Wijzigingsbesluit Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof te Arnhem, [...] regeling afleggen eed bijzondere kamers gerechten)

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 01-07-2007 t/m heden

Besluit van 4 juni 2007 tot aanpassing van enige reglementen in verband met wijziging van de regeling inzake het afleggen van de eed of belofte door de deskundige leden bij enige bijzondere kamers van gerechten (aanpassing regeling afleggen eed bijzondere kamers gerechten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 april 2007, nr. 5480994/07/6;

Gelet op de artikelen 48, derde lid, 66, vijfde lid, 67, vijfde lid, en 69, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

De Raad van State gehoord (advies van 16 mei 2007, nr. W03.07.0121/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 mei 2007, nr. 5485797/07/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel IV

  • 2 De bij de Hoge Raad aanwezige registers, bedoeld in artikel 5 van het Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof te Arnhem zoals dit luidde op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, betreffende de raden en plaatsvervangende raden die vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit werkzaam zijn bij de bijzondere kamer bij het gerechtshof te Arnhem, worden overgedragen aan het gerechtshof te Arnhem.

  • 3 De bij de Hoge Raad aanwezige registers, bedoeld in artikel 5 van het Reglement voor de ondernemingskamer zoals dit luidde op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, betreffende de raden en plaatsvervangende raden die vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit werkzaam zijn bij de ondernemingskamer, worden overgedragen aan het gerechtshof te Amsterdam.

  • 4 De bij de Hoge Raad en rechtbanken aanwezige registers, bedoeld in artikel 5 van het Reglement voor de pachtkamers zoals dit luidde op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, betreffende de leden en plaatsvervangende leden en raden en plaatsvervangende raden die thans werkzaam zijn bij de pachtkamers, worden overgedragen aan de betrokken gerechtshoven en rechtbanken.

Artikel V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 juni 2007

Beatrix

De Minister van Justitie

,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de veertiende juni 2007

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven