Regeling vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen en Klachtencommissie [...] omgangsvormen Financiën exclusief Belastingdienst

Geraadpleegd op 17-04-2024.
Geldend van 02-09-2015 t/m heden

Regeling van 1 september 2015 (kenmerk 2015-0000006869) houdende vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen en Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen Financiën exclusief Belastingdienst

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Financiën;

  • b. het ministerie: het Ministerie van Financiën, met uitzondering van de Belastingdienst;

  • c. EC O&P: Het Expertisecentrum Organisatie en Personeel, onderdeel van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • d. medewerker: degene die werkzaamheden verricht of heeft verricht bij het ministerie, ingeval van het melden van het vermoeden van een misstand als ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, alsmede degene die solliciteert of heeft gesolliciteerd naar een functie bij het ministerie;

  • e. het Besluit: het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie;

  • f. vermoeden van een misstand: een vermoeden als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder e, van het Besluit;

  • g. ongewenste omgangsvormen: factoren van direct of indirect onderscheid in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen, met inbegrip van intimidatie, seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten;

  • h. de melding: het zich wenden tot de vertrouwenspersoon in verband met ongewenste omgangsvormen;

  • i. de melder: de medewerker die zich in verband met ongewenste omgangsvormen tot de vertrouwenspersoon heeft gewend;

  • j. klacht: schriftelijke klacht over ongewenste omgangsvormen;

  • k. vertrouwenspersoon: de in artikel 3 bedoelde, als zodanig aangewezen persoon;

  • l. commissie: de in artikel 8 bedoelde klachtencommissie.

§ 2. Werkingsgebied

Artikel 2

  • 1 De medewerker die een misstand vermoedt kan zich wenden tot een vertrouwenspersoon.

  • 2 De medewerker die wordt of is geconfronteerd met of getuige is geweest van ongewenste omgangsvormen kan zich wenden tot een vertrouwenspersoon of tot de commissie.

  • 3 Een klacht bij de commissie wordt gericht aan de Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen Financiën, EC O&P, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag.

§ 3. Vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen

Artikel 3

  • 1 Er zijn een of meer vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen.

  • 2 De vertrouwenspersoon ressorteert als zodanig rechtstreeks onder de secretaris-generaal.

Artikel 4

  • 1 De vertrouwenspersoon wordt aangewezen en van zijn taak ontheven door de secretaris-generaal.

  • 2 Aanwijzing vindt, behoudens tussentijdse taakontheffing, plaats voor de duur van vier jaar.

Artikel 6

De vertrouwenspersoon heeft op het gebied van ongewenste omgangsvormen de volgende taken en bevoegdheden:

  • a. het opvangen, begeleiden en van advies dienen van de melder en het zo nodig doorverwijzen naar een professionele hulpverlenende instantie of hulpverlener;

  • b. het inwinnen van inlichtingen die noodzakelijk zijn om tot een goed inzicht te komen over de melding en de mogelijkheden om te komen tot een oplossing;

  • c. het door middel van het inschakelen van een deskundige, bemiddelaar of mediator trachten tot een oplossing te komen;

  • d. het adviseren over eventueel verder te nemen stappen en het behulpzaam zijn van de melder bij eventueel verder te nemen stappen;

  • e. het ondersteunen en begeleiden van de melder bij het indienen van een klacht bij de commissie en bij het horen door de commissie;

  • f. het verlenen van nazorg aan de melder;

  • g. het signaleren van knelpunten in de uitvoering van het beleid, het verstrekken van inlichtingen over de mogelijkheden tot voorkoming en bestrijding van ongewenste omgangsvormen in de organisatie en het geven van gevraagd of ongevraagd advies op dit gebied aan de secretaris-generaal;

  • h. het geven van voorlichting op het gebied van ongewenste omgangsvormen.

Artikel 7

  • 1 De vertrouwenspersoon of -personen brengen jaarlijks voor 1 mei gezamenlijk een verslag uit aan de secretaris-generaal.

  • 2 Het verslag bevat een geanonimiseerd overzicht van zijn of hun werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.

§ 4. Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen Financiën

Artikel 9

  • 1 De commissie heeft tot taak het verrichten van onderzoek naar elke bij haar ingediende klacht en het uitbrengen van een rapport van bevindingen, vergezeld van een advies en eventuele aanbevelingen, aan de secretaris-generaal, die de klacht schriftelijk afdoet. Deze taak heeft mede betrekking op klachten over gedragingen die direct gerelateerd zijn aan ongewenste omgangsvormen.

  • 2 Als tijdens het onderzoek naar de klacht zowel klager als de aangeklaagde bereid blijken tot bemiddeling of mediation schort de commissie de behandeling van de klacht op.

Artikel 10

  • 1 De commissie wordt telkens na het indienen van een klacht samengesteld.

  • 2 De commissie bestaat uit:

    • a. een voorzitter, tevens lid, niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de minister;

    • b. ten minste twee overige leden.

  • 3 De leden van de commissie hebben plaatsvervangers.

  • 4 Bij afwezigheid van de voorzitter treedt een van de andere leden of een plaatsvervangend lid op als voorzitter.

  • 5 De Manager van het Cluster Advies van EC O&P benoemt de leden en de plaatsvervangend leden van de commissie, waarbij de directeur Bedrijfsvoering en de directeur Bestuurlijke Juridische Zaken gezamenlijk een bij het ministerie werkzame persoon als lid voordragen.

Artikel 11

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris die wordt aangewezen door de Manager van het Cluster Advies van EC O&P.

Artikel 12

  • 1 De bij de behandeling van een klacht betrokken leden van de commissie stellen het rapport en het advies bij meerderheid van stemmen vast. Geen van de leden onthoudt zich van stemming.

  • 2 De bij de behandeling van een klacht betrokken fungerend voorzitter en leden ondertekenen het rapport, het advies en de eventuele aanbevelingen.

  • 3 De secretaris draagt zorg voor de verzending van het rapport, het advies en de eventuele aanbevelingen.

Artikel 13

De commissie kan van de minister de medewerking verlangen die zij nodig acht voor de behandeling van de klacht.

Artikel 14

  • 1 De secretaris van de commissie registreert alle schriftelijk ingediende klachten.

  • 2 De commissie brengt jaarlijks voor 1 mei een verslag uit aan de secretaris-generaal.

  • 3 Het verslag bevat een geanonimiseerd overzicht van het aantal en de aard van de klachten in het voorgaande kalenderjaar en de strekking van de adviezen die daarover zijn uitgebracht. Het verslag kan aanbevelingen van algemene aard bevatten.

Artikel 15

  • 1 De secretaris van de commissie draagt zorg dat de op klachten betrekking hebbende dossiers die door de commissie zijn aangelegd worden overgedragen aan de directeur Bedrijfsvoering.

  • 2 De directeur Bedrijfsvoering ziet toe op de zorgvuldige bewaring van de overgedragen dossiers en draagt zorg voor de vernietiging hiervan. Vernietiging vindt plaats uiterlijk twee jaar nadat de termijn voor het instellen van rechtsmiddelen tegen beslissingen met betrekking tot de klacht is verlopen.

§ 5. Rechtspositie

Artikel 16

  • 1 Een lid of gewezen lid van de commissie respectievelijk een vertrouwenspersoon of gewezen vertrouwenspersoon ondervindt in zijn positie als medewerker geen nadeel van zijn activiteiten in het kader van voorkoming en bestrijding van ongewenste omgangsvormen.

  • 2 Een klager ondervindt in zijn positie als medewerker geen nadeel van het indienen van een klacht.

§ 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17

Voor de eerste maal worden als vertrouwenspersonen aangewezen de personen die als zodanig waren aangewezen ingevolge de in artikel 18 genoemde regeling of anderszins als zodanig waren aangewezen.

Artikel 19

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 20

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen en Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen Financiën exclusief Belastingdienst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 september 2015

De

Minister

van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven