Subsidieregeling topsportevenementen 2024–2028

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-04-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 04-04-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2024, kenmerk 3789648-1063016-S, houdende regels voor de subsidiëring van topsportevenementen 2024–2028 (Subsidieregeling topsportevenementen 2024–2028)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • CIT: Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen;

  • dienst van algemeen economisch belang: dienst als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • evenementenorganisator: privaatrechtelijke rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het organiseren van topsportevenementen;

  • minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • nationale sportbond: organisatie die voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, tweede lid;

  • Nationale Topsportevenementen Strategie 2021–2030: gezamenlijke evenementenstrategie, ontwikkeld door de Minister, NOC*NSF en Vereniging Sport en Gemeenten;

  • strategisch kader topsport 2032: gezamenlijke topsportstrategie, ontwikkeld door de Minister, NOC*NSF en Vereniging Sport en Gemeenten;

  • topsportevenement: samenhangend geheel van wedstrijden in een bepaalde periode in een tak of takken van sport die kan of kunnen bijdragen aan het nationale topsportbeleid.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1 De Minister kan aan een nationale sportbond of een evenementenorganisator subsidie verstrekken voor de organisatie van een topsportevenement.

  • 2 Een nationale sportbond is een landelijke sportorganisatie die:

    • a. de belangen van de aangesloten sporters of sportverenigingen behartigt;

    • b. zich bezighoudt met het opleiden van trainers en coaches, talentontwikkeling, het organiseren van de nationale competities en wedstrijden, deelname aan internationale wedstrijden, en – voor zover van toepassing – uitzendingen naar multisportevenementen; en

    • c. is erkend als vertegenwoordiger van zijn tak van sport en is aangesloten bij NOC*NSF en de Internationale Federatie van de betreffende tak van sport, tenzij het een nieuwe tak van sport betreft, waarvan de sportbond nog niet is aangesloten bij NOC*NSF

  • 3 De Minister verstrekt per tak van sport hoogstens eens per drie jaar subsidie voor een topsportevenement met als deelnemers:

    • a. mannen in de categorie senioren zonder handicap;

    • b. vrouwen in de categorie senioren zonder handicap;

    • c. mannen in de categorie talenten zonder handicap;

    • d. vrouwen in de categorie talenten zonder handicap;

    • e. mannen in de categorie senioren met een handicap;

    • f. vrouwen in de categorie senioren met een handicap;

    • g. mannen in de categorie talenten met een handicap;

    • h. vrouwen in de categorie talenten met een handicap.

  • 4 In afwijking van het derde lid kan de Minister vaker dan eens per drie jaar subsidie verstrekken voor een Olympisch dan wel een Paralympisch kwalificatietoernooi waarbij deelnemers zich direct kunnen kwalificeren voor Olympische Spelen.

  • 5 De activiteit, bedoeld in het eerste lid, wordt aangemerkt als dienst van algemeen economisch belang.

Artikel 3. Topsportevenement

Een topsportevenement is een evenement dat:

  • a. internationaal van aard is;

  • b. hoofdzakelijk in Nederland georganiseerd wordt;

  • c. niet jaarlijks in Nederland georganiseerd wordt;

  • d. gericht is op:

    • 1°. talenten: sporters met of zonder handicap die behoren tot de oudste leeftijdscategorie waarvoor een internationaal jeugd topsportevenement wordt georganiseerd, zoals een Europees kampioenschap of wereldkampioenschap; of

    • 2°. senioren: sporters met of zonder handicap die op dat moment Nederland op Europees of mondiaal topniveau vertegenwoordigen;

  • e. gericht is op:

    • 1°. een tak van sport die is opgenomen in de lijst topsport- en internationale wedstrijdsportdisciplines gehanteerd door NOC*NSF; of

    • 2°. het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van een nieuwe tak van sport of nieuwe vormen van een bestaande tak van sport;

  • f. maatschappelijke meerwaarde heeft die is gelegen in:

    • 1°. het bieden van optimale omstandigheden voor deelnemers zodat zij kunnen inspireren door eerlijk, integer en zichtbaar te presteren;

    • 2°. het efficiënt en effectief organiseren;

    • 3°. het vergroten van het bereik voor diverse doelgroepen;

    • 4°. zo duurzaam en klimaatneutraal mogelijk organiseren;

    • 5°. inclusief en toegankelijk zijn; en

    • 6°. het aandacht hebben voor de gezondheid en veiligheid van deelnemers, medewerkers en toeschouwers;

  • g. wordt georganiseerd in afstemming en samenhang met in ieder geval de desbetreffende nationale sportbond en een of meer gemeenten of provincies; en

  • h. is aangemeld bij de topsportevenementenmonitor op de website van het CIT en op de evenementenkalender van het CIT is geplaatst.

Artikel 4. Weigeringsgronden

  • 1 De subsidieverlening wordt geweigerd indien het gaat om een topsportevenement:

    • a. dat deel uitmaakt van een jaarlijkse reeks;

    • b. waarvan de eigendomsrechten niet liggen bij een internationale sportfederatie die erkend is door het Internationaal Olympisch Comité of het Internationaal Paralympisch Comité; of

    • c. waarbij op voorhand vaststaat dat er geen Nederlands team of Nederlandse individuele deelnemers in actie komen.

  • 2 De subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de aanvrager met de Staat een overeenkomst sluit waarbij de Staat de aanvrager belast met en de aanvrager zich verplicht tot het verrichten van de dienst van algemeen economisch belang.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond bestaat uit het bedrag van de subsidies gezamenlijk dat ten laste van enig kalenderjaar wordt of zal worden uitbetaald op basis van een verlening of vaststelling van een subsidie en wordt in aanmerking genomen voor alle jaren waarop de uitbetaling van een te verstrekken subsidie betrekking heeft.

  • 2 Het subsidieplafond bedraagt voor het kalenderjaar 2024 € 4,7 miljoen.

  • 3 Het subsidieplafond bedraagt voor de kalenderjaren 2025 tot en met 2028 jaarlijks € 9,1 miljoen.

  • 4 De Minister verdeelt het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt.

Artikel 6. Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a. start- en prijzengeld;

  • b. kosten voor sponsoring;

  • c. kosten voor hospitality.

Artikel 7. Subsidiebedrag

De subsidie bedraagt voor de organisatie van een topsportevenement met als deelnemers:

  • a. senioren zonder handicap: ten hoogste 25% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2,5 miljoen;

  • b. talenten zonder handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2 miljoen;

  • c. talenten of senioren met een handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 3 miljoen;

  • d. zowel talenten met een handicap als talenten zonder een handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2,5 miljoen; of

  • e. zowel senioren met een handicap als senioren zonder een handicap: ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten voor het deel voor senioren met een handicap en ten hoogste 25% van de subsidiabele kosten voor het deel voor senioren zonder een handicap, tot ten hoogste € 3 miljoen.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 1 Een aanvraag wordt maximaal zesendertig maanden vóór de aanvang van het topsportevenement ontvangen.

  • 2 Een aanvraag wordt minimaal zes maanden vóór de aanvang van het topsportevenement ontvangen.

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing op een aanvraag voor een Olympisch of Paralympisch kwalificatietoernooi.

Artikel 9. Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1 Voor de aanvraag wordt een door de Minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2 In aanvulling op artikel 3.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS gaat de aanvraag vergezeld van een plan van aanpak, waarin wordt ingegaan op:

    • a. de organisatorische haalbaarheid van het topsportevenement op een zo maatschappelijk verantwoord mogelijke wijze, waarbij in elk geval wordt toegelicht:

      • 1°. doelstellingen van het evenement;

      • 2°. doelstellingen van stakeholders en draagvlak;

      • 3°. locatie- en datakeuze;

      • 4°. het evenement, meer specifiek: organisatievorm, rechtspersoon, opzet toernooi en wedstrijdschema, verwachte bezoekersaantallen, benodigde logistieke inzet voor het aanpassen of bouwen van accommodatie, en benodigd eigen of ingehuurd personeel;

      • 5°. weergave van de organisatiestructuur;

      • 6°. analyse van verwachte media-aandacht en bereik; en

      • 7°. kritische succesfactoren.

    • b. de financiële haalbaarheid van het topsportevenement, waarbij wordt vermeld en toegelicht welke acties de aanvrager heeft ondernomen om de kosten voor de organisatie van het topsportevenement te dekken vanuit een eigen bijdrage of een bijdrage van derden;

    • c. de maatschappelijke waarde, met een beschrijving van de relatie met de Nationale Topsportevenementen Strategie 2021–2030 en de manier waarop het topsportevenement gebruikt wordt voor maatschappelijke of economische vraagstukken, en een toelichting op de onderdelen, bedoeld in artikel 3, onder f; en

    • d. hoe het evenement past in het strategisch kader topsport 2032 en in het topsportbeleid van de nationale sportbond.

  • 4 In aanvulling op artikel 3.5 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS wordt voor de begroting een door de Minister vastgesteld model gebruikt en gaat deze vergezeld van:

    • a. een risicoanalyse; en

    • b. een steunverklaring van de bij het evenement betrokken partijen, waaronder de gemeente of provincie en de nationale sportbond.

Artikel 10. Subsidieverplichtingen bij organisatie topsportevenement

  • 1 De subsidieontvanger geeft twee maanden voor de start van het topsportevenement schriftelijk inzage in de begroting van dat moment.

  • 2 De subsidieontvanger is bij de organisatie van een topsportevenement waarvoor subsidie wordt verleend verantwoordelijk voor:

    • a. het naleven van de World Anti Doping Code en het Nationaal Doping Reglement en het mogelijk maken van het houden van dopingcontroles, waaronder in ieder geval het realiseren van de toegang voor dopingcontroleurs, een dopingcontrolestation en voldoende chaperonnes voor toezicht op de deelnemers;

    • b. adequate, acute medische zorg voor deelnemers, medewerkers en toeschouwers;

    • c. de toegang van de accommodaties van het topsportevenement voor mensen met een lichamelijke of visuele handicap, doven en slechthorenden; en

    • d. het aanleveren van de door de Minister gevraagde gegevens over het topsportevenement voor de monitor topsportevenementen van het CIT.

Artikel 11. Hardheidsclausule

De Minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling topsportevenementen 2024–2028.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. Helder

Naar boven