Regeling vrijstelling griffierechten voor gedupeerde ouders herstelregelingen kinderopvangtoeslag

[Regeling vervalt per 31-12-2024.]
Geraadpleegd op 19-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-02-2024 en zichtdatum 08-05-2024.
Geldend van 26-10-2022 t/m heden

Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 17 oktober, nr. 4218030 houdende regels met betrekking tot de vrijstelling van griffierechten voor gedupeerde ouders herstelregelingen kinderopvangtoeslag in procedures in verband met het herstel van gezag (Regeling vrijstelling griffierechten voor gedupeerde ouders herstelregelingen kinderopvangtoeslag)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 4, derde lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken;

Besluit:

Artikel 1

Van een ouder als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang die als gedupeerde is aangemerkt in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen wordt geen griffierecht geheven voor de indiening van een verzoek- of verweerschrift in het kader van een procedure in verband met het herstel van het gezag als bedoeld in de artikelen 1:277, 1:278 en 1:274, tweede en derde lid, van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2

  • 1 Om als gedupeerde ouder, als bedoeld in artikel 1, te worden aangemerkt legt de ouder een kopie van de beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen over waaruit dit blijkt.

  • 2 Indien de ouder op het moment van heffing van griffierecht nog geen beschikking als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen, legt de ouder een kopie van de bevestiging van de aanmelding bij de Belastingdienst/Toeslagen over. In dat geval wordt geen griffierecht geheven mits de beschikking alsnog wordt overgelegd voordat de rechter einduitspraak heeft gedaan.

  • 3 Indien in een procedure als bedoeld in artikel 1 reeds griffierecht is geheven en de ouder legt alsnog de beschikking als bedoeld in het eerste lid over, dan wordt het griffierecht met terugwerkende kracht op nihil gesteld en teruggestort.

Artikel 3

  • a. Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • b. Deze regeling vervalt op 31 december 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 oktober 2022

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Naar boven