Wijzigingswet Wet bodembescherming (wijziging financiële bepalingen in verband met de decentralisatie-uitkering)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 04-05-2011 t/m heden

Wet van 17 maart 2011 tot wijziging van de Wet bodembescherming (wijziging financiële bepalingen in verband met de decentralisatie-uitkering)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal financiële bepalingen van de Wet bodembescherming te wijzigen in verband met de decentralisatie-uitkering;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 76 tot en met 76iii, 76n tot en met 76o en 77a van de Wet bodembescherming, zoals dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op de verplichtingen die voor dat tijdstip op grond van die artikelen zijn aangegaan.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 17 maart 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de achtste april 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven