-
3.1 Het Commissariaat kan ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende overgaan tot
een onderzoek aangaande bestuursrechtelijke handhaving door middel van bestraffende
sancties van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet 2008 of artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarop zijn de Titels 5.1, 5.2 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
-
3.2 Zonodig wint het Commissariaat over de vermoedelijke overtreding informatie in bij
de belanghebbende(n). Aan een verzoek om informatie moet worden voldaan op de wijze
die door het Commissariaat is aangegeven.
Indien het Commissariaat vaststelt dat een overtreding is begaan, maakt het Commissariaat
daarvan een rapport op zoals bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet bestuursrecht.
-
3.3 Het Commissariaat stelt de belanghebbende(n) bij aangetekend schrijven in kennis van
zijn voornemen tot het opleggen van de sanctie en van de gronden waarop dit voornemen
berust.
Daarbij wordt tevens het in artikel 3.2 genoemde rapport aan de belanghebbende toegezonden.
-
3.4 Het Commissariaat stelt de belanghebbende(n) bij de in artikel 3.4 bedoelde kennisgeving
in de gelegenheid om op een binnen vier weken te houden hoorzitting zijn zienswijze
naar voren te brengen op het voornemen ten aanzien van de sanctiemaatregel. Ingeval
een belanghebbende zijn zienswijze alleen schriftelijk wil toelichten, stelt het Commissariaat
hem daartoe in de gelegenheid gedurende vier weken na de kennisgeving als bedoeld
in artikel 3.4. Het Commissariaat kan, indien daartoe gronden zijn, deze termijn op
verzoek van de belanghebbende(n) verlengen met twee weken.
-
3.5 Bij de kennisgeving van de hoorzitting wordt aan de betrokkene meegedeeld dat hij
niet verplicht is tot antwoorden.
-
3.6 Indien het voornemen betrekking heeft op een vermoedelijke overtreding die gelijk
is aan een vermoedelijke overtreding waarover bij het Commissariaat al een procedure
aanhangig is, kan het Commissariaat op verzoek van een belanghebbende de verdere procedure
aanhouden tot het moment waarop in de eerdere procedure een beslissing is genomen.
-
3.7 Schriftelijke stukken kunnen uiterlijk tot tien dagen voor de datum van de hoorzitting
bij het Commissariaat worden ingediend.
-
3.8 Van het verhandelde op de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt,
zo mogelijk met de beslissing van het Commissariaat over de voorgenomen sanctie, aan
de belanghebbende(n) toegezonden.
-
3.9 Het Commissariaat beslist binnen de termijn zoals neergelegd in artikel 5:51, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht over het opleggen van een sanctie.
-
3.10 Het Commissariaat doet zijn beslissing onverwijld bij aangetekend schrijven aan belanghebbende(n)
toekomen.
-
3.11 Gelijksoortige vermoedelijke overtredingen die zijn begaan door eenzelfde belanghebbende
kunnen gevoegd door het Commissariaat worden behandeld, waarbij voor elke overtreding
afzonderlijk een sanctie kan worden opgelegd.
-
3.12 Het Commissariaat kan in een voorkomend geval voor afzonderlijke niet gelijksoortige
overtredingen, begaan door dezelfde overtreder, één boete opleggen. Hierbij wordt
in dat geval, van de boetes die voor deze overtredingen afzonderlijk opgelegd zouden
kunnen worden, de hoogste boete voor het totaal aan overtredingen opgelegd.
-
3.13 Over een te nemen beslissing op een bezwaarschrift dat gericht is tegen een bestraffende
sanctie van het Commissariaat terzake van een overtreding van de artikelen 2.88a, 2.89, 2.90, 2.91, 2.94, 2.95, 2.96, 2.97, 2.106, 2.107, 2.108, 2.109, 3.5a, 3.7, 3.8, 3.9, 3.11, 3.15, 3.16, 3.17, 3.19, 3.19a en 3.19b, van de Mediawet 2008, vraagt het Commissariaat advies aan de Adviescommissie Bezwaarschriften. Het Commissariaat
kan over beslissingen op bezwaarschriften gericht tegen andere bestraffende sancties
een advies aan de Adviescommissie Bezwaarschriften vragen.
-
3.14 Indien advies wordt gevraagd, zendt het Commissariaat het bezwaarschrift onmiddellijk
na ontvangst door aan de Adviescommissie Bezwaarschriften. Belanghebbende(n) worden
schriftelijk door het Commissariaat op de hoogte gebracht van de doorzending.
-
3.15 Op de advisering door de Adviescommissie Bezwaarschriften is het door het Commissariaat
vastgestelde Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van toepassing.