deze door Ons zal zijn goedgekeurd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2003]

Het bepaalde in de voorgaande drie artikelen is van toepassing op een herzien beding, mits tien jaar zijn verloopen, nadat de beschikking van den Hoogen Raad, waarbij het beding is herzien, van kracht is geworden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2003]

  • 1 De vervallen-verklaring van eene erfstelling of een legaat kan worden gevraagd ter zake dat een herzien beding, hetwelk in de plaats is getreden van een beding, waaronder de erfstelling of het legaat is gemaakt, niet is nageleefd.

  • 2 Het bepaalde in het tweede en het derde lid van artikel 1051 van het Burgerlijk Wetboek is in dat geval van toepassing.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize het Loo, den 1sten Mei 1925.

WILHELMINA.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,

J. TH. DE VISSER.

De Minister van Justitie,

HEEMSKERK.

Uitgegeven den negentienden Mei 1925.

De Minister van Justitie,

HEEMSKERK.

Naar boven