|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
1
|
|
|
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat leerlingenvervoer een taak is van de gemeente
en de gemeente hiervoor ook de kosten draagt. Hieruit blijkt dat de bekostiging van
OCW hieraan niet mag worden besteed. De instelling mag wel het leerlingenvervoer tussen
de school en een gymlokaal (zwembad of andere sportvoorziening) bekostigen.
|
1
|
|
|
|
29, lid 1
|
Directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel
|
De school heeft 1 of 2 directeuren, kosten van meer directeuren worden dus niet bekostigd.
|
1
|
|
|
|
45, lid 1 en 2
|
Tussenschoolse opvang en organisatie van de buitenschoolse opvang
|
Lid 1 De kosten voor tussenschoolse opvang komen voor rekening van de ouders, voogden
of verzorgers, dus niet voor rekening van de school. Het gaat hier om de exploitatiekosten.
De school kan wel geld uitgeven aan deskundigheidsbevordering overblijfkrachten en
organisatie TSO (zie voorlichtingsbrochure Bekostiging basisonderwijs Programma van
eisen voor het jaar 2010) lid 2. De kosten voor buitenschoolse opvang komen voor rekening
van de ouders, dus niet voor rekening van de school.
|
1
|
|
|
|
91
|
Voorziening in huisvesting door de gemeente
|
Voorziening in huisvesting is taak van de gemeente, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden. In artikel 92 is gedefinieerd wat wordt verstaan onder voorzieningen in de huisvesting.
|
1
|
|
|
|
120, lid 7
|
Grondslag bekostiging personeel basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
|
Hierin staat beschreven waar de bekostiging voor gebruikt kan worden.
|
1
|
|
|
|
133
|
Bekostiging voor belastingen ter zake van onroerende zaken
|
De gemeente bekostigt het bedrag dat is uitgegeven voor de belastingen met betrekking
tot de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden.
|
1
|
|
|
|
148, lid 1 tot en met 4
|
Besteding bekostiging
|
Beschrijft waar bepaalde bekostigingen voor aangewend mogen worden.
|
1
|
|
|
|
148, lid 5
|
Besteding bekostiging (samenwerkingsverband)
|
Bedragen voor de kosten van materiele instandhouding en personeelskosten van het samenwerkingsverband
(art 118 en 132) worden uitsluitend aangewend voor de kosten voor materiele instandhouding en personeelskosten
van het samenwerkingsverband voor ondersteuningsvoorzieningen.
|
1
|
|
|
|
166, lid 1
|
Voorschoolse educatie
|
Voorschoolse educatie is een taak van de gemeente. Hier mag geen bekostiging aan besteed
worden.
|
1
|
|
|
|
182
|
Gebruik ontvangen gelden overeenkomstig bestemming
|
Het bevoegd gezag van een bijzondere school is verplicht de uit de overheidskassen
ontvangen gelden overeenkomstig de bestemming te gebruiken. Rest van het artikel valt
buiten het kader.
|
1
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Wet op de expertisecentra (WEC)
|
1
|
|
|
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat leerlingenvervoer taak en kosten van de gemeente,
hieruit blijkt dus dat de bekostiging van OCW hieraan niet besteed mag worden. De
instelling mag wel het leerlingenvervoer tussen de school en een gymlokaal (zwembad
of andere sportvoorziening) bekostigen.
|
1
|
|
|
|
89
|
Voorziening in huisvesting door gemeente
|
Voorziening in huisvesting is taak van de gemeente, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden In artikel 90 is gedefinieerd wat wordt volstaan onder voorzieningen in de huisvesting.
|
1
|
|
|
|
117, lid 13
|
Grondslag bekostiging personeel
|
Hierin staat beschreven waar de bekostiging voor gebruikt kan worden.
|
1
|
|
|
|
127
|
Bekostiging voor belastingen ter zake van onroerende zaken
|
De gemeente bekostigt de belastingen: het bedrag dat is uitgegeven voor belastingen
met betrekking tot de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen. Hieruit blijkt
dat de bekostiging vanuit OCW hier niet aan besteed mag worden.
|
1
|
|
|
|
143
|
Besteding bekostiging
|
Beschrijft waar bepaalde bekostigingen voor aangewend mogen worden.
|
1
|
|
|
|
168
|
Gebruik ontvangen gelden overeenkomstig bestemming; boekhoudvoorschriften
|
Het bevoegd gezag van een bijzondere school is verplicht de uit de overheidskassen
ontvangen gelden overeenkomstig de bestemming te gebruiken. Rest van het artikel valt
buiten het kader.
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WPO
|
1
|
|
|
|
16
|
Omschrijving uitgaven materiële voorzieningen tbv instandhouding
|
De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor
schoolgebouwen hebben betrekking op de programma's van eisen.
|
1
|
|
|
|
34c
|
Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van
de laatste school van een bevoegd gezag
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WEC
|
1
|
|
|
|
17
|
Omschrijving uitgaven materiële voorzieningen tbv instandhouding
|
De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor
schoolgebouwen hebben betrekking op de programma's van eisen.
|
1
|
|
|
|
19, lid 3
|
Vergoeding schoolbaden
|
De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van
een schoolbad hebben betrekking op de programma's van eisen.
|
1
|
|
|
|
26, lid 1, 2 en 3
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In deze bepalingen wordt aangegeven dat het bevoegd gezag van een bijzondere school
bij vervreemding of buitengebruikstelling van gebouwen en terreinen verplicht bekostiging
moet terugbetalen aan de gemeente.
|
1
|
|
|
|
28, lid 1
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In dit artikel wordt aangegeven dat een bevoegd gezag dat eigenaar is van een gebouw
bij vervreemding of buitengebruikstelling verplicht een deel van de gemeente verkregen
vergoeding moet terugbetalen.
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Besluit trekkende bevolking WPO
|
1
|
|
|
|
A2
|
Afwijking van bepalingen en overeenkomstig van toepassing zijnde bepalingen van de
WPO
|
Lid 1 Art 4 (leerlingenvervoer) is op deze scholen niet van toepassing, dit betekent dat deze
school daar wel geld aan uit mag geven. In lid 2 is aangegeven dat art 29, art 45 lid 1 en 2, art 138 en 182 van overeenkomstig van toepassing zijn.
|
1
|
|
|
|
B16
|
Onderscheiding kosten materiële instandhouding
|
Geeft aan welke kosten van materiële instandhouding voor vergoeding in aanmerking
komen.
|
1
|
|
|
|
B23, lid 1
|
Overdracht van gebouwen, terreinen en roerende zaken
|
Indien gebouwen, terreinen of roerende zaken waarvoor een vergoeding is genoten geheel
of gedeeltelijk aan hun bestemming worden onttrokken is het bevoegd gezag van een
bijzondere school een bedrag aan het Rijk verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
|
Experimentenwet onderwijs
|
1
|
1
|
|
|
4, lid 1 en 3
|
|
In lid 1 en 3 wordt aangegeven dat regelen en onderwijswetten van toepassing zijn.
|
1
|
1
|
|
|
7d
|
|
Dit artikel geeft aan dat voor een leerling van een speciale school voor speciaal
onderwijs etc art 4, WEC overeenkomstig van toepassing is. Dus ook hier leerlingvervoer taak van de Gemeente.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)
|
|
1
|
|
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat vervoer van leerlingen die wegens hun lichamelijke,
verstandelijke of zintuigelijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn
aangewezen, een taak (en kosten) van de gemeente is, hieruit blijkt dus dat de bekostiging
van OCW hieraan niet besteed mag worden. Dit geldt ook voor leerlingenvervoer voor
andere dan in het artikel genoemde leerlingen.
|
|
1
|
|
|
6e, lid 1
|
Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
|
Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking.
Bijdragen hiervoor zijn dus niet rechtmatig.
|
|
1
|
|
|
84, lid 1
|
Grondslagen berekening omvang formatie
|
Hierin staat beschreven waar de bekostiging voor gebruikt kan worden in relatie tot
de formatie.
|
|
1
|
|
|
86, lid 1
|
Bekostiging exploitatiekosten
|
Geeft aan waarvoor de bekostiging van de exploitatie wordt ontvangen.
|
|
1
|
|
|
96c.1
|
Bekostiging middelen door gemeente
|
De gemeente bekostigt aan BG van een andere dan een gemeentelijke school het bedrag
dat is uitgegeven voor de belastingen mbt de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen.
Hier mag dus geen Rijksbijdrage aan worden besteed.
|
|
1
|
|
|
99, lid 1 tot en met 8
|
Besteding bekostiging
|
Het artikel geeft aan waaraan de bekostiging besteed moet worden.
|
|
1
|
|
|
99, lid 9
|
Besteding bekostiging (samenwerkingsverband)
|
Bedragen voor personeelskosten en de materiele instandhouding van het samenwerkingsverband
(art 85b en 89a) worden uitsluitend aangewend voor personeelskosten en de kosten voor materiele instandhouding
van het samenwerkingsverband voor ondersteuningsvoorzieningen.
|
|
1
|
|
|
100
|
Contractactiviteiten
|
De bedragen en bekostiging, bedoeld in art. 99, worden niet aangewend voor contractactiviteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Bekostigingsbesluit W.V.O.
|
|
1
|
|
|
24
|
Voorschriften betreffende verrekening overschotten bij opheffing of beëindiging van
de bekostiging van scholen.
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
|
|
1
|
|
1.2.1, lid 1 en lid 2
|
Doelstellingen onderwijs
|
lid 1: Alleen ten aanzien van het volgende aspect: educatie omvat alleen activiteiten
op het niveau van basis onderwijs en voortgezet onderwijs. Educatie uitgaven voor
andere onderwijssoorten dan genoemd zijn dus niet rechtmatig. lid 2: Beroepsonderwijs
omvatten niet activiteiten op het niveau hoger onderwijs. Uitgaven voor hoger onderwijs
zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
1
|
|
2.2.1, lid 3 en 4
|
Rijksbijdrage beroepsonderwijs
|
Geeft aan waarvoor de bijdrage in de exploitatiekosten en in de huisvestingskosten
ontvangen wordt.
|
|
|
1
|
|
2.5.3, lid 2
|
Jaarrekening
|
Alleen ten aanzien van het volgende aspect: Van niet doelmatige aanwending van de
rijksbijdrage is in ieder geval sprake voorzover bedragen daaruit worden aangewend
voor het op enigerlei wijze compenseren van de deelnemers of examendeelnemers voor
les- en cursusgeld respectievelijk examengeld. Uitgaven hiervoor zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
1
|
|
2.5.9a
|
Verslaglegging, onderzoek, minister, controleprotocol en correctie rijksbijdrage
|
Alleen ten aanzien van artikel 2.5.3., lid 2 is overeenkomstig van toepassing op de
rijksbijdrage voor het voortgezet algemeen volwassenonderwijs.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Notitie helderheid in de bekostiging 2004
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Thema 2
|
Investeren van publieke middelen in private activiteiten
|
Investeren van publieke middelen in private activiteiten mag onder voorwaarden. Voor
verdere uitleg van de toegestane aanwending en verantwoording van publieke middelen
voor private activiteiten wordt verwezen naar de brief met kenmerk HO/CBV/05/22162
die Staatssecretaris Rutte op 20 juli 2005 aan de Tweede Kamer heeft gezonden en de
brief van 24 februari 2009 met kenmerk BVE/stelsel/104878. De instelling heeft een
proces ingericht om vast te stellen of niet-gesubsidieerde of niet bekostigde activiteiten
een meerwaarde hebben voor de publieke activiteiten in de zin van de door de Staatssecretaris
van Onderwijs omschreven wijze (Tweede Kamer 28 248, nr. 84).
|
|
|
1
|
|
Thema 4
|
Les en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf.
|
Zie ook WEB art 2.5.3, lid 2.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
|
|
|
1
|
2.9, lid 1 en 4
|
|
Lid 1 Rijksbijdrage mag niet besteed worden voor het op enigerlei wijze compenseren
van studenten of extranei voor collegegeld, examengeld, cursusgeld of wat de hogescholen
betreft de financiële ondersteuning, bedoeld in artikel 7.50, tweede lid, tenzij er sprake is van financiële ondersteuning als bedoeld in de artikelen 7.50
derde lid, of 7.51 tot en met 7.51k, en ook niet aan het uitvoeren van de procedure voor erkenning van verworven competenties.
|
|
|
|
1
|
2.12
|
Rijksbijdrage AZ
|
Doorbetaling, zie ook OAP.
|
|
|
|
1
|
7.43, lid 1
|
Collegegeld verplichting
|
Lid 1 Elke student is volledig, gedeeltelijk of verlaagd wettelijk collegegeld of
instellingscollegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
7.44, lid 1
|
Examengeld verplichting
|
Lid 1 Een extraneus is voor elk studiejaar dat hij door het instellingsbestuur voor
een opleiding is ingeschreven, aan de desbetreffende instelling examengeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
7.45
|
Wettelijk collegegeld
|
Geeft de hoogte van het volledig, gedeeltelijk of verlaagd wettelijk collegegeld aan.
|
|
|
|
1
|
7.45a
|
Aanspraak op wettelijk collegegeld
|
Geeft aan voor welke studenten in welke omstandigheden het volledig, gedeeltelijk
of verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd is.
|
|
|
|
1
|
7.45b
|
Collegegeld OU
|
Geeft aan voor welke studenten onder welke omstandigheden welk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
7.46, lid 1 t/m 5
|
Instellingscollegegeld
|
Geeft aan voor welke studenten en op welke wijze het instellingscollegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
7.47a.
|
Vrijstelling wettelijk collegegeld in verband met bestuursfunctie
|
Geeft aan in welke gevallen een ingeschreven student bij een instelling eenmalig voor
één studiejaar kan worden vrijgesteld van wettelijk collegegeld.
|
|
|
|
1
|
7.48
|
Vermindering en vrijstelling collegegeld
|
Geeft aan in welke gevallen vermindering of vrijstelling van het wettelijke collegegeld
is toegestaan. Alleen in de in dit artikel genoemde gevallen is vermindering toegestaan.
|
|
|
|
1
|
7.49
|
Collegegeld voor bepaalde voltijdse opleidingen vanaf het studiejaar 2005-2006
|
Lid 1 geeft aan dat voor de hier genoemde opleidingen het collegegeld ten hoogste
5 maal het volledig wettelijk collegegeld in art 7.45, lid 1 mag bedragen (meer is
dus niet rechtmatig), lid 3 geeft aan dat collegegeld in lid 1 in de plaats komt van
collegegeld in art 7.45, lid 1.
|
|
|
|
1
|
7.51, 7.51a tot en met 7.51 j
|
Profileringsfonds
|
Deze artikelen geven aan onder welke voorwaarden, onder welke omstandigheden en met
welke omvang financiële ondersteuning gegeven kan worden door de instelling.
|
|
|
|
1
|
7.51k
|
Financiële ondersteuning bijzondere activiteiten door OM
|
In dit artikel is opgenomen in welke gevallen Onze Minister een voorziening treft
(uitgaven van de instelling aan deze categorie zijn dus onrechtmatig)
|
|
|
|
1
|
9.3, lid 1
|
Samenstelling CvB en rechtspositie leden
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de rector magnificus van de universiteit.
Meer leden zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
10.2, lid 1
|
College van bestuur
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de voorzitter. Meer leden zijn
dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
11.2, lid 1
|
Samenstelling CvB en rechtspositie leden
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de voorzitter. Meer leden zijn
dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
|
|
|
1
|
2.2, lid 1
|
Omvang volledig wettelijk collegegeld
|
Geeft bedrag WHW, artikel 7.45, lid 1.
|
|
|
|
1
|
2.3
|
Uitbreiding categorie studenten met aanspraak op wettelijk collegegeld in verband
met een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg
|
Ook voor studenten aan deze opleidingen is wettelijk collegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
2.3a
|
Uitbreiding categorie studenten wettelijk collegegeld in verband met gelijktijdig
gevolgde opleidingen
|
Ook voor studenten die aan deze eisen voldoen is wettelijk collegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
2.4
|
Administratiekosten gespreide inning collegegeld
|
Geeft bedrag bedoeld in artikel 7.47, van de wet, bedraagt € 24.
|
|
|
|
1
|
2.4a.
|
Omvang gedeeltelijk wettelijk collegegeld
|
Geeft bedrag WHW, artikel 7.45, lid 2
|
|
|
|
1
|
2.4b.
|
Omvang verlaagd wettelijk collegegeld
|
Geeft bedrag WHW, artikel 7.45, lid 5
|
|
|
|
1
|
2.4c.
|
Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld eerstejaars studenten
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
2.4d.
|
Aanspraak op extra jaar verlaagd wettelijk collegegeld voor opleidingen op het gebied
van onderwijs
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
2.4e
|
Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld in geval van een gelijktijdige tweede
inschrijving voor de academische pabo
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
2.4f.
|
Reikwijdte en cohortbepaling verlaagd wettelijk collegegeld
|
Geeft aan in welke gevallen 2.4c en 2.4d. niet van toepassing zijn.
|
|
|
|
1
|
6.8, lid 1
|
Voorschriften besteding en verantwoording
|
Middelen verkregen ten laste van de rijksbegroting mogen niet worden aangewend voor
de opleiding in het buitenland (zie ook de toelichting onder Algemeen paragraaf 5.1
en de toelichting op artikel 6.8 (Staatsblad 2018 152)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Regeling Financiën HO
|
|
|
|
1
|
9
|
Vaststelling collegegeld
|
Bepaalt het wettelijke collegegeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Tractaat Nederland- Vlaanderen inzake de transnationale UL, Maastricht 2011
|
|
|
|
1
|
5
|
|
Bepaalt dat Nederland via de Universiteit Maastricht de middelen aan de TUL beschikbaar
stelt. Er bestaat dus een doorbetalingsverplichting van de UM aan de TUL van deze
rijksbijdrage.
|
|
|
|
1
|
8, lid 2
|
|
De TUL stelt de hoogte van het collegegeld vast overeenkomstig de WHW.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Notities helderheid (2003, de aanvulling in 2004 en de nadere toelichting in 2005
aan de TK)
|
|
|
|
1
|
Thema 2
|
Investeren van publieke middelen in private activiteiten
|
Investeren van publieke middelen in private activiteiten mag onder voorwaarden. Voor
verdere uitleg van de toegestane aanwending en verantwoording van publieke middelen
voor private activiteiten wordt verwezen naar de brief met kenmerk HO/CBV/05/22162
die de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 20 juli 2005 aan de
Tweede Kamer heeft gezonden. De instelling heeft een procedure ingericht om vast te
stellen of niet bekostigde activiteiten een meerwaarde hebben voor de publieke activiteiten
in de zin van in de brief van 20 juli 2005 van de door de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap aan de Tweede Kamer omschreven wijze (Tweede Kamer, vergaderjaar
2004 -2005, 28 248, nr. 84).
|
|
|
|
1
|
Thema 5
|
Collegegeld niet betaald door de student zelf
|
Zie ook WHW art 2.9, lid 1.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
Les en cursusgeldwet
|
|
1
|
1
|
|
6, lid 1
|
Algemene bepaling en nadere regeling cursusgeld
|
Lid 1 Bij of krachtens amvb wordt bepaald voor welke uit de openbare kas bekostigde
cursussen cursusgeld is verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo
|
|
|
1
|
|
6
|
Besteding subsidie
|
Dit artikel geeft aan dat de subsidie uitsluitend besteed wordt aan de activiteiten,
waarvoor zij wordt verstrekt. Eventuele niet-bestede middelen worden na afloop van
de looptijd van de subsidie teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
17, lid 6
|
Subsidievoorwaarden
|
De subsidie is niet bestemd voor: a. kosten van ontslag dan wel voor uitkeringen van
gewezen personeelsleden van de betreffende onderwijsinstelling, als gevolg van dit
voorstel of b. kosten voor nieuwbouw, verbouw of leegstand.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
6
|
Besteding subsidie
|
De subsidie wordt besteed aan de verlaging van het collegegeld dat moet worden betaald
door de student. Van ondoelmatige aanwending is in ieder geval sprake indien de student
met een voucher op enigerlei wijze wordt gecompenseerd.
|
|
|
|
1
|
10, lid 4 en 6
|
Verplichtingen
|
De hogeschool besteedt een voucher uitsluitend aan de verlaging van het collegegeld
met de waarde van de voucher voor een module dat moet worden betaald door een student
als bedoeld in artikel 3. De hogeschool mag het bedrag van de voucher niet in geld
uitkeren aan de student.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen
|
|
|
|
1
|
8, lid 3
|
Subsidie bekostigde instelling
|
Bij een subsidie van € 125.000 of meer aan een bekostigde instelling: de subsidie
wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend (verantwoording
in model G2 op grond van artikel 9, lid 3)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
17b, lid 3
|
Experimenten flexstuderen;inhoud
|
Het collegegeld tarief voor het volgen van onderwijs, bedoeld in het eerste lid, bedraagt
voor onderwijs met een studielast van één studiepunt, het bedrag van het wettelijk
collegegeld, geldende voor het desbetreffende studiejaar, gedeeld door 60 en vermeerderd
met 15 procent van dat breukdeel.
|
|
|
|
1
|
27, lid 3
|
Experimenten educatieve module; inhoud en duur
|
Voor inschrijving voor een module als bedoeld in het eerste lid is de aspirant-student
de helft van het wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 7.45a, van de wet (WHW) verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs
|
|
|
|
1
|
2, lid 4
|
Inhoud en duur
|
Aan een student als bedoeld in eerste en tweede lid kan i.v.m. een inschrijving voor
een module collegegeld in rekening gebracht worden tot een maximumbedrag van € 3.750
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
1
|
1
|
1
|
1
|
4
|
Financiële onderneming
|
In dit artikel staat met welke financiële ondernemingen transacties aangegaan kunnen
worden en dat dit voor publieke middelen alleen in euro’s kan plaatsvinden.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
5, lid 4 en 5
|
Professioneel en niet- professionele belegger
|
Geeft aan in welke gevallen bijlage I en bijlage II van de regeling gehanteerd moeten
worden.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
6
|
Beleggingen
|
In dit artikel staan de eisen waaraan een belegging moet voldoen.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
7
|
Leningen
|
In dit artikel staan de eisen waaraan een lening moet voldoen.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
8
|
Financiële derivaten
|
In dit artikel staan de eisen en voorwaarden m.b.t. financiële derivaten.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
9
|
Geen ineffectieve positie derivaten
|
In dit artikel staan verdere eisen m.b.t. derivaten.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
12, lid 1
|
Overgangsrecht
|
In dit artikel wordt geregeld dat voor beleggingen, leningen en financiële derivaten
die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten de Regeling belenen en beleggen door instellingen
voor onderwijs en onderzoek 2010, zoals die luidde op 30 juni 2016 van toepassing
blijft.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017
|
|
1
|
1
|
|
2.8, lid 1 en 2
|
Besteding van de subsidie
|
Lid 1: De subsidie wordt aangewend voor het doel waarvoor zij wordt verstrekt. Lid
2: De subsidie wordt uiterlijk in 2020 besteed.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen voor deelnemers uit minimagezinnen
|
|
|
1
|
|
7, lid 1, onder b
|
Besteding en verantwoording van de aanvullende middelen 2016-2017
|
Voor subsidies van € 125.000 of meer wordt de subsidie uitsluitend besteed aan de
activiteiten waarvoor zij worden verstrekt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
Subsidieregeling doorstroom mbo-hbo
|
|
|
1
|
1
|
5
|
Uitvoering activiteiten
|
Geeft aan dat de te subsidiëren activiteiten uiterlijk aanvangen in studiejaar 2018/2019
en uiterlijk na 3 studiejaren afgerond moeten zijn.
|
|
|
1
|
1
|
13, lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
De subsidie (voor zover >= € 125.000) wordt uitsluitend besteed aan de activiteit
waarvoor deze wordt verleend.
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
|
Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs
|
1
|
|
|
|
18, lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen extra tranche 2017
|
|
|
|
1
|
7, lid 3
|
Verantwoording
|
De subsidie (voor zover >= € 125.000) wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten
waarvoor deze wordt verstrekt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
Regeling stimulering doorstroom niet verwant mbo-pabo
|
|
|
1
|
1
|
3, lid 1
|
Besteding van de subsidie
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor zij wordt verstrekt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
1
|
|
Subsidieregeling Tel mee met Taal
|
|
1
|
1
|
|
15, lid 4, onder b
|
Vaststelling en verantwoording
|
Voor een subsidie van € 125.000 of meer, de subsidie uitsluitend wordt besteed aan
de activiteiten waarvoor zij is verstrekt (verantwoording op G2)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
Besluit experiment promotieonderwijs
|
|
|
|
1
|
9, lid 2 en 4
|
Rechten en plichten vormgeving promotieonderwijs en financiële ondersteuning
|
In lid 2 zijn bepalingen opgenomen over de hoogte van het collegegeld. In lid 4 zijn
bepalingen opgenomen m.b.t. onder welke voorwaarden ondersteuning uit het profileringsfonds
niet mogelijk is.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020-2023
|
|
1
|
|
|
1.10, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is aangegeven dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor deze is verleend. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. In lid 2 is
aangegeven dat de subsidie voor 1 januari 2024 moet worden besteed.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo 2019-2022
|
|
|
1
|
|
5, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is aangegeven dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor deze is verstrekt. In lid 2 is aangegeven dat niet bestede middelen worden
teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
11
|
Niet subsidiabel
|
In dit artikel is aangegeven welke kosten niet subsidiabel zijn.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1
|
|
Subsidieregeling flexibel beroepsonderwijs derde leerweg
|
|
|
1
|
|
12, lid 2
|
Besteding subsidie
|
De subsidie bedoeld in artikel 7 wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor
deze wordt verleend. Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|