Besluit van 11 februari 2013, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet
2012 (Aanbestedingsbesluit)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van
5 november 2012, nr. WJZ / 12338533 gedaan, in overeenstemming met het gevoelen van
de Ministerraad;
Gelet op richtlijn nr. 2004/17/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie houdende coördinatie van
de procedures voor het plaatsten van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en postdiensten (PbEU 2004 L 134), richtlijn nr. 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende
de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken,
leveringen en diensten (PbEU 2004 L 134) en de artikelen 1.10, derde lid, 1.13, derde lid, 1.16, derde lid, 1.22, eerste lid, 2.84, tweede lid, 4.6, 4.7, eerste lid, onder b, en 4.12, eerste lid, van de Aanbestedingswet 2012;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 december 2012,
nr. W15.12.0455/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 7 februari 2013,
nr. WJZ / 13017859;
Hebben goedgevonden en verstaan: