Wet van 8 december 2011 tot wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering
van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen
tot uitvoering van de op 16 maart 2010 door de Raad van de Europese Unie vastgestelde
Richtlijn 2010/24/EU betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen
die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PbEU 2010, L 84);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: