Besluit van 28 september 2018, houdende regels over de uitoefening van de bevoegdheid
tot het binnendringen in een geautomatiseerd werk en het al dan niet met een technisch
hulpmiddel onderzoek doen als bedoeld in de artikelen 126nba, eerste lid, 126uba,
eerste lid, en 126zpa, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering (Besluit onderzoek
in een geautomatiseerd werk)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid van 30 mei 2018, directie
Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2280615;
Gelet op de artikelen 126nba, eerste en achtste lid, 126uba, eerste en derde lid, 126zpa, derde lid, en 126ee van het Wetboek van Strafvordering en artikel 18, eerste lid, van de Wet politiegegevens;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2018, nr. W16.18.0125/II);
Gezien het nader rapport van de Minister van Justitie en Veiligheid van 24 september
2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2363828;
Hebben goedgevonden en verstaan: