Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 28-05-2022 t/m heden

Wet van 30 maart 2022 tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en de Prijzenwet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie (PbEU 2019, L 328) (Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie (PbEU 2019, L 328) moet worden omgezet in bepalingen van nationaal recht en dat daartoe Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en de Prijzenwet moeten worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

Op een overtreding van de artikelen 8.2a, 8.3, 8.4a, 8.5, 8.8, of 8.11 van de Wet handhaving consumentenbescherming, die is begonnen voor het tijdstip waarop deze wet of het betreffende onderdeel daarvan in werking is getreden en is beëindigd na dat tijdstip, blijft artikel 2.15 van de Wet handhaving consumentenbescherming van toepassing zoals dat gold onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip.

Artikel V

Deze wet treedt in werking met ingang van 28 mei 2022. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 27 mei 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 30 maart 2022

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven