Besluit ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES

Geraadpleegd op 01-05-2024.
Geldend van 01-07-2012 t/m 30-06-2017

Besluit van 22 mei 2012 houdende regels ter uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES (Besluit ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie, van 2 november 2011, nr. FM 2011-9926;

Gelet op de artikelen 2.2, derde lid, 2.5, 2.8, derde lid, 2.9, derde lid, 5.11, tweede lid, en 5.12, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES en de artikelen 18, eerste lid, en 23, tweede lid, van de Wet politiegegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 januari 2012, nr. W06.11.0469/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie, van 16 mei 2012, nr. FM 2011-10036 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 2. Cliëntenonderzoek

Artikel 2

De hierna te noemen categorieën dienstverleners mogen het cliëntenonderzoek afstemmen op de risicogevoeligheid voor witwassen of financiering van terrorisme van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie:

  • a. administrateurs van beleggingsinstellingen;

  • b. beleggingsmaatschappijen;

  • c. bemiddelaars in levensverzekeringen;

  • d. geldtransactiekantoren;

  • e. kredietinstellingen;

  • f. levensverzekeraars;

  • g. trustkantoren.

Artikel 3

De toezichtautoriteit is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot het op te stellen risicoprofiel en de uit te voeren controle, bedoeld in artikel 2.5 van de wet.

Artikel 4

Artikel 2.8, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op:

  • a. het sluiten of bemiddelen bij het sluiten van een levensverzekering tegen een premie of het doen van een uitkering uit hoofde van een levensverzekering indien de eerste premiebetaling wordt gedaan ten laste van, dan wel de uitkering uit hoofde van de levensverzekering wordt betaald ten gunste van een rekening van de cliënt bij een kredietinstelling of een levensverzekeraar die beschikt over een vergunning op grond van de Wet financiële markten BES of haar onderscheidenlijk zijn zetel heeft in een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen land.

  • b. het verlenen van een dienst als bedoeld in Bijlage A, deel I, onderdelen a, b of d, van de wet, voor zover verband houdend met de handel in effecten, indien de eerste betaling die met de dienst verband houdt door de cliënt wordt gedaan, of indien een betaling aan de cliënt wordt gedaan ten laste of ten gunste van een rekening van die cliënt bij een kredietinstelling die beschikt over een vergunning op grond van de Wet financiële markten BES of haar zetel heeft in een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen land.

Artikel 5

Artikel 2.9, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op 100 procent dochtermaatschappijen van de in artikel 2.9, eerste lid, onderdeel d, van de wet genoemde cliënten.

§ 3. Bestuurlijke boete

Artikel 6

Voor de toepassing van dit besluit worden de hieronder opgenomen categorieën bestuurlijke boeten met daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen onderscheiden.

Boetecategorie

Basisbedrag

Minimumbedrag

Maximumbedrag

Eerste categorie

USD     500

USD 0

USD   4.000

Tweede categorie

USD   5.000

USD 0

USD  20.000

Derde categorie

USD  50.000

USD 0

USD 200.000

Vierde categorie

USD 125.000

USD 0

USD 500.000

Artikel 7

  • 1 Overtreding van een in de bijlage bij dit besluit genoemd voorschrift is beboetbaar met een bestuurlijke boete van de volgens die bijlage op overtreding van dat voorschrift van toepassing zijnde categorie.

  • 2 Het geen gevolg geven dan wel niet tijdig of onvolledig gevolg geven aan een krachtens artikel 5.9 van de wet gegeven aanwijzing is, indien de aanwijzing gegeven is ter zake van het niet voldoen aan een in de bijlage bij dit besluit genoemd voorschrift, beboetbaar met een bestuurlijke boete van dezelfde categorie als waarmee dat voorschrift beboetbaar is.

  • 3 Indien een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid is gegeven ter zake van een voorschrift, niet zijnde een in de bijlage genoemd voorschrift, is het geen gevolg dan wel niet tijdig of onvolledig gevolg geven aan die aanwijzing beboetbaar met een bestuurlijke boete van de eerste categorie.

Artikel 8

  • 1 De toezichtautoriteit stelt een bestuurlijke boete vast op het basisbedrag, behorend bij de van toepassing zijnde categorie.

  • 2 De toezichtautoriteit verhoogt het basisbedrag van een in de eerste categorie op te leggen boete met ten hoogste 300 procent van dat bedrag, indien de ernst of de duur van de overtreding een dergelijke verhoging rechtvaardigt.

  • 3 De toezichtautoriteit verlaagt of verhoogt het basisbedrag van een in de tweede, derde of vierde categorie op te leggen boete:

    • a. met ten hoogste 50 procent van het basisbedrag, indien de ernst of de duur van de overtreding een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt, en

    • b. met ten hoogste 50 procent van het basisbedrag, indien de mate van verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt.

Artikel 9

Het door de toezichtautoriteit met toepassing van artikel 8 vast te stellen boetebedrag wordt verdubbeld, indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding.

Artikel 10

  • 1 De toezichtautoriteit houdt bij het vaststellen van een bestuurlijke boete rekening met de draagkracht van de overtreder.

  • 2 De toezichtautoriteit kan op grond van het eerste lid de op te leggen boete verlagen met ten hoogste 100 procent.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 mei 2012

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de twaalfde juni 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Bijlage Boetetabel

Bijlage als bedoeld in artikel 7, eerste lid

Artikel

Boetecategorie

1.6

3

2.2, eerste lid

4

2.2 tweede lid

4

2,2 zesde lid

3

2.3, eerste lid

4

2.4, eerste lid

4

2.4 tweede lid

4

2.7, eerste lid, tweede volzin

3

2.7, tweede lid, tweede volzin

3

2.7, derde lid

3

2.8, tweede lid

2

2.9, tweede lid

2

2.11

4

2.12

3

2.13

4

2.14

4

2.15

4

2.16

2

2.17

3

2.18

4

3.5

4

3.6, tweede lid

4

Naar boven