Regeling specifieke uitkering voor de voorschoolse educatie aan ontheemde peuters

[Regeling vervalt per 01-07-2026.]
Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 01-04-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 24 maart 2023, nr. 35151531, houdende regels voor het verstrekken van specifieke uitkeringen voor de voorschoolse educatie aan ontheemde peuters (Regeling specifieke uitkering voor de voorschoolse educatie aan ontheemde peuters)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • gemeente: alle in Europees Nederland gelegen gemeenten;

  • kinderopvang: organisaties die kinderopvang als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang verzorgen;

  • Minister: Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

  • ontheemde peuters: kinderen in de leeftijdscategorie van tweeënhalf tot vier jaar op wie de tijdelijke bescherming als bedoeld in artikel 78, tweede lid, aanhef en onder c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, waarop artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit, of artikel 7 van de Richtlijn van toepassing is of is geweest;

  • richtlijn: Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEG 2001, L 212);

  • uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van de Europese Unie van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de richtlijn, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 071);

  • voorschoolse educatie: voorschoolse educatie zoals bedoeld in artikel 1.1. Wet kinderopvang.

Artikel 2. Doelstelling van de regeling

Deze regeling heeft tot doel tegemoet te komen in de kosten voor het aanbieden van voorschoolse educatie aan ontheemde peuters.

Artikel 3. Plafond voor verstrekken van specifieke uitkeringen

Het plafond voor het totaal van de specifieke uitkeringen bedraagt € 13.700.000.

Artikel 4. Verstrekken en hoogte van de specifieke uitkering

  • 1 De Minister verstrekt aan gemeenten een eenmalige specifieke uitkering om in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 december 2023 in samenwerking met de kinderopvang voorschoolse educatie aan te bieden aan ontheemde peuters.

  • 2 Een specifieke uitkering kan alleen worden verstrekt als er op 1 november 2022 minimaal vijf ontheemde peuters ingeschreven zijn in de gemeente.

  • 3 De specifieke uitkering bedraagt € 9.000 per ontheemde peuter die op 1 november 2022 ingeschreven is in de gemeente en wordt ambtshalve beschikt en in één keer uitbetaald.

  • 4 De gemeente ontvangt de beschikking uiterlijk in mei 2023.

Artikel 5. Verplichtingen

  • 1 De gemeente:

    • a. verleent medewerking aan de Minister bij het verzamelen van informatie ten behoeve van monitoring en evaluatie van deze regelingen

    • b. doet onverwijld een schriftelijke melding aan de Minister indien aannemelijk is geworden dat de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering, bedoeld in artikel 4 is verstrekt niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet tijdig of niet geheel aan de verplichtingen in dit artikel zal worden voldaan.

Artikel 6. Verantwoording, vaststelling en terugvordering

  • 2 De Minister stelt de specifieke uitkering vast nadat de gemeente de eindverantwoording, namelijk de jaarverslaggeving over jaar 2023, zoals bedoeld in het eerste lid, aan de Minister heeft verstrekt.

  • 3 Als uit de eindverantwoording blijkt dat de uitkering niet, niet geheel, of onrechtmatig is besteed kan de Minister tot twaalf maanden na het ontvangen van de eindverantwoording de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel terugvorderen.

Artikel 7. Voorwaardelijke verstrekking

Voor zover een uitkering wordt verstrekt ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verstrekt onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2026.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering voor de voorschoolse educatie aan ontheemde peuters.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

A.D. Wiersma

Naar boven