Wijzigingswet Wet toelating en uitzetting BES

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Wet van 30 september 2010 tot wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat met de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is overeengekomen dat zij een staatsrechtelijke positie krijgen binnen het Nederlandse staatsbestel en het in verband hiermee wenselijk is de Nederlands-Antilliaanse Landsverordening toelating en uitzetting, die ingevolge de Invoeringswet BES als wet van toepassing blijft in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldige verblijfstitel, verklaring van verblijf van rechtswege of een verklaring, inhoudende dat de Landsverordening toelating en uitzetting niet op de houder ervan van toepassing is, afgegeven door of namens de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen, wordt op dat tijdstip met inachtneming van het tweede tot en met het vijfde lid van rechtswege aangemerkt als een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd, dan wel verklaring van verblijf van rechtswege, op grond van de Wet toelating en uitzetting BES.

  • 2 Een vergunning tot tijdelijk verblijf met als beperking een woonplaats, gelegen op Bonaire, Sint Eustatius of Saba, wordt, onder handhaving van de beperkingen en de geldigheidsduur, aangemerkt als een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in de Wet toelating en uitzetting BES, met dien verstande dat de beperking met betrekking tot de woonplaats geacht wordt te zijn opgeheven.

  • 3 Een vergunning tot verblijf met als beperking een woonplaats, gelegen op Bonaire, Sint Eustatius of Saba, wordt aangemerkt als een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in de Wet toelating en uitzetting BES, met dien verstande dat daaraan verbonden beperkingen en voorschriften worden geacht te zijn opgeheven.

  • 4 Een verklaring van verblijf van rechtswege, met als beperking een woonplaats, gelegen op Bonaire, Sint Eustatius of Saba, wordt, onder handhaving van de voorwaarden waaronder de verklaring is verstrekt en de geldigheidsduur, aangemerkt als verklaring van verblijf van rechtswege als bedoeld in de Wet toelating en uitzetting BES, met dien verstande dat de daaraan verbonden voorwaarde met betrekking tot de woonplaats wordt geacht te zijn opgeheven.

  • 5 Een verklaring, inhoudende dat de Landsverordening toelating en uitzetting niet op de houder ervan van toepassing is, wordt, indien een vreemdeling daarvan de houder is en deze op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet woonplaats heeft op Bonaire, Sint Eustatius of Saba, aangemerkt als een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, afgegeven op grond van de Wet toelating en uitzetting BES.

Artikel III

  • 1 Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in behandeling zijnd verzoek:

    • a. tot het verlenen, wijzigen of verlengen van een vergunning tot tijdelijk verblijf;

    • b. tot het verlenen van een vergunning tot verblijf; of

    • c. tot het verstrekken van een verklaring van verblijf van rechtswege,

    ingediend bij de gezaghebber van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, wordt aangemerkt als een aanvraag tot het verlenen, wijzigen of verlengen van een verblijfsvergunning op grond van de Wet toelating en uitzetting BES dan wel het verstrekken van een verklaring van verblijf van rechtswege op grond van die wet.

  • 2 Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in behandeling zijnd verzoek tot het verstrekken van een verklaring, inhoudend dat de Landsverordening toelating en uitzetting niet van toepassing is, ingediend bij de gezaghebber van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, wordt aangemerkt als een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op grond van de Wet toelating en uitzetting BES.

  • 3 In afwijking van het tweede lid wordt het verzoek, bedoeld in het tweede lid, in geval het betrekking heeft op een Nederlander, aangemerkt als een aanvraag om verstrekking van een verklaring dat de Wet toelating en uitzetting BES niet van toepassing is.

  • 4 Op de behandeling van verzoeken als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid blijft het recht dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 30 september 2010

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven