Wijzigingswet Monumentenwet 1988, enz. (modernisering monumentenzorg)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de monumentenzorg te moderniseren en daarom onder meer de aanwijzingsmogelijkheden van beschermde monumenten aan te passen, subsidieverstrekking in verband met herbestemming van onroerende monumenten mogelijk te maken en bij eenvoudige ingrepen de vergunningverlening bij beschermde monumenten te vereenvoudigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

  • 1 Aanvragen om een aanwijzing als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Monumentenwet 1988, zoals dit luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet alsmede bezwaar- en beroepschriften tegen een besluit op grond van deze aanvragen, worden afgehandeld overeenkomstig de Monumentenwet 1988, zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.]

Artikel V

  • 1 De artikelen van deze wet, met uitzondering van artikel II, onderdeel D, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2 Artikel II, onderdeel D, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 oktober 2010.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 6 juni 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de dertigste juni 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven