Richtlijn voor strafvordering jeugd

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-08-2009 t/m 31-12-2010

Richtlijn voor strafvordering jeugd

Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het jeugdstrafrecht kent als algemeen uitgangspunt het voorkomen van recidive. Daarnaast heeft het jeugdstraf- en strafprocesrecht een pedagogisch karakter. Op nationaal niveau blijkt dit uit een apart sanctiestelsel waarbij zoveel mogelijk interventies worden ingezet gericht op een positieve gedragsbeïnvloeding van de jeugdige, alsmede de formulering in het Wetboek van Strafvordering van een aantal aparte strafproceswaarborgen gericht op de speciale benadering van de jeugdige gedurende het strafproces. Op internationaal niveau blijkt de pedagogische aanpak van het jeugdstraf- en strafprocesrecht uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) en de algemene aanbevelingen van de Verenigde Naties via de Beijing Rules (1985), de Havana Rules (1990) en de Riyadh Guidelines (1990)

De officier van justitie zal steeds een afweging maken tussen de aard en ernst van het delict, recidive en omstandigheden van de jeugdige. In het jeugdstrafrecht wordt een persoonsgerichte aanpak toegepast, waarbij het streven is om criminogene factoren te beperken en beschermende factoren te versterken. Indien mogelijk wordt volstaan met een extramurale reactie. Dit kan zijn een boete, taakstraf, begeleiding door jeugdreclassering of een gedragsmaatregel. Bij ernstige delicten of recidive kan een vrijheidsbenemende straf of PIJ-maatregel volgen. Eventueel achterliggende problematiek kan niet altijd in het strafrecht worden aangepakt. Soms is civielrechtelijk ingrijpen, zoals een ondertoezichtstelling en plaatsing in gesloten jeugdzorg, of een vorm van vrijwillige hulpverlening geboden.

Halt

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

De Halt-afdoening is een afdoening op een feit van geringe aard om de jeugdige de mogelijkheid te bieden strafrechtelijke vervolging te voorkomen. In het ‘Besluit Aanwijzing Halt-feiten’ zijn de voorwaarden voor de Halt-afdoening geformuleerd. De door Halt toegepaste uniforme urentabel is opgenomen in deze richtlijn in bijlage I.

Strafmaten

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Voor veel voorkomende minder ernstige delicten is een richtlijn met uniforme strafmaten opgenomen in bijlage II. Hierbij wordt het beginsel ‘taakstraf, tenzij…’ gehanteerd. In de tabel wordt voor deze delicten een aantal uren taakstraf aangegeven; dit kan een werkstraf of een erkende leerstraf zijn. Als er sprake is van achterliggende problematiek kan eventueel begeleiding door Jeugdreclassering of behandeling ingezet worden.

De officier van justitie biedt in beginsel een transactie aan als het een eerstpleger betreft, verdachte bekent en de op te leggen taakstraf beperkt is tot 40 uur. Na inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening is de op te leggen taakstraf bij een strafbeschikking maximaal 60 uur.

Een geldboete wordt eveneens als een passende sanctie gezien voor bepaalde delicten voor jongeren, die een bron van inkomsten hebben of in staat moeten worden geacht zelf het geld voor de boete te verdienen. Zie bijlage III.

Als het slachtoffer een vordering tot schadevergoeding heeft ingediend, wordt zo mogelijk een schadevergoedingsmaatregel opgelegd als onderdeel van de straf.

Bij recidive volgt een dagvaarding voor de kinderrechter, tenzij de officier van justitie van oordeel is dat gezien de relatief geringe ernst van het feit en de omstandigheden van de jeugdige opnieuw kan worden volstaan met een (zwaardere) transactie of strafbeschikking.

In het jeugdstrafrecht wordt wat betreft strafmaat geen onderscheid gemaakt naar de aard van het daderschap noch naar de mate van uitvoering van het delict. Art 77 gg Sr schrijft voor dat de straffen voor poging, voorbereiding, deelneming en medeplichtigheid dezelfde zijn als die voor het voltooide misdrijf.

Met factoren als bijvoorbeeld waarde van de goederen, wapengebruik of geweld tegen gezagsdragers en personen met een publieke functie en mate van letsel wordt wel rekening gehouden als strafverzwarende omstandigheid.

Recidive leidt tot een strafverhoging van maximaal 50 procent of toepassing van een andere strafmodaliteit.

Bij het bepalen van de strafmaat wordt rekening gehouden met de leeftijd: voor 12- tot 14-jarigen wordt een matiging toegepast van het aantal uren werkstraf.

Expliciet wordt vermeld dat het gedoogbeleid voor (soft)drugsgebruik ten aanzien van minderjarigen niet geldt.

Ernstige delicten, meer- en veelplegers

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Van een afdoening met enkel een taakstraf worden uitgesloten verdachten van ernstige gewelds- en zedendelicten, waarop een gevangenisstraf van 6 jaar of meer is gesteld, en die een ernstige aantasting vormen van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer.

Bij ernstige delicten of meermalen recidive, geldt als uitgangspunt dat voorlopige hechtenis wordt toegepast en in beginsel een (voorwaardelijke) jeugddetentie of een maatregel (gedragsmaatregel of Pij) wordt geëist. Bij deze strafzaken is nader onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming of een gedragsdeskundige geboden om een gerichte interventie te kunnen inzetten. In de strafmatentabel wordt bij ernstige delicten steeds aangegeven: onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden. Bij de toepassing van voorlopige hechtenis geldt het bepaalde in artikel 493 Sv als uitgangspunt: de kinderrechter toetst ambsthalve of de voorlopige hechtenis geschorst kan worden. Als lijn kan worden gehanteerd dat de voorlopige hechtenis wordt geschorst, tenzij de ernst van het feit, en/of de stand van zaken in het onderzoek dit niet toelaten. Voorts wordt ervan uitgegaan dat een plan van aanpak voor begeleiding door jeugdreclassering gereed is en behandeling in ambulant kader tot de mogelijkheden behoort.

Als een intramurale sanctie, zoals een onvoorwaardelijke jeugddetentie of Pij-maatregel wordt gevorderd, wordt bij de eis zo mogelijk voorzien in nazorg in een gedwongen kader, door tevens een voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde begeleiding door jeugdreclassering of een gedragsmaatregel te vorderen.

Voor meer- en veelplegers wordt een persoonsgerichte aanpak ingezet. Bij deze aanpak wordt in het Justitieel Casus Overleg de informatie over de persoon van de jongere bijeen gebracht en een traject gekozen gericht op het afwenden van het opnieuw plegen van strafbare feiten.

Het gaat daarbij niet meer om de sanctie voor een individueel feit, maar om een interventie waarbij rekening wordt gehouden met het delictverleden, met eventueel overlastgevend gedrag en overige gedragsproblemen.

Onder een meerpleger wordt verstaan:

Een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie in de laatste drie jaar tenminste twee processen-verbaal zijn opgemaakt waarop een inhoudelijke justitiële afdoening is gevolgd en die opnieuw een misdrijf pleegt.

Een jeugdige veelpleger is een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie meer dan vijf processen-verbaal zijn opgemaakt waarvan de laatste in het peiljaar.

De interventies die passend geacht worden voor deze jongeren zijn onder meer Intensieve Traject Begeleiding (ITB) in het kader van de maatregel hulp en steun door de Jeugdreclassering, de Gedragsbeïnvloedende maatregel voor jeugdigen (GBM) of de maatregel Plaatsing in een inrichting voor Jeugdigen (Pij).

Bijlage I1. Uniforme strafmaten Halt-afdoening

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Factor/delict

Omschrijving

Uren

Verzwarende omstandigheden

+ uren

leeftijd

12–13 jaar

+ 0

recidive binnen 2 jaar

+ 8

14–15 jaar

+ 2

na 2 jaar

+ 4

16–17 jaar

+ 4

   
         

vermogen

310 (winkel)diefstal

+ 4

meerdere diefstallen in 1 winkel

+ 2

311 (winkel)diefstal in vereniging

+ 5

meerdere diefstallen in ten hoogste 2 winkels

+ 4

321 verduistering

+ 4

   

326 oplichting

+ 5

   

416 opzetheling

+ 4

   

417bis schuldheling

+ 3

   
         

vandalisme

141 openlijk geweld

+ 6

risico voor omgeving

+2

350 vernieling

+ 4

424 straatschenderij

+ 2

461 verboden toegang

+ 2

brandstichting

+ 5

         

Wet personenvervoer

72 verstoren

+ 2

   

73 niet opvolgen

+ 2

         

leerplichtverzuim

tot een dagdeel

+ 2

   
         

vuurwerk

1.2.2 illegaal/ondeugdelijk

+ 4

recidive binnen 2 jaar

+4

1.2.4 > 10kg voorhanden

+ 4

na 2 jaar

+2

2.3.6 afsteken

+ 2

   
         

waarde gestolene

0–10 euro

+ 0

   

11–25 euro

+ 2

26–75 euro

+ 3

76–150 euro

+ 4

         

hoogte schadebedrag

0–50 euro

+ 0

   

51–150 euro

+ 2

151–500 euro

+ 3

501–900 euro

+ 4

Uitgangspunten

  • de strafmaat bedraagt ten hoogste 20 uur, exclusief de duur van de gesprekken;

  • de inhoud van het landelijk overdrachtsformulier (LOF) is bepalend voor de strafmaat; het LOF bepaalt het delict;

  • schadebemiddeling vindt plaats ingeval van schade; schadevergoeding is een voorwaarde voor sepot bij 14 jaar en ouder;

  • de psychologische ontwikkeling van de dader is weerspiegeld in de strafmaat (leeftijd/cognitief niveau);

  • Halt kan eventueel een leerstraf inzetten als hiertoe aanleiding bestaat, gezien de persoon van de verdachte.

Bijlage II. Strafvorderingstabel jeugdzaken

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Opmerkingen:

  • deze tabel geeft uitgangspunten voor de officier van justitie bij veelvoorkomende delicten. De strafeis wordt verhoogd in gevallen van hoge waarde van (gestolen of vernielde) goederen, wapengebruik, geweld tegen gezagsdragers of personen met een publieke functie en mate van letsel;

  • bij recidive wordt een verhoging toegepast van maximaal 50 % of een andere strafmodaliteit toegepast;

  • Als vooraf een geldboetetransactie is aangeboden en niet betaald, wordt de eis ter zitting verhoogd met 20%.

Art

Omschrijving

 

137

(aanzetten tot) discriminatie

40 uur

     

141

openlijk geweld goederen

 

schade < 900 euro

20 uur/125 euro

schade > 900 euro

40 uur

     

141

openlijk geweld personen

 

geen letsel

40 uur

letsel

60 uur

zwaar letsel

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

157

brandstichting

 

schade < 900 euro

vanaf 30 uur

schade > 900 euro

vanaf 60 uur

aanzienlijke schade gevaarzetting/gevaar voor personen

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

180

wederspannigheid

32 uur/200 euro

     

184

niet voldoen aan ambtelijk bevel

24 uur/150 euro

     

188

valse aangifte

 

zonder ernstig gevolg voor anderen

32 uur/200 euro

met ernstig gevolg voor anderen

80 uur

     

225

valsheid in geschrift

28 uur/175 euro

     

239

schennis

vanaf 32 uur

     

242

verkrachting (tongzoen – zie aanranding)

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

243–245

seksueel binnendringen bewusteloze, onmachtige, gestoorde, < 12 jaar en < 16 jaar

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

246

aanranding

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

tongzoen

60 uur

eenmalig billen/borsten knijpen

vanaf 32 uur

     

247

ontucht met kind <16 jaar

Uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

266

belediging

20 uur/ 125 euro

     

267 jo 266

belediging ambtenaar in functie

28 uur/175 euro

     

285

bedreiging

 

alleen mondeling

24u/150 euro

met tonen mes

60 uur

tonen (nep)vuurwapen

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

300

mishandeling

 

geen letsel

vanaf 20u

letsel

vanaf 40u

     

302

zware mishandeling

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

310/311/416

diefstal (in vereniging)/opzetheling

 

(winkel)diefstal met schade < 150 euro

20 uur/125 euro

(winkel)diefstal met schade > 150 euro

32 uur

fietsdiefstal

32 uur

diefstal bromfiets

40 uur

zakkenrollerij of bagagediefstal

60 uur

diefstal uit auto

60 uur

– van auto

vanaf 80 uur

     

311

diefstal met braak of verbreking (in vereniging)

 

bedrijfspand of

school

80 uur

Woning

120 uur

     

312/317

diefstal met geweld/afpersing op openbare weg

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

321

verduistering

 

schade < 150 euro

20 uur/125 euro

schade > 150 euro

32 uur/200 euro

     

322

verduistering in dienstbetrekking

 

schade < 150 euro

32 uur/200 euro

schade > 150 euro

40 uur

     

326

oplichting

 

schade < 150 euro

28uur/175 euro

schade > 150 euro

40uur/250 euro

     

350

vernieling (waaronder graffiti)

 
 

schade < 900 euro

20 uur/125 euro

 

schade > 900 euro

40 uur/250 euro

     

416

opzetheling

Zie 310/311

     

417 bis

schuldheling

 

schade < 150 euro

16 uur/100 euro

schade > 150 euro

4 uur/150 euro

     

417

gewoonteheling

Vanaf 80 uur

     

7 WVW 1994

doorrijden na aanrijding

vanaf 24 uur/150 euro

     

8 WVW 1994

rijden onder invloed verdachte jonger dan 16 jaar (brom)fiets

vanaf AAG 650 of recidive tevens OBM vanaf 6 mnd vorderen

 

AAG 95–230

10 uur

 

AAG 235–435

18 uur

 

AAG 436–650

26 uur

 

AAG 651–870

32 uur

 

AAG > 875

40 uur

 

Vanaf 16 jaar wordt verwezen naar de Richtlijn voor strafvordering verkeersongevallen

 
     

11 WVW 1994

joyriding

40 uur/250 euro

     

10 OW

Opiumwet

Lijst I

 

aanwezig hebben > 0–< 5g of 1–10 pillen

20–40 uur

aanwezig hebben 5 < 25g of 10–50 pillen

60–120 uur

aanwezig hebben 25g of > 50 pillen

vanaf 100 uur

dealerindicatie of drugsrunnen

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

11,1 OW

Opiumwet

Lijst II

 

aanwezig hebben 0 < 5g

12 uur

aanwezig hebben 5–< 30g

16–30 uur

aanwezig hebben 30g of >

vanaf 40 uur

dealerindicatie of drugsrunnen

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

     

55 WWM

busje CS-gas

20 uur

voorhanden hebben steekwapen of nepvuurwapen

30 uur

vuurwapen

uitgangspunt onvoorwaardelijke jeugddetentie en voorgeleiden

Bijlage III. Geldboete in plaats van taakstraf

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Overzicht van de feiten waarin een geldboete passend wordt geoordeeld, en de voorwaarden waaronder een geldtransactie kan worden aangeboden en tegen welk ‘tarief’.

Voorwaarden:

  • vooral voor 16- en 17-jarigen;

  • verdachte beschikt over enig inkomen (zakgeld, verdiensten) of wordt geacht binnen afzienbare tijd de boete zelf te kunnen verdienen;

  • geen sprake van signaalgedrag of (vermoede) achterliggende problematiek;

  • alleen feiten die onder het officiersmodel kunnen worden afgedaan (geen geweld tegen personen, geen zedendelict, geen brandstichting);

  • betaling van een schadevergoedingsregeling heeft voorrang op de boete;

  • Als een geldboetetransactie vooraf is aangeboden, en niet betaald, wordt de eis ter zitting met 20 procent verhoogd.

Omrekenfactor

Voor de thans onder ‘taakstraf’ geboekte feiten die in aanmerking komen voor geldboete wordt de omrekeningsfactor gehanteerd:

voor elke 4 uur taakstraf als equivalent 25 euro (maximumtaakstraf volgens officiersmodel dus 40 uur = 250 euro).

Voor geldboete in aanmerking komende delicten

Art. (Sr)

Misdrijf

i.p.v.(taakstraf)

Transactie

141

openlijk geweld (goederen) (schade tot 900 euro)

20 uur

125 euro

180

wederspannigheid

32 uur

200 euro

184

niet voldoen aan bevel

24 uur

150 euro

188

valse aangifte (zonder ernstige gevolgen)

32 uur

200 euro

225

valsheid in geschrifte

28 uur

175 euro

266

belediging

20 uur

125 euro

267

belediging ambtenaar in functie

28 uur

175 euro

285

bedreiging verbaal

24 uur

150 euro

310

diefstal (i.v.) schade < 150 euro

20 uur

125 euro

321

verduistering schade < 150 euro

20 uur

125 euro

321

verduistering schade > 150 euro

32 uur

200 euro

326

oplichting schade tot 150 euro

28 uur

175 euro

 

oplichting schade > 150 euro

40 uur

250 euro

350

vernieling schade tot 900 euro

20 uur

125 euro

 

id. schade > 900 euro

40 uur

250 euro

417bis

schuldheling schade < 150 euro

16 uur

100 euro

 

schade > 150 euro

24 uur

150 euro

7 WVW

doorrijden na aanrijding

24 uur

150 euro

11 WVW

joyriding (geen schade)

40 uur

250 euro

  1. Het Besluit Aanwijzing Halt-feiten wordt in 2009 herzien. ^ [1]
Naar boven