Besluit gegevens scheepvaart 2007

[Regeling vervallen per 19-05-2012.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 26-08-2009 t/m 30-12-2010

Besluit van 2 oktober 2007, houdende regels aangaande het ontvangen, bewaren en verstrekken van gegevens met betrekking tot de scheepvaart door organisaties en personen die niet aan het scheepvaartverkeer deelnemen en met betrekking tot de toepassing van River Information Services op de binnenwateren (Besluit gegevens scheepvaart 2007)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 6 juli 2007, nr. HDJZ/SCH/2007-895, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (PbEU L 255), op richtlijn nr. 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PbEG L 208), op richtlijn nr. 2001/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 2001 houdende wijziging van richtlijn 95/21/EG van de Raad betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruikmaken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole) (PbEG 2002, L19) en op artikel 4, eerste lid, onderdeel e, derde, vierde, zesde en zevende lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 2007, nr.W09.07.0201/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 26 september 2007, nr.HDJZ/SCH/2007-1234, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • applicatie-service provider: service provider, die de van een meldplichtig zeeschip ontvangen meldplichtige gegevens doorzendt naar het LRIT-datacentrum;

  • bevoegde autoriteit:

    • 1°. voor de wateren in beheer bij het Rijk: de personen die als zodanig zijn aangewezen door Onze Minister;

    • 2°. voor de wateren in beheer bij een ander openbaar lichaam: het bestuur van dat openbaar lichaam, dan wel de personen die als zodanig door het bestuur zijn aangewezen;

  • locatiegegevens: gegevens die worden verwerkt in RIS en waarmee de geografische positie van de randapparatuur van een RIS-gebruiker wordt aangegeven;

  • LRIT: long range identification and tracking systeem, als bedoeld in Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, onderdeel 4.1, van het SOLAS-verdrag;

  • LRIT-datacentrum: datacentrum waarin meldplichtige gegevens worden opgeslagen;

  • meldplichtig zeeschip: een zeeschip als bedoeld in Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, onderdeel 2.1, in overeenstemming met de onderdelen 4.1, 4.2 en 7, van het SOLAS-verdrag, waar ter wereld dat zich ook bevindt, en dat op grond van de voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden te voeren;

  • meldplichtige gegevens: de gegevens, bedoeld in Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, onderdeel 5, van het SOLAS-verdrag;

  • richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart: richtlijn nr. 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PbEG L 208);

  • richtlijn River Information Services: richtlijn nr. 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (PbEU L 255);

  • RIS: River Information Services als bedoeld in artikel 1 van de Scheepvaartverkeerswet;

  • RIS-centrum: de plaats waar RIS wordt beheerd;

  • RIS-gebruikers: alle gebruikers van RIS, waaronder in elk geval worden begrepen degene die het schip of een ander vaartuig voert dan wel verkeersdeelnemer is, RIS-operatoren, bevoegde autoriteiten, haven- en terminalexploitanten, operatoren van calamiteitencentra, vlootbeheerders, scheepsagenten, verladers en tussenpersonen op het gebied van vervoer;

  • RIS-toepassing: het verlenen van RIS via specifieke systemen;

  • toestemming van een RIS-gebruiker: toestemming van een betrokkene als bedoeld in artikel 1, onder i, van de Wet bescherming persoonsgegevens, met dien verstande dat de toestemming mede betrekking kan hebben op gegevens van RIS-gebruikers die geen natuurlijke personen zijn;

  • SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157), en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;

  • verkeersgegevens: gegevens die worden verwerkt voor het uitwisselen of overbrengen van informatie tussen RIS-gebruikers.

Hoofdstuk 2. Doorgifte gegevens zeeschepen ten behoeve van het monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 Indien aan een bevoegde autoriteit gegevens meegedeeld worden als bedoeld in de artikelen 4 en 13 van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, meldt zij dit onverwijld aan de zich bij de European Maritime Safety Agency bevindende indexserver. Bij de melding worden de bij ministeriële regeling aangeduide gegevens verstrekt, op een bij die regeling aangegeven wijze.

  • 2 De bevoegde autoriteit verstrekt de gegevens die door middel van een in het eerste lid bedoelde melding zijn verkregen, op een bij ministeriële regeling aangegeven wijze aan een bevoegde instantie als bedoeld in artikel 3, onderdeel k, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, van een andere lidstaat van de Europese Unie, indien deze daarom verzoekt.

  • 3 De bevoegde autoriteit bewaart de door middel van een in het eerste lid bedoelde melding verkregen gegevens gedurende een termijn van ten minste dertig dagen gerekend vanaf het moment van ontvangst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 Het Nederlands Kustwachtcentrum deelt bij hem bekende relevante informatie met betrekking tot in artikel 16, eerste lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, bedoelde schepen onverwijld, op een bij ministeriële regeling aangegeven wijze, mede aan de betrokken kuststations, bedoeld in artikel 3, onderdeel n, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, van de overige lidstaten van de Europese Unie langs de door het zeeschip te volgen route.

  • 2 Het Nederlands Kustwachtcentrum verstrekt de in artikel 17 van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, bedoelde informatie, op een bij ministeriële regeling aangegeven wijze aan een bevoegde instantie als bedoeld in artikel 3, onderdeel k, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, van een andere lidstaat van de Europese Unie, die daar uit veiligheidsoverwegingen om verzoekt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Het Nederlands Kustwachtcentrum maakt door middel van een radiobericht in het betrokken zeegebied openbaar:

  • a. een aan hem gemeld incident of ongeval op zee als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, met een zeeschip;

  • b. een aan hem bekende aanwezigheid van zeeschepen die een bedreiging vormen voor de veiligheid op zee, de veiligheid van personen of het mariene milieu.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

De exploitant van een zeeschip die door de kapitein van dat schip op de hoogte is gesteld van een incident of ongeval met dat schip op zee als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, neemt onmiddellijk contact op met het Nederlands Kustwachtcentrum en houdt zich voor zover nodig ter beschikking van dit centrum.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Dit hoofdstuk is niet van toepassing met betrekking tot gegevens verkregen van:

  • a. een oorlogsschip, een ander marineschip, of een ander schip in eigendom of in dienst van de overheid, dat voor niet-commerciële doeleinden wordt gebruikt;

  • b. een historisch schip of een replica daarvan, met inbegrip van een schip dat ontworpen is om traditionele vaardigheden en zeemanschap aan te moedigen en te bevorderen, dat als levend cultuurmonument volgens de traditionele beginselen van zeemanschap en techniek wordt bestuurd;

  • c. een vissersschip;

  • d. een pleziervaartuig met een lengte van minder dan 45 meter.

Hoofdstuk 3. Verstrekken en beheren van gegevens voor binnenschepen ten behoeve van RIS

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

§ 1. Verplichtingen voor Onze Minister en voor de bevoegde autoriteit

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Onze Minister draagt, met inachtneming van artikelen 3, onderdelen d en h, 4, eerste lid, tweede lid, derde lid, onderdelen a, b, c, eerste volzin, en d, vierde en vijfde lid, en de daarbij behorende bijlagen en artikel 9, tweede lid, van de richtlijn River Information Services, zorg voor RIS-toepassing op de in de bijlage bij dit besluit genoemde scheepvaartwegen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

De bij of krachtens verdrag of bij of krachtens artikel 4 van de Scheepvaartverkeerswet vastgestelde algemene maatregel van bestuur gemelde gegevens van een schip dat een grens met een naburige lidstaat zal overschrijden, worden, voordat dat schip de grens met die naburige lidstaat bereikt, door de bevoegde autoriteit van het laatste RIS-centrum in Nederland op de route van dat schip, doorgezonden aan de bevoegde autoriteit van het eerste RIS-centrum in die naburige lidstaat op de route van dat schip.

§ 2. Privacy-aspecten bij RIS-toepassing

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Onverminderd de Wet bescherming persoonsgegevens en de artikelen van deze paragraaf, draagt de bevoegde autoriteit zorg voor de bescherming van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van RIS-gebruikers.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 De bevoegde autoriteit treft in het belang van de bescherming van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van RIS-gebruikers passende technische en organisatorische maatregelen ten behoeve van de veiligheid en beveiliging van de aangeboden diensten. De maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau dat in verhouding staat tot het desbetreffende risico.

  • 2 De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat RIS-gebruikers worden geïnformeerd over:

    • a. de bijzondere risico’s voor de doorbreking van de veiligheid of de beveiliging van RIS de daarbij aangeboden diensten;

    • b. de eventuele middelen waarmee de onder a bedoelde risico’s kunnen worden tegengegaan, voor zover het andere maatregelen betreft dan die welke de bevoegde autoriteit op grond van het eerste lid gehouden is te treffen, alsmede een indicatie van de te verwachten kosten.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 De verwerking van locatiegegevens ten behoeve van de levering van een RIS-dienst, niet zijnde verkeersgegevens, betreffende RIS-gebruikers, is slechts geoorloofd, indien:

    • a. deze gegevens zijn geanonimiseerd, of

    • b. de desbetreffende RIS-gebruiker voor de verwerking van deze gegevens toestemming heeft gegeven.

  • 2 Voorafgaand aan het verkrijgen van toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, verstrekt de bevoegde autoriteit de volgende informatie:

    • a. de soort locatiegegevens die zullen worden verwerkt;

    • b. de doeleinden waarvoor de locatiegegevens worden verwerkt;

    • c. de duur van de verwerking, en

    • d. of de gegevens aan een derde zullen worden verstrekt ten behoeve van de levering van de betreffende RIS-dienst.

  • 3 De verwerking van de gegevens ten behoeve van de levering van een RIS-dienst als bedoeld in het eerste lid is slechts toegestaan voor zover en voor zolang dat noodzakelijk is voor de levering van de betreffende RIS-dienst.

  • 4 Een RIS-gebruiker kan de verleende toestemming voor de verwerking van de hem betreffende gegevens, op elk moment intrekken.

  • 5 De bevoegde autoriteit biedt de RIS-gebruiker wiens gegevens worden

    verwerkt, de mogelijkheid om kosteloos en op eenvoudige wijze de verwerking van diens gegevens tijdelijk te beletten.

  • 6 De verwerking van de gegevens mag slechts plaatsvinden door personen die werkzaam zijn onder het gezag van de bevoegde autoriteit of de derde, bedoeld in het tweede lid, onder d, en is beperkt tot die gegevens die noodzakelijk zijn om de RIS-dienst te kunnen aanbieden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 De bevoegde autoriteit geeft slechts inzage in RIS-gegevens of verstrekt deze aan:

    • a. ambtenaren die als toezichthouder belast zijn met het toezicht op de naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens en de Scheepvaartverkeerswet voor zover gericht naar gegevens wordt gevraagd;

    • b. ambtenaren die belast zijn met de opsporing van strafbare feiten bij of krachtens in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering;

    • c. ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;

    • d. een verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht indien deze verzekeraar aannemelijk maakt gegevens nodig te hebben voor het behartigen van de belangen van een RIS-gebruiker die bij hem verzekerd is en nadat deze verzekerde daarvoor toestemming heeft verleend;

    • e. een advocaat indien deze aannemelijk maakt de gegevens nodig te hebben voor het behartigen van de belangen van een RIS-gebruiker die zijn cliënt is, en

    • f. het Centraal Bureau voor de Statistiek, voor zover hiervoor bij of krachtens een wettelijke voorschrift een verplichting bestaat.

  • 2 Een verzoek om inzage of verstrekking van gegevens wordt schriftelijk ingediend.

  • 3 Aan de inzage of verstrekking kan de bevoegde autoriteit voorwaarden verbinden.

  • 4 Bij het ter inzage geven of verstrekken van persoonsgegevens worden gegevens van andere personen voor zover mogelijk anoniem gemaakt.

  • 5 Na inzage of verstrekking van gegevens wordt schriftelijk vastgelegd:

    • a. de naam van de RIS-gebruiker waarop de gegevens betrekking hebben;

    • b. de wijze van inzage of verstrekking;

    • c. het tijdstip;

    • d. welke gegevens het betrof, en

    • e. naam en adres van de verzoeker.

Hoofdstuk 4. Melden en opvragen gegevens van zeeschepen ten behoeve van LRIT

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 Onze Minister wijst bij besluit aan:

    • a. een LRIT-datacentrum;

    • b. één of meerdere applicatie-service providers;

    • c. de organisatie of persoon die bevoegd is meldplichtige gegevens bij het LRIT-datacentrum op te vragen;

    • d. de organisatie of persoon die bevoegd is aan te geven met welke intervallen meldplichtige gegevens door middel van het LRIT worden verzonden;

    • e. de organisatie of persoon aan wie wordt gemeld dat het LRIT is uitgeschakeld.

  • 2 Aan een aanwijzing kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 3 Een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 12b

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 De kapitein van een meldplichtig zeeschip meldt door middel van het LRIT de meldplichtige gegevens via een aangewezen applicatie-service provider aan het aangewezen LRIT-datacentrum.

  • 2 De melding bedoeld in het eerste lid, geschiedt met de intervallen zoals bepaald door de organisatie of persoon die daartoe op grond van artikel 12a, eerste lid, onderdeel d, is aangewezen.

  • 3 Wanneer het LRIT overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, onderdeel 7, van het SOLAS-verdrag is uitgeschakeld, meldt de kapitein dit aan de op grond van artikel 12a, eerste lid, onderdeel e, daartoe aangewezen organisatie of persoon, en maakt hij daarvan een aantekening in het document bedoeld in Hoofdstuk V, Voorschrift 28, van het SOLAS-verdrag, waarbij hij aangeeft waarom en hoe lang het LRIT werd uitgeschakeld. De melding kan mede geschieden door de eigenaar, de rompbevrachter, de agent, en verder door een ieder die zeggenschap heeft over het gebruik van het desbetreffend meldplichtig zeeschip.

  • 4 Wanneer een van de in het derde lid genoemde personen aan de daar genoemde meldplicht van de kapitein heeft voldaan, is de kapitein daarvan ontslagen.

Artikel 12c

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

  • 1 De op grond van artikel 12a, eerste lid, onderdeel c, aangewezen organisatie of persoon, vraagt gegevens op bij het LRIT-datacentrum in overeenstemming met het bepaalde in Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, onderdeel 8.1, van het SOLAS-verdrag.

  • 2 Een op grond van het eerste lid aangewezen organisatie die een Search and Rescue dienst is, kan, voor zover dat voor een goede uitvoering van de reddingstaak noodzakelijk is, bij het LRIT-datacentrum gegevens met betrekking tot ieder zeeschip opvragen, waar ter wereld dat zich ook bevindt.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Een wijziging van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart of van de richtlijn River Information Services of de daarbij behorende bijlagen gaat voor de toepassing van dit besluit of voor de hierop berustende bepalingen gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn dan wel de gewijzigde bijlagen uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekend gemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld. Wijzigingen van artikel 9, eerste lid, van de richtlijn River Information Services zijn hiervan uitgezonderd.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

[Red: Wijzigt het Scheepvaartreglement territoriale zee.]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 oktober 2007.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gegevens scheepvaart 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 oktober 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de zestiende oktober 2007

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage als bedoeld in artikel 7 van het Besluit gegevens scheepvaart 2007:

[Regeling vervallen per 19-05-2012]

Op de hieronder genoemde scheepvaartwegen en de aan deze vaarwegen gelegen havens, wordt RIS aangeboden:

1. de Maasmond;

2. de Nieuwe Waterweg;

3. de Nieuwe Maas;

4. de Koningshaven;

5. de Hollandsche IJssel;

6. het Zuiddiepje;

7. de Oude Maas;

8. het Hartelkanaal;

9. het Calandkanaal;

10. het Beerkanaal;

11. de Noord;

12. de Beneden-Merwede;

13. de Boven-Merwede;

14. de Nieuwe Merwede;

15. de Dordtsche Kil en daarop aansluitend de vaarweg naar het Industrie- en Havenschap Moerdijk;

16. het Zuid-Hollandsch Diep;

17. het Hollandsch Diep;

18. de Schelde-Rijnverbinding;

19. het Volkerak, het Zuid-Vlije en de Krammer beoosten de Krammersluizen;

20. het vaarwater van de Krammer, Zijpe, Keeten en Oosterschelde tussen de Krammersluizen en de ingang van het Kanaal door Zuid-Beveland;

21. het Kanaal door Zuid-Beveland;

22. het Noordzeekanaal en de zijkanalen daarvan met inbegrip van de Voorzaan noordwaarts tot aan de Zaansluizen en het IJ;

23. de vaarweg ten westen van de Noordzeesluizen te IJmuiden;

24. het Afgesloten-IJ;

25. het betonde vaarwater van het Buiten-IJ;

26. het Amsterdam-Rijnkanaal;

27. het Lekkanaal;

28. de Geldersche IJssel;

29. de Twenthekanalen;

30. het Keteldiep;

31. de vaarweg tussen de zee en de haven van Den Helder;

32. de vaarwegen tussen de zee en de havens aan de Waddenzee, voor zover niet zijnde voorhavens van sluizen;

33. de havens van Termunten, Delfzijl, Hefshuizen (Eemshaven) en Scheveningen;

34. de Westerschelde;

35. de Maas;

36. de Bergse Maas;

37. de Gelderse IJssel;

38. de Boven-Rijn,

39. de Waal,

40. het Pannerdensch Kanaal,

41. de Neder-Rijn;

42. de Lek;

43. het Meppelerdiep;

44. het Zwarte Water;

45. het Zwolle-IJsselkanaal;

46. het van Starkenborghkanaal; en

47. het Prinses Margrietkanaal.

Naar boven