Besluit van 21 december 1837, houdende ampliatie van dat van 2 december 1823, Stb.
49, omtrent het beheer der goederen, behoorende aan de stichtingen der beurzen of
van kollegien
Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog
van Luxemburg, enz., enz., enz.
In aanmerking nemende dat in de verordeningen omtrent het beheer der stichtingen van
beurzen voor het onderwijs, welke zijn vastgesteld bij Ons besluit van den 2. December
1823 (staatsblad n°. 49), geene bepalingen zijn gemaakt omtrent het ontnemen van eene beurs, toegestaan
aan een kweekeling, welke die gunst niet langer waardig mogt worden geacht;
Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 22. November
ll., n°. 129, 5de afdeeling;
Den Raad van State gehoord;
Hebben goedgevonden en verstaan met ampliatie van Ons voorsz. besluit van den 2. December
1823, te bepalen,