Wet van 8 maart 2017, houdende implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de
rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten,
en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van
minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers
van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU, 14 november
2012, L 315) noodzaakt tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten:
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: