Beleidslijn Sanctiemaatregelen 2011

[Regeling vervallen per 11-07-2019.]
Geraadpleegd op 14-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 28-04-2011 en zichtdatum 28-04-2024.
Geldend van 17-04-2011 t/m 14-06-2011

Beleidslijn Sanctiemaatregelen 2011

Hoofdstuk 1. Inleiding

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

1.1. Algemeen

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

Deze Beleidslijn strekt tot vervanging van de Beleidslijn Sanctiemaatregelen 2007 die door de inwerkingtreding per 1 januari 2009 van de Mediawet 2008 (Stb. 2008, 583) (laatstelijk gewijzigd bij wet van 10 december 2009 Stb. 2009, 552), en de inwerkingtreding per 1 juli 2009 van Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht niet meer actueel is.

De Mediawet 2008 kent in het bijzonder in de artikelen 7.12 en 7.14 aan het Commissariaat bevoegdheden toe om sancties op te leggen, waarbij het Commissariaat bevoegd is om onder afweging van de betrokken belangen te reageren op een overtreding van een bij of krachtens de Mediawet 2008 gesteld voorschrift, ofwel door middel van een bestraffende sanctie met de bedoeling de overtreder leed toe te voegen, ofwel door middel van een herstelsanctie (zoals de in artikel 7.12, derde lid, geregelde last onder dwangsom) teneinde overtreding te voorkomen of ongedaan te maken.

Aan deze Beleidslijn ligt de aan het rechtszekerheids- en het gelijkheidsbeginsel ontleende bedoeling ten grondslag een inzicht te geven in de criteria die bij overtreding van de bij of krachtens de Mediawet 2008 gestelde voorschriften bij het opleggen van bestuurlijke sancties zullen worden gehanteerd.

Deze Beleidslijn ziet niet op maatregelen tot het nemen waarvan het Commissariaat op grond van de Mediawet 2008 verplicht is en waarbij aan het Commissariaat geen vrijheid om belangen af te wegen toekomt (zie bijvoorbeeld de artikelen 2.47, eerste lid onder a, 2.67, eerste lid, onder a, of 3.4, eerste lid: van de Mediawet 2008: verplichte intrekking van een aanwijzing of een toestemming).

Bij bestraffende sancties worden naast het oogmerk de overtreder in zijn belangen te treffen tevens doeleinden van speciale en generale preventie nagestreefd.

Aan de in deze Beleidslijn gehanteerde terminologie komt, tenzij uitdrukkelijk het tegendeel wordt bepaald, dezelfde betekenis toe als welke daaraan op grond van het bij of krachtens de Mediawet 2008 en de Algemene wet bestuursrecht bepaalde toekomt.

1.2. Relevante bepalingen

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

Met betrekking tot de bevoegdheden van het Commissariaat tot het opleggen van bestuurlijke sancties zijn de volgende algemene bevoegdheidsbepalingen van de Mediawet 2008 in het bijzonder van belang:

Titel 7.2. Toezicht en handhaving

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

Artikel 7.11

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

  • 2 Met het toezicht op de naleving zijn belast de leden van het Commissariaat en de bij besluit van het Commissariaat aangewezen medewerkers van het Commissariaat.

  • 3 Van een besluit als bedoeld in het tweede lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 7.12

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

  • 2 De bestuurlijke boete bij overtreding van het bepaalde in artikel 2.34, eerste lid, bedraagt 10% van het totale bedrag aan gelden dat gemiddeld in de kalenderjaren voorafgaande aan de overtreding tijdens de lopende erkenningsperiode aan de omroepvereniging ter beschikking is gesteld voor de verzorging van media-aanbod voor de landelijke publieke mediadienst.

Artikel 7.14

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

  • 1 Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet of artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht kan het Commissariaat, naast of in plaats van het opleggen van een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom:

    • a. de in artikel 2.51 bedoelde uren van de desbetreffende instelling voor ten hoogste twaalf weken intrekken;

    • b. de in de artikelen 2.49, eerste lid, 6.1 en 6.5 bedoelde uren van de desbetreffende instelling verminderen of intrekken; en

    • c. de uren intrekken of verminderen die de Ster op grond van artikel 2.95 op de programmakanalen van de landelijke publieke mediadienst ter beschikking heeft.

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, heeft het Commissariaat ook wanneer de raad van bestuur het Commissariaat heeft verzocht de uren van de desbetreffende instelling te verminderen of in te trekken omdat:

    • a. aan een instelling die media-aanbod voor de landelijke publieke omroepdienst verzorgt voor twee achtereenvolgende jaren een sanctie als bedoeld in artikel 2.154 is opgelegd; of

    • b. een omroepvereniging of de educatieve media-instelling naar de mening van de raad van bestuur onvoldoende uitvoering geeft aan de bereidheid tot samenwerking ten behoeve van de landelijke publieke mediadienst.

Daarnaast kent de Mediawet 2008 nog een aantal specifieke bepalingen waarin bevoegdheden van het Commissariaat tot het opleggen van bestuurlijke sancties zijn opgenomen.

Op het toezicht en de handhaving door het Commissariaat van de Mediawet 2008 is tevens het bepaalde in Hoofdstuk 5 (Handhaving) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Hoofdstuk 2. Sanctiemaatregelen

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

[Treedt in werking op 15-06-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 3. Procedure bij bestraffende sancties

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

  • 3.1 Het Commissariaat kan ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende overgaan tot een onderzoek aangaande bestuursrechtelijke handhaving door middel van bestraffende sancties van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet 2008 of artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarop zijn de Titels 5.1, 5.2 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 3.2 Zonodig wint het Commissariaat over de vermoedelijke overtreding informatie in bij de belanghebbende(n). Aan een verzoek om informatie moet worden voldaan op de wijze die door het Commissariaat is aangegeven.

    Indien het Commissariaat vaststelt dat een overtreding is begaan, maakt het Commissariaat daarvan een rapport op zoals bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.3 Het Commissariaat stelt de belanghebbende(n) bij aangetekend schrijven in kennis van zijn voornemen tot het opleggen van de sanctie en van de gronden waarop dit voornemen berust.

    Daarbij wordt tevens het in artikel 3.2 genoemde rapport aan de belanghebbende toegezonden.

  • 3.4 Het Commissariaat stelt de belanghebbende(n) bij de in artikel 3.4 bedoelde kennisgeving in de gelegenheid om op een binnen vier weken te houden hoorzitting zijn zienswijze naar voren te brengen op het voornemen ten aanzien van de sanctiemaatregel. Ingeval een belanghebbende zijn zienswijze alleen schriftelijk wil toelichten, stelt het Commissariaat hem daartoe in de gelegenheid gedurende vier weken na de kennisgeving als bedoeld in artikel 3.4. Het Commissariaat kan, indien daartoe gronden zijn, deze termijn op verzoek van de belanghebbende(n) verlengen met twee weken.

  • 3.5 Bij de kennisgeving van de hoorzitting wordt aan de betrokkene meegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden.

  • 3.6 Indien het voornemen betrekking heeft op een vermoedelijke overtreding die gelijk is aan een vermoedelijke overtreding waarover bij het Commissariaat al een procedure aanhangig is, kan het Commissariaat op verzoek van een belanghebbende de verdere procedure aanhouden tot het moment waarop in de eerdere procedure een beslissing is genomen.

  • 3.7 Schriftelijke stukken kunnen uiterlijk tot tien dagen voor de datum van de hoorzitting bij het Commissariaat worden ingediend.

  • 3.8 Van het verhandelde op de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt, zo mogelijk met de beslissing van het Commissariaat over de voorgenomen sanctie, aan de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3.9 Het Commissariaat beslist binnen de termijn zoals neergelegd in artikel 5:51, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht over het opleggen van een sanctie.

  • 3.10 Het Commissariaat doet zijn beslissing onverwijld bij aangetekend schrijven aan belanghebbende(n) toekomen.

  • 3.11 Gelijksoortige vermoedelijke overtredingen die zijn begaan door eenzelfde belanghebbende kunnen gevoegd door het Commissariaat worden behandeld, waarbij voor elke overtreding afzonderlijk een sanctie kan worden opgelegd.

  • 3.12 Het Commissariaat kan in een voorkomend geval voor afzonderlijke niet gelijksoortige overtredingen, begaan door dezelfde overtreder, één boete opleggen. Hierbij wordt in dat geval, van de boetes die voor deze overtredingen afzonderlijk opgelegd zouden kunnen worden, de hoogste boete voor het totaal aan overtredingen opgelegd.

  • 3.13 Over een te nemen beslissing op een bezwaarschrift dat gericht is tegen een bestraffende sanctie van het Commissariaat terzake van een overtreding van de artikelen 2.88a, 2.89, 2.90, 2.91, 2.94, 2.95, 2.96, 2.97, 2.106, 2.107, 2.108, 2.109, 3.5a, 3.7, 3.8, 3.9, 3.11, 3.15, 3.16, 3.17, 3.19, 3.19a en 3.19b, van de Mediawet 2008, vraagt het Commissariaat advies aan de Adviescommissie Bezwaarschriften. Het Commissariaat kan over beslissingen op bezwaarschriften gericht tegen andere bestraffende sancties een advies aan de Adviescommissie Bezwaarschriften vragen.

  • 3.14 Indien advies wordt gevraagd, zendt het Commissariaat het bezwaarschrift onmiddellijk na ontvangst door aan de Adviescommissie Bezwaarschriften. Belanghebbende(n) worden schriftelijk door het Commissariaat op de hoogte gebracht van de doorzending.

  • 3.15 Op de advisering door de Adviescommissie Bezwaarschriften is het door het Commissariaat vastgestelde Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van toepassing.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 11-07-2019]

  • 4.1 Deze regeling treedt in werking twee dagen na kennisgeving daarvan in de Staatscourant, met dien verstande dat Hoofdstuk 2 van deze regeling eerst in werking treedt twee maanden na kennisgeving daarvan in de Staatscourant.

  • 4.2 De Beleidslijn Sanctiemaatregelen 2007 en de Regeling toepasselijkheid beleid onder de Mediawet 2008 voor zover van toepassing op laatstgenoemde Beleidslijn vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling.

  • 4.3 Deze regeling kan worden aangehaald als Beleidslijn Sanctiemaatregelen 2011.

  • 4.4 Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat (www.cvdm.nl).

Commissariaat voor de Media,

T. Bahlmann,

voorzitter.

M. de Cock Buning,

commissaris.

Naar boven