Verordening PT algemene bepalingen 2009

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 14-03-2010 t/m 21-05-2011

Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 26 januari 2010 houdende de vaststelliing van algernene bepalingen die gelden ten aanzen van het productschap (Verordening PT algemene bepalingen 2009)

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1:1

  • 2 In de verordeningen van het Productschap Tuinbouw wordt verstaan onder:

    a.

    productschap

    : het Productschap Tuinbouw;

    b.

    bestuur

    : het bestuur van het productschap;

    c.

    de voorzitter

    : de voorzitter van het productschap;

    d.

    secretaris

    : de secretaris van het productschap;

    e.

    functionaris

    : eenieder werkzaam bij het productschap;

    f.

    ondernemer

    : de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld, veilingen, telersverenigingen en afzetorganisaties.

§ 2. Registratie en administratie van ondernemingen

Artikel 2:1

  • 1 Het productschap houdt een register van ondernemingen in beheer.

  • 2 De ondernemer is verplicht binnen 30 dagen na de aanvang van de onderneming hiervan schriftelijke mededeling te doen bij het productschap.

  • 3 Nadat de ondernemer de verzochte registratiegegevens aan het productschap heeft verstrekt, stuurt het productschap de ondernemer een bericht van registratie en een registratienummer.

  • 4 De ondernemer is verplicht binnen 30 dagen na wijziging van die gegevens bedoeld in het voorgaande lid, dan wel na beëindiging van de onderneming, hiervan schriftelijk mededeling te doen bij het productschap.

  • 5 Het bestuur van het productschap is bevoegd bij besluit nadere voorschriften vast te stellen ter uitvoering van het bepaalde in de voorgaande leden.

Artikel 2:2

  • 1 De ondernemer is verplicht:

    • a. de door of vanwege het productschap met betrekking lot het voeren van een administratie gevraagde gegevens te verstrekken en voorschriften en aanwijzingen na te komen en deze administratie volledig en naar waarheid bij te houden en te bewaren. De te verstrekken gegevens omvatten tenminste:

      • -

        naam, handelsnaam en rechtsvorm van de onderneming;

      • -

        naam van de ondernemer;

      • -

        plaats van de vestiging van de (hoofd)zetel;

      • -

        functies die de onderneming in de desbetreffende sector uitoefent;

      • -

        e-rnailadres.

    • b. de vragen, welke hem door of vanwege het productschap betreffende de administratie van en de werkzaamheden in zijn onderneming worden gesteld, prompt, volledig en naar waarheid te beantwoorden, zomede op eerste vordering de door of vanwege het productschap verlangde boeken, papieren en/of andere bescheiden tegen ontvangstbewijs in te leveren of in te zenden.

    • c. indien hij mondeling of schriftelijk – al dan niet op door of vanwege het productschap of enige andere instantie of instelling verstrekte formulieren of soortgelijke bescheiden – gegevens, inlichtingen, opgaven of andere mededelingen, waaruit voor hemzelf of voor een ander enig recht of enig voordeel ontstaat of voortvloeit, dan wel zou kunnen ontstaan of voortvloeien, aan het productschap of aan enig(e) door of vanwege het productschap aangewezen instantie, instelling of persoon verstrekt, zulks prompt, volledig en naar waarheid te doen.

    • d. de schriftelijke kennisgevingen, hem door of vanwege het productschap toegezonden, blijkens welke hem enig recht of enige bevoegdheid wordt toegekend, ter plaatse waar het bedrijf wordt uitgeoefend te bewaren.

    • e. op eerste vordering van functionarissen behorende tot de door het bestuur aangewezen toezichthouder; die in het bezit zijn van een door de voorzitter of secretaris afgegeven legitimatiebewijs en zich desgevraagd hebben gelegitimeerd, toe te laten dat deze personen inzage nemen van de in de onderneming aanwezige boeken, papieren en/of andere bescheiden, zomede dat zij de in de onderneming aanwezige voorraden, alsmede de bedrijfsmiddelen bezichtigen en opnemen, hen daartoe de vrije gelegenheid te geven en hen daarbij desgevraagd behulpzaam te zijn.

  • 2 De in het eerste lid gestelde regelen binnen mede alle andere dan de aldaar bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, voor zover deze handelingen verrichten, welke bedrijfsmatig plegen te worden verricht in de ondernemingen, waarvoor het productschap is ingesteld.

  • 3 De in het eerste lid onder a bedoelde administratie wordt gedurende 7 jaar bewaard, voor zover deze administratie betrekkling heeft op gegevens die van belang zijn voor het bepalen van enige door het productschap op te leggen heffing.

  • 4 Wanneer de voorzitter of de secretaris zulks nodig acht en voor zover van belang voor de bepaling van de heffing, dient een ondernemer, die op grond van een heffingsverordening als bedoeld in artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie heffingplichtig is, een accountantsverklaring in, waaruit blijkt:

    • a. de totale in het betreffende kalenderjaar geproduceerde, be- of verwerkte, verhandelde, geleverde of afgenomen hoeveelheden product of diensten;

    • b. de herkomst of bestemming van de onder a bedoelde hoeveelheden naar categorie bedrijven.

  • 5 Indien de in het vierde lid bedoelde accountantsverklaring niet afkomstig is van een registeraccountant (RA) of accountant-administratieconsulent (AA), kan de Interne accountantsdienst van het productschap controles uitvoeren. De kosten hiervan kunnen aan de ondernemer in rekening worden gebracht.

  • 6 De in het eerste lid bedoelde gegevens, zullen – voor zover deze bij of krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie niet slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het productschap – niet onder vermelding of aanduiding van die persoon en/of onderneming, waarop zij, betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter; de secretaris of andere personen van het secretariaat van het productschap en de met financiële controle op het productschap belaste accountant en diens personeel alsmede de door het bestuur aangewezen toezichthouder, voor zover het kennis nemen van die gegevens voor de controle dan wel het toezicht noodzakelijk is.

  • 7 Bekendmaking van gegevens, als bedoeld in het zesde lid, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming de gegevens betrekking hebben.

§ 3. Heffing en invordering

Artikel 3:1

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a.

ambtshalve schatting

: door het productschap geraamde omvang van de heffingsgrondslag die voor de ondernemer ingevolge een heffingsverordening van toepassing is;

b.

aangifteformulier

: door het productschap – al dan niet in elektronische vorm – opgesteld formulier voor het verkrijgen van gegevens die nodig zijn om de omvang van de grondslag voor de verschillende heffingsverordeningen te bepalen;

c.

boekenccntrole

: controle van de in de onderneming of bij diens accountant aanwezige boeken en/of bescheiden, waarbij de in de onderneming aanwezige voorraden, alsmede bedrijfsmiddelen, kunnen worden bezichtigd en opgenomen en daartoe de vrije gelegenheid wordt gegeven, noodzakelijk voor de vaststelling van een juiste en volledige omvang van die grondslagen die leiden tot de, over de te controleren periode, op te leggen heffingen.

Artikel 3:2

  • 1 Een ondernemer retourneert het toegezonden aangifteformulier aan het productschap binnen 30 dagen na ontvangst ervan dan wel binnen de uiterste termijn van retourzending, naar waarheid ingevuld en ondertekend.

  • 2 Indien de gegevens als bedoeld in het eerste lid, niet, tijdig of niet volledig zijn verstrekt, dan wordt op de volgende wijze een ambtshalve schatting gemaakt: de gegevens van het daaraan voorafgaande jaar worden als uitgangspunt genomen, verhoogd of verlaagd met het trendmatig percentage geldig voor de desbetreffende sector. Bij het ontbreken van gegevens van het voorafgaande jaar worden andere beschikbare gegevens zoals arealen, veilinggegevens, gegevens van de Kamer van Koophandel, internet, etc. gebruikt om toch tot een reële schatting met bijbehorend trendmatig percentage te komen.

  • 3 Indien geen ambtshalve schatting kan worden gemaakt, zal een afgewogen gemiddelde schatting in de desbetreffende sector worden gehanteerd en wordt de heffing verhoogd met € 40 administratiekosten.

  • 4 Op basis van een schatting als bedoeld in de leden 2 of 3 wordt de ondernemer een ambtshalve heffing opgelegd.

  • 5 Wordt de ambtshalve heffing ingevolge het derde lid, met medewerking van de ondernemer, alsnog omgezet in een heffing op basis van een normale aangifte, dan blijft de € 40 aan administratiekosten verschuldigd.

Artikel 3:3

  • 1 Het productschap is gerechtigd ten behoeve van de op te leggen heffing een boekencontrole uit te voeren.

  • 2 Deze boekencontrole wordt uitgevoerd door een functionaris van het productschap, die in het bezit is van een schriftelijke machtiging van de voorzitter.

  • 3 Indien bij de boekencontrole blijkt dat een onjuiste opgave is gedaan, en er een navordering of ambtshalve schatting plaatsvindt, kan de opgestelde nota worden verhoogd met een percentage al naar gelang het geval van maximaal 10.

  • 4 De termijn waarover de boekencontrole zich uitstrekt is maximaal zeven jaar, waarbij niet meer dan de vijf meest recente aangiftejaren worden gecontroleerd.

Artikel 3:4

  • 1 De betaling geschiedt binnen zes weken na dagtekening van de nota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de nota terstond invorderbaar zodra:

    • a. het faillissement van de ondernemer is aangevraagd;

    • b. de ondernemer de onderneming beëindigt, of van het voornemen daartoe blijkt, of

    • c. de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 3:5

In afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen van deze paragraaf kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens de van toepassing zijnde verordening verschuldigde heffing.

Artikel 3:6

Aan de ondernemer, die niet of niet geheel binnen de in artikel 3:4 bedoelde termijn heeft betaald, worden de daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening gebracht, alsmede de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling dient te zijn verricht.

Artikel 3:7

Het productschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het productschap verschuldigde bedragen met de door de ondernemer van het productschap te ontvangen bedragen.

Artikel 3:8

De invorderingskosten bij een dwangbevel zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

§ 4. Factuurmelding

Artikel 4:1

  • 1 Ten behoeve van het verkrijgen van statistische informatie lis iedere ondernemer verplicht de voor de buitenlandse afnemer bestemde facturen maandelijks aan het productschap te zenden, met uitzondering van facturen die betrekking hebben op uitgangsmateriaal.

  • 2 De ondernemer die bloemkwekerijproducten ten behoeve van een buitenlandse afnemer verhandelt en de daarop betrekking hebbende facturen aan het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel/ bloemen en planten heeft gezonden, heeft tevens voldaan aan het gestelde in het eerste lid. Iedere ondernemer in de sector groenten en fruit zendt zijn facturen aan het Kwaliteitscontrole bureau.

  • 3 De secretaris kan de in hel tweede lid bedoelde ondernemers namens het bestuur de verplichting opleggen om de voor de buitenlandse afnemer bestemde facturen maandelijks aan het productschap te zenden.

§ 5. Geheimhouding

Artikel 5:1

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen functionarissen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van hel productschap,voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald.

§ 6. Toezicht

Artikel 6:1

Het productschap zal toezicht uitoefenen op degene aan wie een subsidie dan wel een andere financiële bijdrage wordt verstrekt. Eén en ander zal worden vastgelegd in een nader op te stellen regeling.

Artikel 6:2

  • 1 Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens paragraaf 2 en 3 worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

  • 2 Het bevoegde tuchtgerecht is het Tuchtgerecht Akkerbouw Productschappen.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 7:1

  • 2 Deze verordening treedt in werking de tweede dag na plaatsing ervan in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 7:2

  • 2 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene bepalingen 2009.

Zoetermeer, 26 januari 2010

T.H.J. Joustra

voorzitter

J.M. Gerritsen

secretaris

Naar boven