Subsidieregeling Impuls open leermateriaal

[Regeling vervalt per 01-09-2028.]
Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 02-09-2023 t/m 12-02-2024

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 21 augustus 2023, nr. VO/40200768, houdende regels voor de subsidieverstrekking voor het uitvoeren van projecten van het programma Impuls open Leermateriaal (Subsidieregeling Impuls open leermateriaal)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Doelgroep en te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan voor één of meer van de schooljaren 2024–2025, 2025–2026 en 2026–2027 aan een aanvrager subsidie verstrekken voor deelname aan de activiteiten die worden ontwikkeld in het kader van het programma Impuls open leermateriaal.

  • 2 De subsidie kan worden aangevraagd voor één of meer van de volgende activiteiten:

    • a. duurzame implementatie en borging van open leermateriaal in het funderend onderwijs;

    • b. het verrijken, ontwikkelen of doorontwikkelen van open leermateriaal onder regie van leraren.

  • 3 Subsidie voor de activiteiten, bedoeld in het tweede lid, wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvrager een bijdrage levert aan de activiteiten binnen het netwerk van Impuls open leermateriaal.

  • 4 Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

    • a. het bevoegd gezag van een bekostigde onderwijsinstelling of het bevoegd gezag danwel het instellingsbestuur van een onderwijsinstelling in het middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs dat als penvoerder optreedt namens een netwerk van bekostigde scholen in het primair of voortgezet onderwijs;

    • b. een vakvereniging of een profiel onderwijsorganisatie.

Artikel 4. Aanvraag subsidie

  • 1 Indien het project door meerdere partijen wordt uitgevoerd, treedt één van deze partijen als penvoerder op.

  • 2 Bij de aanvraag wordt een door alle partijen in het samenwerkingsverband getekende overeenkomst gevoegd waarin zij verklaren dat de aanvrager gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording op verzoek aan de aanvrager worden verstrekt.

  • 3 Op de aanvrager rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke partij feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.

Artikel 5. Aanvraagperiode

  • 1 De subsidieaanvraag kan in het eerste aanvraagtijdvak worden ingediend in de periode van 13 september 2023 tot en met 1 november 2023, 16:00 uur.

  • 2 Indien na de in het eerste lid bedoelde aanvraagperiode nog middelen resteren, kan een aanvrager een aanvraag indienen in een tweede aanvraagtijdvak van 3 april 2024 tot en met 22 mei 2024, 16:00 uur.

  • 3 Aanvragen die buiten een aanvraagtijdvak worden ingediend, worden afgewezen.

Artikel 6. Aanvraagvereisten

  • 1 De subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld.

  • 2 De aanvraag bestaat uit:

    • a. een activiteitenplan;

    • b. een begroting; en

    • c. indien het project door meerdere partijen wordt uitgevoerd, een door alle partijen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, ondertekende samenwerkingsovereenkomst.

  • 3 Door het indienen van een aanvraag stemt de subsidieaanvrager ermee in dat het activiteitenplan, met uitzondering van persoonsgegevens, openbaar kan worden gemaakt op de website van DUS-I.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1 Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie in elk geval geweigerd:

    • a. indien de aanvrager voorafgaand aan de aanvraag niet heeft deelgenomen aan een digitale of fysieke informatiebijeenkomst of geen verkennend gesprek heeft gevoerd met het programmabureau;

    • b. indien een aanvraag activiteiten bevat waarvoor reeds middelen zijn verstrekt vanuit het programma Impuls open leermateriaal.

Artikel 8. Subsidieplafond

Voor verstrekking van de subsidie op grond van deze regeling is voor de schooljaren 2024–2025, 2025–2026 en 2026–2027 in totaal een bedrag beschikbaar van € 3.375.000,–.

Artikel 9. Subsidiebedrag

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste € 120.000,– per subsidieaanvraag voor projecten gericht op activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, verdeeld over de maximale looptijd van drie schooljaren.

  • 2 Voor een project met een looptijd van één schooljaar kan maximaal € 60.000,– worden aangevraagd, waarvan maximaal € 30.000,– beschikbaar is voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, en maximaal € 30.000,– beschikbaar is voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b.

  • 3 Voor een project met een looptijd van twee schooljaren kan maximaal € 100.000,– worden aangevraagd, waarvan maximaal € 50.000,– beschikbaar is voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, en maximaal € 50.000,– beschikbaar is voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b.

  • 4 Voor een project met een looptijd van drie schooljaren kan maximaal € 120.000,– worden aangevraagd, waarvan maximaal € 60.000,– beschikbaar is voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, en maximaal € 60.000,– beschikbaar is voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b.

  • 5 Voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, derde lid, die de aanvrager besteedt binnen het netwerk van het programma Impuls open leermateriaal wordt jaarlijks € 5.000,– beschikbaar gesteld, tot een maximum van € 15.000,– over drie schooljaren.

  • 6 Indien de middelen niet volledig worden benut in het eerste aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het beschikbare budget voor het tweede aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 7 Een voorschot of betaling van het subsidiebedrag op Caribisch Nederland wordt uitbetaald in US-dollars tegen de op dat moment vastgestelde wisselkoers.

Artikel 10. Wijze van verdeling beschikbare middelen

  • 1 De minister stelt een onafhankelijke beoordelingscommissie in die de minister adviseert over de ingediende subsidieaanvragen.

  • 2 De beoordelingscommissie rangschikt de subsidieaanvragen zodanig dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate deze beter scoort op de in het vierde lid bedoelde criteria.

  • 3 De minister verdeelt de subsidie aan de hand van het advies van de beoordelingscommissie.

  • 4 Een subsidieaanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria, die zijn uitgewerkt in het beoordelingskader dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd:

    • a. kwaliteit van de aanvraag;

    • b. netwerk en organisatie van het project;

    • c. duurzaamheid en waarde van beoogde resultaten;

    • d. ambities rondom open leermateriaal.

  • 5 Naast de in het vierde lid bedoelde criteria wordt er in de beoordeling bij gelijke kwaliteit gestreefd naar een evenredige verdeling tussen:

    • a. projecten in het primair- en voortgezet onderwijs; en

    • b. activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, en activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b.

Artikel 11. Subsidieverplichtingen

In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt worden uitgevoerd binnen een door de minister in de beschikking bepaalde periode;

  • b. in de subsidieaanvraag wordt de projectleider in staat gesteld om verbinding te leggen met andere onderwijsprojecten en het programma brede activiteiten binnen het netwerk van het programma Impuls open leermateriaal;

  • c. de subsidieontvanger verstrekt op verzoek informatie aan het programmabureau en werkt mee aan evaluaties en monitoring;

  • d. de subsidieontvanger stelt de activiteiten, genoemd in het project of de resultaten van het project gratis beschikbaar aan het hele onderwijsveld in Nederland. Bij ontwikkeling van open leermateriaal wordt het materiaal ontsloten via de licentie CC BY of CC BY-SA versie 4.0 en gemetadateerd via de publieke open-ict-infrastructuur Edurep.

Artikel 12. Subsidievaststelling, betaling en verantwoording voor bekostigde onderwijsinstellingen

  • 3 De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

  • 4 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 5 De minister betaalt het subsidiebedrag in jaarlijkse termijnen. De eerste betaling vindt plaats uiterlijk 6 weken na de beschikkingsdatum. De volgende betalingen vinden plaats op uiterlijk dezelfde datum in de daaropvolgende jaren.

Artikel 13. Subsidievaststelling, betaling en verantwoording voor profiel onderwijsorganisaties vakverenigingen bij subsidies tot 25.000,–

  • 1 De subsidie wordt voor een vakvereniging of profiel onderwijsorganisatie als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel b, verleend binnen 16 weken na de sluitingsdatum van de betreffende aanvraagperiode, bedoeld in artikel 5.

  • 2 De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, toont op verzoek van de minister op de in de beschikking aangegeven wijze aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3 De minister neemt binnen 22 weken na afloop van de datum waarop de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend, zijn verricht, ambtshalve een besluit over de vaststelling van de subsidie.

  • 4 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

  • 5 De minister verleent een voorschot van 100% en betaalt het subsidiebedrag in jaarlijkse termijnen. De eerste betaling vindt plaats uiterlijk 6 weken na de beschikkingsdatum. De volgende betalingen vinden plaats op uiterlijk dezelfde datum in de daaropvolgende jaren.

Artikel 14. Subsidievaststelling, betaling en verantwoording voor profiel onderwijsorganisaties of vakverenigingen bij subsidies vanaf 25.000,–

  • 1 De subsidie wordt voor een vakvereniging of profiel onderwijsorganisatie als bedoeld in artikel 3, vierde lid onderdeel b, verleend binnen 16 weken na de sluitingsdatum van de betreffende aanvraagperiode, bedoeld in artikel 5.

  • 3 De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan de hand van een activiteitenverslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Een activiteitenverslag dient binnen 12 weken na de datum waarop de activiteiten zijn verricht te worden ingediend in het format dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld.

  • 4 Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd.

  • 5 De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

  • 6 De minister verleent een voorschot van 100% en betaalt het subsidiebedrag in jaarlijkse termijnen. De eerste betaling vindt plaats uiterlijk 6 weken na de beschikkingsdatum. De volgende betalingen vinden plaats op uiterlijk dezelfde datum in de daaropvolgende jaren.

Artikel 15. Hardheidsclausule

De minister kan één of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 september 2028, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft ten aanzien van de subsidies die op grond van de regeling zijn verstrekt.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Impuls open leermateriaal.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

M.L.J. Paul

Bijlage Beoordelingskader beoordelingscommissie

behorende bij artikel 10, vierde lid, van de Subsidieregeling Impuls open leermateriaal

Kwaliteit van de aanvraag

  • De aanvraag sluit inhoudelijk aan bij de gekozen onderdelen van de regeling

  • De aanvraag heeft realistische doelstellingen, resultaten, begroting (inschatting) en planning

  • De aanvrager laat in de begroting zien dat de subsidie per jaar wordt afgebouwd (Alleen van toepassing bij aanvragen voor 2 of 3 jaar)

  • De aanvrager laat zien dat de aanpak effectief gaat zijn voor de beoogde resultaten

  • De aanvrager laat zien dat er een aanpak is voor het beoordelen van de kwaliteit van het leermateriaal, zoals bijvoorbeeld met het instrument MILK-light van CLU of andere kwaliteitsmodellen

Netwerk en organisatie van het project

  • De aanvrager laat zien dat de aanvraag aansluit op een vraag vanuit het onderwijs

  • De aanvrager toont aan dat er een actieve community van leraren uit het funderend onderwijs betrokken zijn in de uitvoering van het project

  • De aanvrager laat zien dat de uitvoering van het project goed is belegd bij de organisatie(s) binnen het netwerk van de aanvrager

Duurzaamheid en waarde van beoogde resultaten

  • De resultaten uit de aanvraag zijn ook waardevol en toepasbaar voor scholen buiten het netwerk van de aanvrager

  • De resultaten uit de aanvraag dragen bij aan de doelstellingen van het programma

  • (alleen onderdeel a) De aanvrager laat zien hoe de activiteiten in de aanvraag leiden tot een goede implementatie van het open leermateriaal in de onderwijscontext

  • (alleen onderdeel b) De aanvrager toont aan hoe het te ontwikkelen leermateriaal open wordt ontsloten

  • (alleen onderdeel b) De aanvrager toont aan hoe het te ontwikkelen leermateriaal beschikbaar en onderhouden blijft

Ambities rondom open leermateriaal

  • De aanvrager laat zien dat de betrokken scholen en andere organisaties in het netwerk activiteiten ontplooien rondom open leermateriaal of dit willen doen

  • De aanvrager laat zien hoe de geplande activiteiten onderdeel zijn van een bredere ontwikkeling of programma binnen de betrokken scholen en andere organisaties

  • De aanvrager laat zien dat onderwijsprofessionals uit het netwerk kunnen en willen bijdragen aan het programma en leren in het netwerk van Impuls Open Leermateriaal

Naar boven