Bijlage 2. Geldboete in plaats van taakstraf
[Regeling vervallen per 01-08-2009]
Overzicht van de feiten waarin een geldboete passend wordt geoordeeld, en de voorwaarden
waaronder een geldtransactie kan worden aangeboden en tegen welk ‘tarief’.
Voorwaarden:
[Regeling vervallen per 01-08-2009]
-
• Halt-feiten worden niet geconverteerd (waar in de Requireerrichtlijn is vermeld ‘Halt
of 20 uur’ wordt Halt-afdoening de voorkeur gegeven boven een geldboete)
-
• alleen voor 16- en 17-jarigen (voor 12- tot en met 15-jarigen blijft gelden ‘taakstraf,
tenzij’
-
• verdachte beschikt over enig inkomen (zakgeld, verdiensten), niet persé afkomstig
uit werk
-
• alleen indien sprake is van één strafbaar feit
-
• alleen eerstplegers
-
• geen sprake van signaalgedrag of (vermoede) achterliggende problematiek
-
• alleen feiten die onder het officiersmodel kunnen worden afgedaan (geen geweld tegen
personen, geen zedendelict, geen brandstichting)
-
• er loopt geen schadevergoedingsregeling.
Omrekenfactor
[Regeling vervallen per 01-08-2009]
Voor de thans onder ‘taakstraf’ geboekte feiten die in aanmerking komen voor geldboete
wordt de omrekeningsfactor gehanteerd:
voor elke 4 uur taakstraf als equivalent € 25 (maximum taakstraf volgens officiersmodel
dus 40 uur = € 250);
Voor geldboete in aanmerking komende delicten
art (Sr)
|
misdrijf
|
i.p.v.(taakstraf)
|
transactie
|
eis ttrz
|
141
|
openlijk geweld (goederen) schade tot € 900
|
20u
|
€125
|
€150
|
180
|
wederspannigheid
|
32u
|
€200
|
€240
|
184
|
niet voldoen aan bevel
|
24u
|
€150
|
€180
|
188
|
valse aangifte (zonder ernstige gevolgen)
|
32u
|
€200
|
€240
|
225
|
valsheid in geschrift
|
28u
|
€175
|
€210
|
266
|
belediging
|
20u
|
€125
|
€150
|
267
|
belediging ambtenaar in f.
|
28u
|
€175
|
€210
|
285
|
bedreiging verbaal
|
24u
|
€150
|
€180
|
310
|
diefstal (i.v.) schade > € 150
|
20u
|
€125
|
€150
|
321
|
verduistering schade > € 150
|
32u
|
€200
|
€240
|
326
|
oplichting schade tot € 150
oplichting schade > € 150
|
28u
40u
|
€175
€250
|
€210
€300
|
350
|
vernieling schade tot € 900
id. schade >€ 900
|
20u
40u
|
€125
€250
|
€150
€300
|
416/
|
(schuld)heling schade € 150
|
30u
|
€225
|
€270
|
417bis
|
tot € 900
id., schade >€ 900
|
40u
|
€250
|
€300
|
424
|
baldadigheid/vandalisme
schade >€ 900
|
20u
|
€125
|
€150
|
7WVW
|
doorrijden na aanrijding
|
40u
|
€250
|
€300
|
11WVW
|
joyriding (geen schade)
|
40u
|
€250
|
€300
|
|
|
|
|
|
Bijlage 3. Persoonsgerichte aanpak
[Regeling vervallen per 01-08-2009]
Voor het requireerbeleid is van belang of een delict op zichzelf staat, dan wel onderdeel
uitmaakt van een inmiddels door een jeugdige opgebouwd patroon aan strafbare feiten.
Een persoonsgerichte aanpak is het meest nodig voor de meest risicovolle jongeren,
veelal aangeduid als ‘veelplegers’ of ‘harde kern-jongeren’. Het doel van een speciaal
daarop gerichte aanpak is
De variëteit aan definities die in het land worden gehanteerd hebben met elkaar gemeen
dat zij uitgaan van het aantal over een bepaalde periode door de jongere gepleegde
(geverbaliseerde) misdrijven.
Het jeugdige veelplegersbeleid wordt in hoofdzaak gekenmerkt door interventies met
als directe aanleiding het ‘zoveelste’ strafbare feit, gericht op een omschreven categorie
jongeren, die zoveel mogelijk letterlijk de jongere van de straat houden, althans
fysiek beletten het veelplegerschap voort te zetten. Dan kan door in voorkomende gevallen
voorlopige hechtenis te vorderen, en in andere gevallen door tussenkomst van het Justitieel
Casus Overleg (JCO) op zeer korte termijn een stringente begeleiding of streng toezicht
te bewerkstelligen (ITB, ITB-Criem).
Een landelijk te hanteren definitie voor ‘jeugdige veelpleger’ luidt:
jeugdige veelpleger: een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie meer dan 5 processen-verbaal
zijn opgemaakt waarvan de laatste in het peiljaar.
Voor de veelplegende jongeren geldt dat zij zo vroeg mogelijk als zodanig moeten worden
onderkend, dat zij in een voorlopige hechteniscircuit worden opgenomen, hetzij hen
in het casusoverleg een snelle en consequente sanctie wordt opgelegd, en dat er wordt
gezorgd voor een goede aansluiting tussen justitiële en (anderszins) maatschappelijke
voorzieningen.
Ten aanzien van de jeugdige veelpleger wordt niet langer zaaksgericht gewerkt, maar
persoonsgericht; dat betekent dat het relevante criminele verleden in beeld wordt
gebracht en dat op grond daarvan door het OM een passende straf en/of maatregel wordt
gevorderd. Daarbij wordt ook bekeken of de jeugdige in het recente verleden meerdere
delicten heeft gepleegd. Om te voorkomen dat een jeugdige zich ontwikkelt tot veelpleger
wordt de persoonsgerichte aanpak in ieder geval reeds gehanteerd bij jongeren in de
leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie in de laatste 3 jaar ten minste 2 processen-verbaal
zijn opgemaakt waarop een inhoudelijke justitiële afdoening is gevolgd, en die opnieuw
een (actueel) strafbaar feit (misdrijf) pleegt.
Niet het strafbare feit – geïsoleerd – maar de persoon van de jeugdige dader staat
bij de aanpak van jeugdcriminaliteit centraal. In het verleden werd met het strafrechtelijk
verleden rekening gehouden bij het bepalen van de strafhoogte; de persoonsgerichte
aanpak biedt ruimte voor het zwaarder (of anders) bestraffen van de telastegelegde
feiten, op de enkele grond dat ‘het de zoveelste keer is’.
Waar hiervoor gesproken wordt over maatregelen en gedwongen behandeling, zal in het
algemeen moeten worden gedacht aan de maatregel Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
(PIJ), als bedoeld in artikel 77s Sr, of aan een Intensieve trajectbegeleiding (ITB). De in ontwerp zijnde gedragsbeïnvloedende
maatregel (artikel 77w ontwerp Sr) past qua doelgroep tussen de bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke veroordeling
en in het kader van de taakstraf, en de PIJ. De maatregel Hulp en Steun ex art. 77f, lid 1, sub a Sr behelst door de Jeugdreclassering (Bureau Jeugdzorg) uit te voeren reclasseringsactiviteiten
onder regie van de Raad voor de Kinderbescherming.