|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
|
1
|
|
|
|
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat leerlingenvervoer een taak is van de gemeente
en de gemeente hiervoor ook de kosten draagt. Hieruit blijkt dat de bekostiging van
OCW hieraan niet mag worden besteed. De instelling mag wel het leerlingenvervoer tussen
de school en een gymlokaal (zwembad of andere sportvoorziening) bekostigen.
|
1
|
|
|
|
|
29, lid 1
|
Directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel
|
De school heeft 1 of 2 directeuren, kosten van meer directeuren worden dus niet bekostigd.
|
1
|
|
|
|
|
45, lid 1 en 2
|
Tussenschoolse opvang en organisatie van de buitenschoolse opvang
|
Lid 1 De kosten voor tussenschoolse opvang komen voor rekening van de ouders, voogden
of verzorgers, dus niet voor rekening van de school. Het gaat hier om de exploitatiekosten.
De school kan wel geld uitgeven aan deskundigheidsbevordering overblijfkrachten en
organisatie TSO (zie voorlichtingsbrochure Bekostiging basisonderwijs Programma van
eisen voor het jaar 2010) lid 2. De kosten voor buitenschoolse opvang komen voor rekening
van de ouders, dus niet voor rekening van de school.
|
1
|
|
|
|
|
91
|
Voorziening in huisvesting door de gemeente
|
Voorziening in huisvesting is taak van de gemeente, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden. In artikel 92 is gedefinieerd wat wordt verstaan onder voorzieningen in de huisvesting. OCW heeft
een uitleg gepubliceerd, waarin de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de gemeente
en de scholen wordt verduidelijkt. Verantwoordelijkheidsverdeling huisvesting scholen
| Publicatie | Rijksoverheid.nl
|
1
|
|
|
|
|
120, lid 7
|
Grondslag bekostiging personeel basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
(tot en met 31 maart 2022)
|
Hierin staat beschreven waar de bekostiging voor gebruikt kan worden.
|
1
|
|
|
|
|
133 (tot en met 31 maart 2022)
114 (vanaf 1 april 2022)
|
Bekostiging voor belastingen ter zake van onroerende zaken
|
De gemeente bekostigt het bedrag dat is uitgegeven voor de belastingen met betrekking
tot de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden.
|
1
|
|
|
|
|
148, lid 1 tot en met 4
|
Besteding bekostiging (tot en met 31 maart 2022)
|
Beschrijft waar bepaalde bekostigingen voor aangewend mogen worden.
|
1
|
|
|
|
|
148, lid 5
|
Besteding bekostiging (samenwerkingsverband)(tot en met 31 maart 2022)
|
Bedragen voor de kosten van materiele instandhouding en personeelskosten van het samenwerkingsverband
(art 118 en 132) worden uitsluitend aangewend voor de kosten voor materiele instandhouding en personeelskosten
van het samenwerkingsverband voor ondersteuningsvoorzieningen.
|
1
|
|
|
|
|
115, lid 1 tot en met 4
|
Bekostiging scholen (vanaf 1 april 2022)
|
Dit artikel beschrijft voor welke kosten de bekostiging is bestemd en verstrekt.
Uit artikel 122 lid 5 en artikel 124 lid 7 blijkt dat dit artikel ook van toepassing is op de bekostiging, die de samenwerkingsverbanden
op grond van artikel 122 en 124 hebben ontvangen.
|
1
|
|
|
|
|
166, lid 1 (tot en met 31 maart 2022)
159, lid 1 (vanaf 1 april 2022)
|
Voorschoolse educatie
|
Voorschoolse educatie is een taak van de gemeente. Hier mag geen bekostiging aan besteed
worden.
|
1
|
|
|
|
|
182 (tot en met 31 maart 2022)
187 (vanaf 1 april 2022)
|
Gebruik ontvangen gelden overeenkomstig bestemming
|
Het bevoegd gezag van een bijzondere school is verplicht de uit de overheidskassen
ontvangen gelden overeenkomstig de bestemming te gebruiken. Rest van het artikel valt
buiten het kader.
|
1
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Wet op de expertisecentra (WEC)
|
|
1
|
|
|
|
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat leerlingenvervoer taak en kosten van de gemeente,
hieruit blijkt dus dat de bekostiging van OCW hieraan niet besteed mag worden. De
instelling mag wel het leerlingenvervoer tussen de school en een gymlokaal (zwembad
of andere sportvoorziening) bekostigen.
|
1
|
|
|
|
|
89
|
Voorziening in huisvesting door gemeente
|
Voorziening in huisvesting is taak van de gemeente, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden In artikel 90 is gedefinieerd wat wordt volstaan onder voorzieningen in de huisvesting. OCW heeft
een uitleg gepubliceerd, waarin de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de gemeente
en de scholen wordt verduidelijkt. Verantwoordelijkheidsverdeling huisvesting scholen
| Publicatie | Rijksoverheid.nl
|
1
|
|
|
|
|
117, lid 13
|
Grondslag bekostiging personeel (tot en met 31 maart 2022)
|
Hierin staat beschreven waar de bekostiging voor gebruikt kan worden.
|
1
|
|
|
|
|
127
|
Bekostiging voor belastingen ter zake van onroerende zaken (tot en met 31 maart 2022)
|
De gemeente bekostigt de belastingen: het bedrag dat is uitgegeven voor belastingen
met betrekking tot de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen. Hieruit blijkt
dat de bekostiging vanuit OCW hier niet aan besteed mag worden.
|
1
|
|
|
|
|
143
|
Besteding bekostiging (tot en met 31 maart 2022)
|
Beschrijft waar bepaalde bekostigingen voor aangewend mogen worden.
|
1
|
|
|
|
|
113, lid 1 tot en met 4
|
Bekostiging scholen (vanaf 1 april 2022)
|
Dit artikel beschrijft voor welke kosten de bekostiging is bestemd en verstrekt.
|
1
|
|
|
|
|
168 (tot en met 31 maart 2022)
166 (vanaf 1 april 2022)
|
Gebruik ontvangen gelden overeenkomstig bestemming; boekhoudvoorschriften
|
Het bevoegd gezag van een bijzondere school is verplicht de uit de overheidskassen
ontvangen gelden overeenkomstig de bestemming te gebruiken. Rest van het artikel valt
buiten het kader.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WPO (tot en met 31 maart 2022)
|
|
1
|
|
|
|
|
16
|
Omschrijving uitgaven materiële voorzieningen tbv instandhouding
|
De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor
schoolgebouwen hebben betrekking op de programma's van eisen.
|
1
|
|
|
|
|
34c
|
Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van
de laatste school van een bevoegd gezag
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WPO 2022 (vanaf 1 april 2022)
|
1
|
|
|
|
|
24
|
Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van
de laatste school van een bevoegd gezag
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WEC (tot en met 31 maart 2022)
|
|
1
|
|
|
|
|
17
|
Omschrijving uitgaven materiële voorzieningen tbv instandhouding
|
De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor
schoolgebouwen hebben betrekking op de programma's van eisen.
|
1
|
|
|
|
|
19, lid 3
|
Vergoeding schoolbaden
|
De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van
een schoolbad hebben betrekking op de programma's van eisen.
|
1
|
|
|
|
|
26, lid 1, 2 en 3
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In deze bepalingen wordt aangegeven dat het bevoegd gezag van een bijzondere school
bij vervreemding of buitengebruikstelling van gebouwen en terreinen verplicht bekostiging
moet terugbetalen aan de gemeente.
|
1
|
|
|
|
|
28, lid 1
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In dit artikel wordt aangegeven dat een bevoegd gezag dat eigenaar is van een gebouw
bij vervreemding of buitengebruikstelling verplicht een deel van de gemeente verkregen
vergoeding moet terugbetalen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WEC 2022 (vanaf 1 april 2022)
|
1
|
|
|
|
|
19
|
Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van
de laatste school van een bevoegd gezag
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
1
|
|
|
|
|
26, lid 1, 2 en 3
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In deze bepalingen wordt aangegeven dat het bevoegd gezag van een bijzondere school
bij vervreemding of buitengebruikstelling van gebouwen en terreinen verplicht bekostiging
moet terugbetalen aan de gemeente.
|
1
|
|
|
|
|
28, lid 1
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In dit artikel wordt aangegeven dat een bevoegd gezag dat eigenaar is van een gebouw
bij vervreemding of buitengebruikstelling verplicht een deel van de gemeente verkregen
vergoeding moet terugbetalen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit trekkende bevolking WPO
|
|
1
|
|
|
|
|
A2
|
Afwijking van bepalingen en overeenkomstig van toepassing zijnde bepalingen van de
WPO
|
Lid 1 Art 4 (leerlingenvervoer) is op deze scholen niet van toepassing, dit betekent dat deze
school daar wel geld aan uit mag geven. In lid 2 is aangegeven dat art 29 en 182 (tot en met 31 maart 2022) 187 (vanaf 1 april 2022) van overeenkomstig van toepassing zijn.
|
1
|
|
|
|
|
B15
|
Onderscheiden kosten (vanaf 1 april 2022)
|
Geeft aan welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen.
|
1
|
|
|
|
|
B16
|
Onderscheiding kosten materiële instandhouding (tot en met 31 maart 2022)
|
Geeft aan welke kosten van materiële instandhouding voor vergoeding in aanmerking
komen.
|
1
|
|
|
|
|
B23, lid 1
|
Overdracht van gebouwen, terreinen en roerende zaken
|
Indien gebouwen, terreinen of roerende zaken waarvoor een vergoeding is genoten geheel
of gedeeltelijk aan hun bestemming worden onttrokken is het bevoegd gezag van een
bijzondere school een bedrag aan het Rijk verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
|
Experimentenwet onderwijs
|
|
1
|
1
|
|
|
|
4, lid 1 en 3
|
|
In lid 1 en 3 wordt aangegeven dat regelen en onderwijswetten van toepassing zijn.
|
1
|
1
|
|
|
|
7d
|
|
Dit artikel geeft aan dat voor een leerling van een speciale school voor speciaal
onderwijs etc art 4, WEC overeenkomstig van toepassing is. Dus ook hier leerlingvervoer taak van de gemeente.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)(tot en met 31 juli 2022)
|
|
1
|
|
|
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat vervoer van leerlingen die wegens hun lichamelijke,
verstandelijke of zintuigelijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn
aangewezen, een taak (en kosten) van de gemeente is, hieruit blijkt dus dat de bekostiging
van OCW hieraan niet besteed mag worden. Dit geldt ook voor leerlingenvervoer voor
andere dan in het artikel genoemde leerlingen.
|
|
1
|
|
|
|
6e, lid 1
|
Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
|
Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking.
Bijdragen hiervoor zijn dus niet rechtmatig.
|
|
1
|
|
|
|
79, lid 3 en 4
|
Bekostiging scholen en scholengemeenschappen
|
Hier wordt beschreven waar de bekostiging voor bestemd en verstrekt wordt.
|
|
1
|
|
|
|
96c.1
|
Bekostiging middelen door gemeente
|
De gemeente bekostigt aan BG van een andere dan een gemeentelijke school het bedrag
dat is uitgegeven voor de belastingen mbt de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen.
Hier mag dus geen Rijksbijdrage aan worden besteed.
|
|
1
|
|
|
|
99, lid 1 tot en met 8
|
Besteding bekostiging
|
Het artikel geeft aan waaraan de bekostiging besteed moet worden.
|
|
1
|
|
|
|
99, lid 9
|
Besteding bekostiging (samenwerkingsverband)
|
Bedragen voor personeelskosten en de materiele instandhouding van het samenwerkingsverband
(art 84 en 89) worden uitsluitend aangewend voor personeelskosten en de kosten voor materiele instandhouding
van het samenwerkingsverband voor ondersteuningsvoorzieningen.
|
|
1
|
|
|
|
100
|
Contractactiviteiten
|
De bedragen en bekostiging, bedoeld in art. 99, worden niet aangewend voor contractactiviteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Wet op het voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)(vanaf 1 augustus 2022)
|
|
1
|
|
|
|
2.110
|
Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
|
Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking.
Bijdragen hiervoor zijn dus niet rechtmatig.
|
|
1
|
|
|
|
5.4, lid 3 en 4
|
Bekostiging scholen en scholengemeenschappen
|
Hier wordt beschreven waar de bekostiging voor bestemd en verstrekt wordt.
|
|
1
|
|
|
|
5.22, lid 1
|
Bekostiging middelen door gemeente
|
De gemeente bekostigt aan BG van een andere dan een gemeentelijke school het bedrag
dat is uitgegeven voor de belastingen m.b.t. de in de gemeente gelegen gebouwen en
terreinen. Hier mag dus geen Rijksbijdrage aan worden besteed.
|
|
1
|
|
|
|
5.39
|
Besteding bekostiging
|
Het artikel geeft aan waaraan de bekostiging besteed moet worden.
|
|
1
|
|
|
|
5.40
|
Besteding bekostiging (samenwerkingsverband)
|
Bedragen voor personeelskosten en de materiele instandhouding van het samenwerkingsverband
(art 5.13) worden uitsluitend aangewend voor personeelskosten en de kosten voor materiele instandhouding
van het samenwerkingsverband voor ondersteuningsvoorzieningen.
|
|
1
|
|
|
|
5.41
|
Contractactiviteiten
|
De bedragen en bekostiging, bedoeld in art. 5.39 en 5.40, worden niet aangewend voor contractactiviteiten
|
|
1
|
|
|
|
8.28
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat vervoer van leerlingen die wegens hun lichamelijke,
verstandelijke of zintuigelijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn
aangewezen, een taak (en kosten) van de gemeente is, hieruit blijkt dus dat de bekostiging
van OCW hieraan niet besteed mag worden. Dit geldt ook voor leerlingenvervoer voor
andere dan in het artikel genoemde leerlingen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Uitvoeringsbesluit WVO 2020 (vanaf 1 augustus 2022)
|
|
1
|
|
|
|
6.19
|
Voorschriften betreffende verrekening overschotten bij opheffing of beëindiging van
de bekostiging van scholen.
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Bekostigingsbesluit W.V.O. (tot en met 31 juli 2022)
|
|
|
1
|
|
|
|
24
|
Voorschriften betreffende verrekening overschotten bij opheffing of beëindiging van
de bekostiging van scholen.
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
|
|
1
|
|
|
1.2.1, lid 1 en lid 2
|
Doelstellingen onderwijs
|
lid 1: Alleen ten aanzien van het volgende aspect: educatie omvat alleen activiteiten
op het niveau van basis onderwijs en voortgezet onderwijs. Educatie uitgaven voor
andere onderwijssoorten dan genoemd zijn dus niet rechtmatig. lid 2: Beroepsonderwijs
omvatten niet activiteiten op het niveau hoger onderwijs. Uitgaven voor hoger onderwijs
zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
1
|
|
|
2.2.1, lid 3 en 4
|
Rijksbijdrage beroepsonderwijs
|
Geeft aan waarvoor de bijdrage in de exploitatiekosten en in de huisvestingskosten
ontvangen wordt.
|
|
1
|
1
|
|
|
2.2.5
|
Reallocatie
|
Het bevoegd gezag kan het deel van de rijksbijdrage dat overblijft na dekking van
de exploitatie- en huisvestingskosten voor een instelling of de huisvestingskosten
van een school binnen een verticale scholengemeenschap mede aanwenden ter dekking van de exploitatie- en huisvestingskosten van een door
hem in stand gehouden: a. andere instelling; of b. school binnen een verticale scholengemeenschap.
|
|
|
1
|
|
|
2.5.3, lid 2
|
Jaarrekening
|
Alleen ten aanzien van het volgende aspect: Van niet doelmatige aanwending van de
rijksbijdrage is in ieder geval sprake voorzover bedragen daaruit worden aangewend
voor het op enigerlei wijze compenseren van de studenten of vavo-studenten voor les-
en cursusgeld of examengeld. Uitgaven hiervoor zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
1
|
|
|
2.5.9a
|
Verslaglegging, onderzoek, minister, controleprotocol en correctie rijksbijdrage
|
Alleen ten aanzien van artikel 2.5.3., lid 2 is overeenkomstig van toepassing op de rijksbijdrage voor het voortgezet algemeen
volwassenonderwijs.
|
|
|
1
|
|
|
8.1.5, 8.1.5a t/m 8.1.5g
|
Mbo-studentenfonds
|
Deze artikelen geven aan onder welke voorwaarden, onder welke omstandigheden en met
welke omvang financiële ondersteuning gegeven kan worden door de instelling.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Notitie helderheid in de bekostiging 2004
|
|
|
1
|
|
|
Thema 4
|
Les en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf.
|
Zie ook WEBart 2.5.3, lid 2.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
|
|
|
1
|
|
2.9, lid 1 en 4
|
|
Lid 1 Rijksbijdrage mag niet besteed worden voor het uitvoeren van de procedure voor
erkenning van verworven competenties of het op enigerlei wijze compenseren van studenten
of extranei voor collegegeld, examencursusgeld, de bijdrage bedoeld in artikel 7.50, tweede lid, of voor de vergoeding verschuldigd aan de opleidingsorganisatie, bedoeld in Verordening (EU) nr 1178/2011, tenzij er sprake is van financiële ondersteuning als bedoeld in de artikelen 7.50
derde lid, of 7.51 tot en met 7.51k,
|
|
|
|
1
|
|
2.11
|
Bijzondere bepaling associate degree-opleiding
|
Onder voorwaarde (goedkeuring Minister OCW) kan het instellingsbestuur een deel van
de rijksbijdrage overdragen aan een andere instelling, die een gedeelte van de associate
degree-opleiding uitvoert.
|
|
|
|
1
|
|
2.12
|
Rijksbijdrage AZ
|
Doorbetaling, zie ook OAP.
|
|
|
|
1
|
|
7.43, lid 1
|
Collegegeld verplichting
|
Lid 1 Elke student is volledig, gedeeltelijk of verlaagd wettelijk collegegeld of
instellingscollegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
|
7.44, lid 1
|
Examengeld verplichting
|
Lid 1 Een extraneus is voor elk studiejaar dat hij door het instellingsbestuur voor
een opleiding is ingeschreven, aan de desbetreffende instelling examengeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
|
7.45
|
Wettelijk collegegeld
|
Geeft de hoogte van het volledig, gedeeltelijk of verlaagd wettelijk collegegeld aan.
|
|
|
|
1
|
|
7.45Aa (van 1 sep 2021 t/m 31 aug 2022)
|
Bedragen volledig en gedeeltelijk wettelijk collegegeld 2021–2022 in verband met COVID-19
|
Dit artikel bepaalt de bedragen voor het studiejaar 2021–2022.
|
|
|
|
1
|
|
7.45a
|
Aanspraak op wettelijk collegegeld
|
Geeft aan voor welke studenten in welke omstandigheden het volledig, gedeeltelijk
of verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd is.
|
|
|
|
1
|
|
7.45b
|
Collegegeld OU
|
Geeft aan voor welke studenten onder welke omstandigheden welk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
|
7.46, lid 1 t/m 5
|
Instellingscollegegeld
|
Geeft aan voor welke studenten en op welke wijze het instellingscollegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
|
7.47a.
|
Vrijstelling wettelijk collegegeld in verband met bestuursfunctie
|
Geeft aan in welke gevallen een ingeschreven student bij een instelling eenmalig voor
één studiejaar kan worden vrijgesteld van wettelijk collegegeld.
|
|
|
|
1
|
|
7.48
|
Vermindering en vrijstelling collegegeld
|
Geeft aan in welke gevallen vermindering of vrijstelling van het wettelijke collegegeld
is toegestaan. Alleen in de in dit artikel genoemde gevallen is vermindering toegestaan.
|
|
|
|
1
|
|
7.49
|
Collegegeld voor bepaalde voltijdse opleidingen vanaf het studiejaar 2005–2006
|
Lid 1 geeft aan dat voor de hier genoemde opleidingen het collegegeld ten hoogste
5 maal het volledig wettelijk collegegeld in art 7.45, lid 1 mag bedragen (meer is dus niet rechtmatig), lid 3 geeft aan dat collegegeld in lid
1 in de plaats komt van collegegeld in art 7.45, lid 1.
|
|
|
|
|
|
7.49a en 7.49b
|
Vergoeding en hoogte vergoeding voor premasters
|
In deze artikelen is geregeld dat een bestuur een vergoeding kan vragen voor een premaster
en hoe hoog die maximaal mag zijn. In lid 2 van art 7.49a is geregeld wanneer een student wordt vrijgesteld van het betalen van een vergoeding
voor de premaster.
|
|
|
|
1
|
|
7.51, 7.51a tot en met 7.51 j
|
Profileringsfonds
|
Deze artikelen geven aan onder welke voorwaarden, onder welke omstandigheden en met
welke omvang financiële ondersteuning gegeven kan worden door de instelling.
|
|
|
|
1
|
|
7.51k
|
Financiële ondersteuning bijzondere activiteiten door OM
|
In dit artikel is opgenomen in welke gevallen Onze Minister een voorziening treft
(uitgaven van de instelling aan deze categorie zijn dus onrechtmatig)
|
|
|
|
1
|
|
9.3, lid 1
|
Samenstelling CvB en rechtspositie leden
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de rector magnificus van de universiteit.
Meer leden zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
|
10.2, lid 1
|
College van bestuur
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de voorzitter. Meer leden zijn
dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
|
11.2, lid 1
|
Samenstelling CvB en rechtspositie leden
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de voorzitter. Meer leden zijn
dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
|
|
|
|
1
|
|
2.2, lid 1
|
Omvang volledig wettelijk collegegeld
|
Geeft bedrag WHW, artikel 7.45, lid 1.
|
|
|
|
1
|
|
2.3
|
Uitbreiding categorie studenten met aanspraak op wettelijk collegegeld in verband
met een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg
|
Ook voor studenten aan deze opleidingen is wettelijk collegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
|
2.3a
|
Uitbreiding categorie studenten wettelijk collegegeld in verband met gelijktijdig
gevolgde opleidingen
|
Ook voor studenten die aan deze eisen voldoen is wettelijk collegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
|
2.4
|
Administratiekosten gespreide inning collegegeld
|
Geeft bedrag bedoeld in artikel 7.47, van de wet, bedraagt € 24.
|
|
|
|
1
|
|
2.4a.
|
Omvang gedeeltelijk wettelijk collegegeld
|
Geeft bedrag WHW, artikel 7.45, lid 2
|
|
|
|
1
|
|
2.4b.
|
Omvang verlaagd wettelijk collegegeld
|
Geeft bedrag WHW, artikel 7.45, lid 5
|
|
|
|
1
|
|
2.4c.
|
Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld eerstejaars studenten
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
|
2.4d.
|
Aanspraak op extra jaar verlaagd wettelijk collegegeld voor opleidingen op het gebied
van onderwijs
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
|
2.4e
|
Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld in geval van een gelijktijdige tweede
inschrijving voor de academische pabo
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
|
2.4f.
|
Reikwijdte en cohortbepaling verlaagd wettelijk collegegeld
|
Geeft aan in welke gevallen 2.4c en 2.4d. niet van toepassing zijn.
|
|
|
|
1
|
|
6.8, lid 1
|
Voorschriften besteding en verantwoording
|
Middelen verkregen ten laste van de rijksbegroting mogen niet worden aangewend voor
de opleiding in het buitenland (zie ook de toelichting onder Algemeen paragraaf 5.1
en de toelichting op artikel 6.8 (Staatsblad 2018 152)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Regeling Financiën HO
|
|
|
|
|
1
|
|
9
|
Vaststelling collegegeld
|
Bepaalt het wettelijke collegegeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Tractaat Nederland-Vlaanderen inzake de transnationale UL, Maastricht 2011
|
|
|
|
1
|
|
5
|
|
Bepaalt dat Nederland via de Universiteit Maastricht de middelen aan de TUL beschikbaar
stelt. Er bestaat dus een doorbetalingsverplichting van de UM aan de TUL van deze
rijksbijdrage.
|
|
|
|
1
|
|
8, lid 2
|
|
De TUL stelt de hoogte van het collegegeld vast overeenkomstig de WHW.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Notities helderheid (2003, de aanvulling in 2004 en de nadere toelichting in 2005
aan de TK)
|
|
|
|
1
|
|
Thema 5
|
Collegegeld niet betaald door de student zelf
|
Zie ook WHWart 2.9, lid 1.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
Les en cursusgeldwet
|
|
|
1
|
1
|
|
|
6, lid 1
|
Algemene bepaling en nadere regeling cursusgeld
|
Lid 1 Bij of krachtens amvb wordt bepaald voor welke uit de openbare kas bekostigde
cursussen cursusgeld is verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo
|
|
|
1
|
|
|
6
|
Besteding subsidie
|
Dit artikel geeft aan dat de subsidie uitsluitend besteed wordt aan de activiteiten,
waarvoor zij wordt verstrekt. Eventuele niet-bestede middelen worden na afloop van
de looptijd van de subsidie teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
|
17, lid 6
|
Subsidievoorwaarden
|
De subsidie is niet bestemd voor: a. kosten van ontslag dan wel voor uitkeringen van
gewezen personeelsleden van de betreffende onderwijsinstelling, als gevolg van dit
voorstel of b. kosten voor nieuwbouw, verbouw of leegstand.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
|
6
|
Besteding subsidie
|
De subsidie wordt besteed aan de verlaging van het collegegeld dat moet worden betaald
door de student. Van ondoelmatige aanwending is in ieder geval sprake indien de student
met een voucher op enigerlei wijze wordt gecompenseerd.
|
|
|
|
1
|
|
10, lid 4 en 6
|
Verplichtingen
|
De hogeschool besteedt een voucher uitsluitend aan de verlaging van het collegegeld
met de waarde van de voucher voor een module dat moet worden betaald door een student
als bedoeld in artikel 3. De hogeschool mag het bedrag van de voucher niet in geld uitkeren aan de student.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
|
17b, lid 3
|
Experimenten flexstuderen;inhoud
|
Het collegegeld tarief voor het volgen van onderwijs, bedoeld in het eerste lid, bedraagt
voor onderwijs met een studielast van één studiepunt, het bedrag van het wettelijk
collegegeld, geldende voor het desbetreffende studiejaar, gedeeld door 60 en vermeerderd
met 15 procent van dat breukdeel.
|
|
|
|
1
|
|
27, lid 3
|
Experimenten educatieve module; inhoud en duur
|
Voor inschrijving voor een module als bedoeld in het eerste lid is de aspirant-student
de helft van het wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 7.45a, van de wet (WHW) verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
|
2, lid 4
|
Inhoud en duur
|
Aan een student als bedoeld in eerste en tweede lid kan i.v.m. een inschrijving voor
een module collegegeld in rekening gebracht worden tot een maximumbedrag van € 3.750
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
4
|
Financiële onderneming
|
In dit artikel staat met welke financiële ondernemingen transacties aangegaan kunnen
worden en dat dit voor publieke middelen alleen in euro’s kan plaatsvinden.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
5, lid 4 en 5
|
Professioneel en niet- professionele belegger
|
Geeft aan in welke gevallen bijlage I en bijlage II van de regeling gehanteerd moeten worden.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
6
|
Beleggingen
|
In dit artikel staan de eisen waaraan een belegging moet voldoen.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
7
|
Leningen
|
In dit artikel staan de eisen waaraan een lening moet voldoen.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
8
|
Financiële derivaten
|
In dit artikel staan de eisen en voorwaarden m.b.t. financiële derivaten.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
9
|
Geen ineffectieve positie derivaten
|
In dit artikel staan verdere eisen m.b.t. derivaten.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
|
12, lid 1
|
Overgangsrecht
|
In dit artikel wordt geregeld dat voor beleggingen, leningen en financiële derivaten
die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten de Regeling belenen en beleggen door instellingen
voor onderwijs en onderzoek 2010, zoals die luidde op 30 juni 2016 van toepassing
blijft.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017
|
|
1
|
1
|
|
|
2.8, lid 1 en 2
|
Besteding van de subsidie
|
Lid 1: De subsidie wordt aangewend voor het doel waarvoor zij wordt verstrekt. Lid
2: De subsidie wordt uiterlijk in 2020 besteed.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
Subsidieregeling doorstroom mbo-hbo
|
|
|
1
|
1
|
|
5
|
Uitvoering activiteiten
|
Geeft aan dat de te subsidiëren activiteiten uiterlijk aanvangen in studiejaar 2018/2019
en uiterlijk na 3 studiejaren afgerond moeten zijn.
|
|
|
1
|
1
|
|
13, lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
De subsidie (voor zover >= € 125.000) wordt uitsluitend besteed aan de activiteit
waarvoor deze wordt verleend.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs
|
1
|
|
|
|
|
18, lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Besluit experiment promotieonderwijs
|
|
|
|
1
|
|
9, lid 2 en 4
|
Rechten en plichten vormgeving promotieonderwijs en financiële ondersteuning
|
In lid 2 zijn bepalingen opgenomen over de hoogte van het collegegeld. In lid 4 zijn
bepalingen opgenomen m.b.t. onder welke voorwaarden ondersteuning uit het profileringsfonds
niet mogelijk is.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2023
|
|
1
|
|
|
|
1.10, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is aangegeven dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor deze is verleend. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. In lid 2 is
aangegeven dat de subsidie voor 1 augustus 2024 moet worden besteed.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo 2019–2022
|
|
|
1
|
|
|
5, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is aangegeven dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor deze is verstrekt. In lid 2 is aangegeven dat niet bestede middelen worden
teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
|
11
|
Niet subsidiabel
|
In dit artikel is aangegeven welke kosten niet subsidiabel zijn.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Subsidieregeling flexibel beroepsonderwijs derde leerweg
|
|
|
1
|
|
|
12, lid 2
|
Besteding subsidie
|
De subsidie bedoeld in artikel 7 wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend. Niet
bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024
|
|
|
1
|
|
|
3.7, lid 1 en 2
|
Besteding van de subsidie
|
Lid 1 geeft aan dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor de subsidie verstrekt is. Lid 2 geeft aan dat de subsidie uiterlijk in 2024
besteed wordt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling incidentele middelen leerlingdaling vo 2020
|
|
1
|
|
|
|
3.2, lid 2
|
Subsidiebedrag
|
Kosten voor huisvesting als bedoeld in artikel 76c van de Wet op het voortgezet onderwijs komen niet voor subsidie in aanmerking.
|
|
1
|
|
|
|
3.8, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
Lid 1 De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt
verstrekt. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. Lid 2. De activiteiten waarvoor
subsidie wordt verstrekt worden voor 1 augustus 2025 uitgevoerd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl
|
|
1
|
|
|
|
9 lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
Lid 1 geeft aan dat de subsidie uitsluitend besteed wordt aan de activiteiten waarvoor
deze wordt verstrekt. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. Lid 2 geeft aan
dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt tot en met het schooljaar 2023/2024
worden uitgevoerd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling coronabanen in het hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
|
8 lid 1 onder b, lid 2 en lid 3
|
Subsidieverplichtingen
|
Lid 1 geeft aan dat voor subsidies van € 125.000 of meer de subsidie uitsluitend wordt
besteed aan de activiteiten waarvoor zij worden verstrekt. In lid 2 is aangegeven
dat de activiteiten kunnen worden verricht van 1 januari tot en met 30 juni 2021 en
van toepassing zijn op functies die per 1 januari 2021 zijn open gesteld. In lid 3
is aangegeven dat maximaal 125 procent van het minimumloon, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, uitbetaald wordt als loon voor de functies bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel b, met dien verstande dat van het loon ten hoogste het deel dat overeenkomt met 120%
van het minimum loon uit de op grond van deze regeling verstrekte subsidie kan worden
betaald.
|
|
|
|
|
|
10 lid 3 en 4
|
Vaststelling, betaling en besteding subsidie
|
In lid 3 is aangegeven dat niet bestede middelen, blijkend uit model G, onderdeel
2 worden teruggevorderd. In lid 4 is opgenomen dat de subsidie kan worden besteed
van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven vo 2021–2023
|
|
1
|
|
|
|
9 lid 1
|
Subsidieverplichtingen
|
Voor deelname aan een programma als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdelen a en b, wordt aan de deelnemende leerlingen geen vergoeding gevraagd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten
|
|
|
1
|
1
|
|
1,2 en 3
|
Begripsbepalingen, reikwijdte en voorwaarden
|
Hieruit blijkt onder welke voorwaarden bekostigde onderwijsinstellingen met publieke
middelen mogen investeren in private activiteiten. NB voor deze beleidsregel geldt in 2022 een kwalitatieve materialiteit, zie paragraaf
2.3.1 Referentiekader van het OAP 2022.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
|
2
|
Andere bijdragen aspirant-studenten in verband met de inschrijving
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
1
|
|
3 lid 1 en 2
|
Andere bijdragen studenten naast het collegegeld
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
1
|
|
4
|
Bijdrage voor een te late inschrijving voor een tentamen
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
1
|
|
5
|
Bijdrage voor een vervangend getuigschrift of vervangende verklaring
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
|
Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs
PO en VO
|
1
|
1
|
|
|
|
12 lid 4
|
Besteding en verantwoording
|
In lid 4 is opgenomen dat de bijzondere en aanvullende bekostiging voor de doelen,
genoemd in artikel 2, ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling capaciteitstesten 2021–2023
|
|
1
|
|
|
|
8 lid 1
|
Subsidieverplichtingen
|
In lid 1 is opgenomen dat voor deelname aan een capaciteitentest aan de deelnemende
leerlingen of hun ouders of verzorgers geen bijdrage gevraagd wordt. Reeds verkregen
bijdragen worden door het bevoegd gezag terugbetaald.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
|
Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering arbeidsmarkttoelage Nationaal
Programma Onderwijs PO en VO
|
1
|
1
|
|
|
|
5 lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
In lid 2 is opgenomen dat de bijzondere en aanvullende bekostiging voor het doel genoemd
in artikel 2 ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Subsidieregeling nazorg mbo 2022/2023
|
|
|
1
|
|
|
9 lid 4
|
Subsidieverplichtingen
|
Aan gediplomeerde schoolverlaters of hun ouders of verzorgers wordt geen vergoeding
voor nazorg gevraagd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
|
Regeling aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs PO en VO
2022–2023
|
1
|
1
|
|
|
|
11 lid 4
|
Besteding en verantwoording
|
In lid 4 is opgenomen dat de aanvullende bekostiging voor de doelen, genoemd in artikel 2, ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Maatwerkregeling ventilatie op scholen
|
1
|
1
|
|
|
|
18 lid 2
|
Verantwoording, bevoorschotting en terugvordering bij een subsidie van 125.000 euro
of meer
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Regeling aanvullende bekostiging uitvoering arbeidsmarkttoelage Nationaal Programma
Onderwijs PO en VO 2022–2023
|
1
|
1
|
|
|
|
5 lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
De aanvullende bekostiging voor het doel genoemd in artikel 2, kan ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
|