Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 22-02-2017 t/m heden

Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016

§ 1. Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

Artikel 2

Het Zorginstituut keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget voor het jaar 2016 uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen en vergoedingen Wlz 2015.

§ 2. Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2016

Artikel 3

Het Zorginstituut stelt in februari 2016 voor ieder zorgkantoor een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten ten laste van het Fonds langdurige zorg.

Artikel 4

Het Zorginstituut verdeelt het bedrag dat in artikel 2 van de Aanwijzing voor de taken op grond van artikel 4.2.4, tweede lid Wlz beschikbaar is gesteld als volgt over de zorgkantoren:

  • a. een bedrag van 199,54 euro per budgethouder voor de uitvoeringskosten van het persoonsgebonden budget, vermenigvuldigd met het aantal budgethouders per regio waarvoor het zorgkantoor is aangewezen;

  • b. een bedrag van 264,46 euro voor het voeren van bewuste keuze gesprekken, vermenigvuldigd met het aantal nieuwe budgethouders per regio waarvoor het zorgkantoor is aangewezen indien bij een budgethouder één of meer huisbezoeken zijn afgelegd;

  • c. een bedrag van 508,50 euro per budgethouder voor elke budgethouder bij wie één of meer huisbezoeken zijn afgelegd;

  • d. een bedrag van 5,465 miljoen euro verdeeld op basis van een gelijk bedrag per zorgkantoor;

  • e. een bedrag van 4,099 miljoen euro voor vier zorgkantoren die in 2016 geen deel uitmaken van een concern op basis van een gelijk bedrag per zorgkantoor.

Artikel 5

Het Zorginstituut verdeelt het na toepassing van artikel 4 resterende bedrag als volgt:

  • a. 15% op basis van een vast bedrag per zorgkantoor. Dit bedrag wordt vermeerderd met een zelfde bedrag per regio waarvoor het zorgkantoor is aangewezen in het in artikel 1, onderdeel c genoemde Besluit, waarbij de vermeerdering van het bedrag voor de regio Westland Schieland Delfland wordt verdubbeld;

  • b. 85% op basis van het aantal inwoners per 1 januari 2015 in de regio’s, waarvoor het zorgkantoor als zodanig is aangewezen, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners, waaronder die van vijfenzestig jaar en ouder, gebruikt het Zorginstituut de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 6

  • 1 De resultaten van de berekeningen volgens de artikelen 4 en 5 herberekent het Zorginstituut per regio.

  • 2 Ter verkrijging van het voorlopige beheerskostenbudget Wlz per zorgkantoor sommeert het Zorginstituut het herberekende bedrag per regio voor de regio’s waarvoor het zorgkantoor is aangewezen.

  • 3 Het Zorginstituut rondt het voorlopige beheerskostenbudget af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

§ 3. Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2016

Artikel 7

  • 1 Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2017 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2016 met overeenkomstige toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 nader vast. Het Zorginstituut doet dit op basis van:

    • a. de werkelijke inwonersaantallen per regio per 1 januari 2016 waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners baseert het Zorginstituut zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • b. de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2016, zoals blijkend uit de tweede kwartaalstaat Wlz 2016 zorgkantoren;

    • c. de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen bewuste keuze gesprekken per 31 december 2016, gebaseerd op de werkelijke aantallen budgethouders, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

    • d. de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen huisbezoeken per 31 december 2016, gebaseerd op de werkelijke aantallen budgethouders, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

    • e. een bedrag van 592 euro voor personen met een persoonsgebonden budget met Meerzorg op basis van de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen personen met een persoonsgebonden budget met Meerzorg per 31 december 2016, gerelateerd aan de werkelijke aantallen budgethouders per zorgkantoor, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

    • f. een bedrag van 355 euro voor personen met Zorg in Natura met Meerzorg op basis van de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen personen met Zorg in Natura met Meerzorg per 31 december 2016, gerelateerd aan de werkelijke aantallen budgethouders per zorgkantoor, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

    • g. een bedrag van 355 euro voor personen met Modulair Pakket Thuis op basis van de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen personen met Modulair Pakket Thuis met Meerzorg per 31 december 2016 gerelateerd aan de werkelijke aantallen budgethouders per zorgkantoor, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel.

  • 3 Het Zorginstituut brengt op het nader vastgestelde beheerskostenbudget de door het Zorginstituut uitgekeerde voorschotten in mindering.

§ 4. Definitieve vaststelling beheerskostenbudget 2016

Artikel 8

  • 1 Uiterlijk in 2019 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2016 met overeenkomstige toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 definitief vast met inachtneming van de beoordeling en de correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit. Het Zorginstituut doet dit op basis van:

    • a. de werkelijke inwoneraantallen per regio per 1 januari 2016 waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar en ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners gebruikt het Zorginstituut zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • b. de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2016, zoals blijkend uit de tweede kwartaalstaat Wlz 2016 zorgkantoren;

    • c. de werkelijke aantallen bewuste-keuze gesprekken per 31 december 2016, zoals blijkend uit de 4e kwartaalstaat Wlz 2016 zorgkantoren;

    • d. de werkelijke aantallen huisbezoeken per 31 december 2016, zoals blijkend uit de 2e kwartaalstaat Wlz 2017 zorgkantoren;

    • e. de werkelijke aantallen personen met een persoonsgebonden budget met Meerzorg per 31 december 2016, zoals blijkend uit de separate uitvraag die het Zorginstituut in de loop van 2017 zal doen;

    • f. de werkelijke aantallen personen met Zorg in Natura met Meerzorg per 31 december 2016, zoals blijkend uit de separate uitvraag die het Zorginstituut in de loop van 2017 zal doen;

    • g. de werkelijke aantallen personen met Modulair Pakket Thuis met Meerzorg per 31 december 2016, zoals blijkend uit de separate uitvraag die het Zorginstituut in de loop van 2017 zal doen.

  • 3 Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het voorlopig vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor het zorgkantoor uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het zorgkantoor leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

§ 5. Slot

Artikel 9

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2016.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur

A. Moerkamp

Naar boven