3. Selectielijsten (actoren en handelingen)
3.1. Minister van Economische Zaken
(1.)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
ten aanzien van het industriebeleid.
Periode: 1945–
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties, enz.
Opmerking: Onder deze handeling valt ook:
het voeren van overleg met de andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadvergaderingen
voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het Staatshoofd
betreffende het beleidsterrein;
het voorbereiden van de Memorie van toelichting op de Rijksbegroting betreffende het
beleidsterrein;
het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
het aan externe adviescommissies verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid (als beleidsinstrument).
Waardering: B 1& 2
(2.)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
ten aanzien van het technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties, enz.
Opmerking: Onder deze handeling valt ook:
het voeren van overleg met de andere betrokken actoren op het beleidsterrein;
het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadvergaderingen
voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein;
het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het Staatshoofd
betreffende het beleidsterrein;
het voorbereiden van de Memorie van toelichting op de Rijksbegroting betreffende het
beleidsterrein;
het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie);
het aan externe adviescommissies verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein;
het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein;
het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid (als beleidsinstrument).
Waardering: B 1& 2
(3).
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet-
en regelgeving op het gebied van industriebeleid.
Periode: 1945–
Product: Wetten, AMvB’s, Koninklijke Besluiten en kaderregelingen
Waardering: B 1
(4.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet-
en regelgeving op het gebied van technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Wetten, AMvB’s, Koninklijke Besluiten en kaderregelingen
Waardering: B 1
(5.)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de ontwikkelingen op het beleidsterrein
industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Waardering: B 3 (jaarverslagen)
V 10 jaar (maand- en kwartaalverslagen indien vastgestelde jaarverslagen voor handen
zijn)
(6.)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal inzake het industrie-
en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Grondslag: Grondwet 1938/46/48, artikel 97.
Grondwet 1953/56/72, artikel 104.
Grondwet 1983/87/95, artikel 68.
Product: Brieven, notities, nota’s
Waardering: B 2 & 3
(7.)
Handeling: Het informeren van de Commissies voor Verzoekschriften en andere tot het
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het beleid betreffende het industrie- of technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities, nota’s
Waardering: B 3
(8.)
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van een (subsidie)besluit
betreffende het industriebeleid.
Periode: 1945–
Grondslag: Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ (Stb. 1993, 650), artikel
9, vervallen bij Wet van 29 februari (Stb. 1996, 180).
Kaderwet EZ-subsidies (Stb. 1996, 180), artikel 9.
Product: Beschikkingen
Opmerking: Het beroepschrift moet ingediend worden bij het College van Beroep voor
het bedrijfsleven. Zie voor de handelingen van dit college het RIO Sociaal-Economische
Raad (PIVOT-rapport nummer 58).
Indien dossiers m.b.t. beroep- en bezwaarprocedures aanleiding vormen voor het aanpassen
van bestaand beleid of het tot stand komen van nieuw beleid, valt de neerslag onder
handeling 1. De neerslag van handeling 1 komt voor blijvende bewaring in aanmerking.
Waardering: V 10 jaar
(9.)
Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
het technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen
Opmerking: Indien dossiers m.b.t. beroep- en bezwaarprocedures aanleiding vormen voor
het aanpassen van bestaand beleid of het tot stand komen van nieuw beleid, valt de
neerslag onder handeling 1. De neerslag van handeling 1 komt voor blijvende bewaring
in aanmerking.
Waardering: V 10 jaar
(10.)
Handeling: Het voeren van verweer in beroep- of bezwaarschriftprocedures voor administratief
rechterlijke organen betreffende het industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Verweerschriften
Opmerking: Indien dossiers m.b.t. beroep- en bezwaarprocedures aanleiding vormen voor
het aanpassen van bestaand beleid of het tot stand komen van nieuw beleid, valt de
neerslag onder handeling 1. De neerslag van handeling 1 komt voor blijvende bewaring
in aanmerking.
Waardering: V 10 jaar
(11.)
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
over het industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities, nota’s
Waardering: V 5 jaar
(12.)
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein industrie-
en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: V 2 jaar, m.u.v. 1 exemplaar van het eindproduct
(13.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk)
onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten over het industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Offerte, brieven, rapport(ten) en nota’s
Waardering: B 1 & 2
(14.)
Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek op het
gebied van het industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Notities, notulen, brieven en nota’s
Waardering: V 7 jaar
(15.)
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (wetenschappelijk)
onderzoek op het gebied van het industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Waardering: V 7 jaar
(16.)
Handeling: Het financieren van (wetenschappelijk) onderzoek op het gebied van industrie-
en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Rekeningen, declaraties
Waardering: V 7 jaar
(17.)
Handeling: Het deelnemen / leveren van bijdragen aan commissies waarvan het secretariaat
bij het eigen ministerie (EZ) berust.
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities, nota’s etc.
Waardering: B 4
(388.)
Handeling: Het deelnemen leveren van bijdragen aan commissie waarvan het secretariaat
niet bij het eigen ministerie (EZ) berust.
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities, nota’s etc.
Waardering: V 5 jaar
(18.)
Handeling: Het stimuleren van bedrijfs-R&D.
Periode: 1954–
Bron: TK II 1992–1993, 23 031, Industriebeleid in de jaren negentig, nr. 1, p. 4.
Opmerking: • Tot 1994 vond de uitvoering plaats via StiPT. Vanaf 1994 is de uitvoering
overgenomen door Senter.
• Dit heeft betrekking op:
– het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën in bedrijven met behulp
van de regelingen ‘Technische Ontwikkelingskrediet’ (TOK) en ‘Programmatische Bedrijfsgerichte
Technologiestimulering’ (PBTS);
– het versterken van de kennisinfrastructuur;
– het stimuleren van de verspreiding en toepassing van technologische kennis.
Waardering: V 20 jaar
(19.)
Handeling: Het vaststellen en bekendmaken van industriële investeringsprogramma’s
Periode: 1954–
Bron: Staatsalmanak 1954, p. 685.
Product: Industriële investeringsprogramma’s
Waardering: V 5 jaar (indien programma’s in Staatscourant gepubliceerd zijn)
B 1 (overige neerslag)
(22.)
Handeling: Het instellen van de Adviescommissie inzake de voortgang van het industriebeleid
(VIB).
Periode: 1982–1983
Bron: TK II 1981–1982, 17 100-XIII, Rijksbegroting voor het jaar 1982, nr. 52, p.
1.
Product: Instellingsbesluit
Waardering: B 4
(24.)
Handeling: Het instellen van de Commissie Industriële innovatie.
Periode: 1973–
Product: Commissie Industriële Innovatie geïnstalleerd (Stcrt. 1973, 239).
Waardering: B 4
(26.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels met betrekking
tot de stimulering en sturing van bedrijfsinvesteringen.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 5 leden 5 en 6; 6 leden
3 en 5; 12 en 22, vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Ministeriële regeling of AMvB, zoals:
– Bijstelling bedragen grote projecten WIR (Stcrt. 1980, 94).
– Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356).
– Besluit uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Wet Investeringsrekening (Stb.
1978, 452).
Opmerking: Hieronder valt niet de belastingwetgeving ter stimulering van bedrijfsinvesteringen.
Waardering: B 1
(27.)
Handeling: Het (mede) beheren van en het jaarlijks verantwoording afleggen over de
Investeringsrekening.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 2 lid 2 en 3 lid 1,
vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Rekening en/of begroting
Waardering: B 3
(28.)
Handeling: Het jaarlijks uitbrengen van een verslag aan de beide Kamers der Staten-
Generaal over de toepassing van de WIR.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 26, vervallen bij Wet
van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Jaarverslag
Opmerking: In dit verslag wordt zoveel mogelijk aangegeven op welke wijze en in welke
mate de investeringen hebben bijgedragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen
van de wet.
Waardering: B 3
(29.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden van begrotingen van inkomsten en uitgaven van het
Fonds Investeringsrekening
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 3, vervallen bij Wet
van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Wet, zoals:
– Wet tot vaststelling van de begroting van inkomsten en uitgaven van het Fonds Investeringsrekening
1978 (Stb. 1978, 742).
Opmerking: Hiervoor gelden dezelfde regelen als voor de Rijksbegroting en Rijksrekening.
Waardering: V 7 jaar
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(42.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels ter bevordering
van een goede uitvoering van de WIR-knip.
Periode: 1991–
Grondslag: Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356), artikels
5 lid 2 en 7.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
– Regeling vaststelling formulier melding WIR-aanspraken (Stcrt. 1991, 135)
– Uitvoeringsregeling WIR-temporisering (Stcrt. 1991, 204)
Waardering: B 1
(43.)
Handeling: Het benoemen van een industrial commissioner
Periode: 1976–
Bron: Staatsalmanak 1976, p. O6.
Product: Benoeming
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(44.)
Handeling: Het benoemen van een commissaris voor het CBIN.
Periode: 1983–
Product: Benoeming, zoals:
Ir. J.P. Hanse nieuwe commissaris buitenlandse investeringen (Stcrt. 1994, 76).
Waardering V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(50.)
Handeling: Het benoemen van een technisch-wetenschappelijk attaché in het buitenland.
Periode: 1952–
Product: Benoeming, zoals:
J. Kieboom industrieel attaché in Singapore (Stcrt. 1995, 191)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(54.)
Handeling: Het (mede) voeren van een intensief sectorbeleid ter versterking van de
economische structuur en verbetering van de concurrentiepositie van het Nederlandse
bedrijfsleven.
Periode: 1980–
Bron: TK II 1980–1981, 16 419, Vestigingsplaats NEHEM, nr. 1, p.4.
Opmerking: Voor de NEHEM is bij de voorbereiding en bij de uitvoering van dit beleid
een belangrijke taak weggelegd.
Waardering: B 1 & 5
(55.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid inzake de instandhouding
en stimulering van specifieke bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen EZ
Product: Rapporten, brieven, zoals:
Brief van de Minister van Economische Zaken aan de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal (TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1)
Waardering: B 1 & 2
(56.)
Handeling: Het oprichten en vaststellen van de werkwijze van de Nederlandse Herstructureringsmaatschappij
(NEHEM).
Periode: 1972–1991
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p.45, 243.
TK II 1991–1992, 22 300-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 1992,
nr. 44.
Waardering: B 4
(58.)
Handeling: Het stellen van ministriële regels m.b.t. de NEHEM over herstructureringszaken
van bijzondere aard
Periode: 1972–1979
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 243.
Product: Beschikking (aanwijzing)
Waardering: B 1 & 5
(59.)
Handeling: Het beslissen op beroepen en bezwaren tegen besluiten van de NEHEM en het
beoordelen en goedkeuren, schorsen of vernietigen van besluiten van de NEHEM.
Periode: 1972–1991
Grondslag: Kaderregeling voor de schoenindustrie 1982 (Stcrt. 1982, 80), artikel 12.
Subsidieregeling advieskosten in de houthandel 1983 (Stcrt. 1983, 136), artikel 12.
Subsidieregeling landbouwmachine-industrie 1983 (Stcrt. 1983, 240), artikel 12.
Subsidieregeling databankuitgeven 1983 (Stcrt. 1983, 241), artikel 12.
Subsidieregeling stukgoedoverslagbedrijven (Stcrt. 1984, 3), artikel 12.
Subsidieregeling structuurversterking houthandel 1984 (Stcrt. 1984, 108), artikel
13.
Opmerking: Een ondernemer kan bij de Minister van Economische Zaken een beroepschrift
indienen tegen een beslissing van de NEHEM.
Waardering: B 3
(60.)
Vervallen.
(61.)
Handeling: Het aangaan van een convenant met de NEHEM.
Periode: 1989–1991
Bron: TK II 1988–1989, 20 800-XIII, Rijksbegroting voor het jaar 1989, nr. 83.
TK II 1991–1992, 22 300-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 1992,
nr. 44.
Product: Convenant
Waardering: B 4
(62.)
Handeling: Het instellen, instrueren en opheffen van structuurcommissies voor de herstructurering
van bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1965–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 244.
Product: Beschikking
Waardering: B 4
(63.)
Handeling: Het bevorderen, voorbereiden en begeleiden van structuuronderzoeken ter
herstructurering van bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1965–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 243 e.v.
Product: Onderzoeksrapporten
Opmerking: Overname NEHEM in 1972. Zie voor gedeeltelijk vervolg van deze handeling
handeling 57 (actor NEHEM).
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van 1 exemplaar van het eindproduct
(64.)
Handeling: Het opstellen, actualiseren en uitbrengen van bedrijfstakverkenningen.
Periode: 1977–
Bron: TK II 1979–1980, 15 818, Sectornota, nrs. 1–2, p. 41.
Product: Rapporten (periodiek uitgebracht), zoals:
Bedrijfstakverkenning 1978 (TK II 1977–1978, 14 805);
de serie Bedrijfstakverkenning 1980, bestaande onder andere uit:
Bedrijfstakverkenning Textiel- en kledingindustrie;
Bedrijfstakverkenning Basismetaalindustrie;
Bedrijfstakverkenning Metaalproducten- en machine-industrie;
Bedrijfstakverkenning Transportmiddelenindustrie;
Bedrijfstakverkenning Detailhandel (1985);
Bedrijfstaktoets 1995;
Bedrijfstaktoets 1997;
Bedrijfstaktoets 2000.
Opmerking: Vanaf 1995 wordt gesproken over een bedrijfstaktoets, in plaats van een
bedrijfstakverkenning.
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte rapport wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
(65.)
Handeling: Het (mede) ontwikkelen en vaststellen van herstructureringsplannen voor
specifieke bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 243–245.
Product: Rapporten
Opmerking: Het vaststellen of bekrachtigen van herstructureringsplannen impliceert
(mede)financiering, waarvoor kaderregelingen werden ingesteld.
Waardering: B 1 & 5
(66.)
Handeling: Het (mede) begeleiden van de uitvoering van herstructureringsplannen voor
specifieke bedrijfstakken of sectoren.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 244–245.
Opmerking: In de uitvoering wordt meestal gesproken over een herstructureringsproject.
Hiervoor werden met afzonderlijke bedrijven herstructureringsovereenkomsten gesloten.
Naast een inhoudelijke bijdrage vanuit het Ministerie van Economische Zaken en eventuele
betrokken andere departementen werd meestal ook een financiële bijdrage geleverd.
Onder deze handeling valt alleen financiële steunverlening, voor zover deze niet op
basis van een wettelijke regeling is geregeld.
Waardering: V 7 jaar
(67.)
Handeling: Het initiëren en het leveren van bijdragen aan projecten ter stimulering
van specifieke sectoren.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 246–247, 298–299.
Opmerking: Naast een inhoudelijke bijdrage wordt meestal ook een financiële bijdrage
geleverd.
Waardering: B 5
(68.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden en vaststellen van regels en richtlijnen met betrekking
tot steunverlening aan specifieke bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1945–1992
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 244–245.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
Richtlijnen kaderregeling herstructurering Nederlandse ijzergieterijen (Stcrt. 1977,
83);
Kaderregeling chemische apparatenbouw (Stcrt. 1980, 73);
Subsidieregeling procesbeheersingapparatuur papier- en kartonindustrie (Stcrt. 1981,
130);
Kaderregeling voor de katoen-, rayon-, linnen- en jute-industrie (Stcrt. 1981, 179);
Kaderregeling voor de wolindustrie (Stcrt. 1981, 179);
Tweede regeling investeringsbijdrage klompenindustrie (Stcrt. 1981, 159);
Kaderregeling voor de schoenindustrie 1982 (Stcrt. 1982, 80);
Subsidieregeling upgradingapparatuur papier- en kartonindustrie (Stcrt. 1982, 198);
Subsidieregeling ontwerpbeleid meubelindustrie 1982 (Stcrt. 1983, 83);
Subsidieregeling advieskosten in de houthandel 1983 (Stcrt. 1983, 136);
Subsidieregeling verdampingskoelapparatuur pluimveeslachterijen 1983 (Stcrt. 1983,
203);
Subsidieregeling landbouwmachine-industrie 1983 (Stcrt. 1983, 240);
Kaderregeling textielindustrie 1983 (Stcrt. 1984, 38);
Kaderregeling confectie- en tricotage-industrie 1983 (Stcrt. 1984, 38);
Subsidieregeling structuurversterking houthandel 1984 (Stcrt. 1984, 108);
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1985 (Stcrt. 1986, 80);
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1987 (Stcrt. 1987, 231);
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1988 (Stcrt. 1988, 215);
Subsidieregeling zeescheepsnieuwbouw 1991 (Stcrt. 1991, 68).
Waardering: B 1
(69.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels met betrekking tot
het verstrekken van financiële middelen aan ondernemers.
Periode: 1992–
Grondslag: Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ (Stb. 1991, 767), artikel
2, Kaderwet EZ-subsidies (Stb. 1996, 180), artikel 3.
Product: AMvB of ministeriële regeling, zoals:
Besluit subsidies informatietechnologie (Stb. 1994, 432)
Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994 (Stb. 1994, 437)
Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124)
Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO)
Subsidieregeling economie, ecologie en technologie (Stcrt. 1996, 91)
Besluit subsidies economie, ecologie en technologie (Stb. 1997, 13 – EET)
Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten (Stb. 1996,
638 – BTS)
Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stb. 2000, 206 – CVO)
Waardering: B 1
(70.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot het openbare register alsmede
het bijhouden van dit register, waarin de beschikkingen tot het verstrekken van financiële
middelen worden vermeld.
Periode: 1992–1998
Grondslag: Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ (Stb. 1991, 767), artikel
11 lid 6, vervallen bij Wet van 29 februari (Stb. 1996, 180).
Product: AMvB, zoals:
Besluit ex artikel 11 van de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ (Stb. 1992,
453)
Waardering: B 1
(71.)
Vervallen.
(72.)
Handeling: Het aanwijzen van personen om toezicht te houden op de naleving van de
aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen en het geven van instructies.
Periode: 1998–
Grondslag: Kaderwet EZ-subsidies (Stb. 1996, 180), zoals gewijzigd bij Wet van 6 november
1997 (Stb. 1997, 638), artikel 8 lid 1.
Product: Aanwijzingsbesluit
Waardering: B 4 (indien instructies zijn toegevoegd)
V 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd (overige neerslag)
(74.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Beleidscommissie Scheepsbouw en geven van instructies.
Periode: 1976–1985
Product: Instellingsbesluit, zoals:
– Beleidscommissie Scheepsbouw. Voorstel taak en werkwijze naar scheepsbouworganisaties
en vakverenigingen (Stcrt. 1976, 58)
– Akkoord Beleidscommissie Scheepsbouw (Stcrt. 1976, 77)
– Beleidscommissie Scheepsbouw geïnstalleerd (Stcrt. 1976, 121)
Waardering: B 4
(76.)
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van maximale overbruggingspercentages voor
het verstrekken van rentesubsidies aan ondernemers actief in de scheepsbouw.
Periode: 1967–1986
Bron: Brief aan de voorzitter van het College voor de Scheepsbouw (Stcrt. 1970, 16)
TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 9.
TK II 1985–1986, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 16, p. 1–5.
Product: Beschikking
Opmerking: Het maximum overbruggingspercentage heeft betrekking op de rente- overbruggingsregeling.
Waardering: V; 7 jaar
(77.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan ondernemers actief in de
scheepsbouw ter financiering van verschuldigde rente op scheepsbouwkredieten.
Periode: 1967–1986
Bron: TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 9.
TK II 1985–1986, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 16, p. 1–5.
Product: Beschikking
Opmerking: In dit verband wordt gesproken over een rente-overbruggingsregeling.
Waardering: toegekend: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(78.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van financiering van door ondernemers in de
scheepsbouw geleden verliezen.
Periode: 1976–1980
Bron: TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 4–7.
TK II 1984–1985, 17 817, Enquête Rijn-Schelde-Verolme (RSV), nr. 16, p. 212–213, 219.
Product: Beschikking
Opmerking: In dit verband wordt gesproken over een verliesparticipatieregeling, die
nooit is uitgewerkt in een definitieve vorm. De financiering bestond voor een deel
uit subsidie en voor een deel uit een bijzondere achtergestelde lening (b.a.g.l.).
Waardering: toegekend: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(79.)
Handeling: Het vaststellen van jaarlijkse budgetten en limieten voor steunverlening
aan ondernemers voor de (nieuw)bouw van zeeschepen.
Periode: 1980–2000
Bron/Grondslag: TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 6–9;
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1985 (Stcrt. 1986, 80), artikels 6 en 11.
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1987 (Stcrt. 1987, 231), artikels 4 lid 5
en 21.
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1988 (Stcrt. 1988, 215), artikels 4 lid 5
en 21.
Subsidieregeling zeescheepsnieuwbouw 1991 (Stcrt. 1991, 68), artikel 9 lid 1.
Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994 (Stb. 1994, 437), artikels 5 lid 1 en 10
lid 1.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(80.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie voor de bouw van zeeschepen.
Periode: 1980–2000
Bron/Grondslag: TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 6–9;
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1985 (Stcrt. 1986, 80), artikel 16 lid 1, 30 lid 1, 35;
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1987 (Stcrt. 1987, 231), artikel 2, 11 lid 3, 13, 15 lid 2, 20;
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1988 (Stcrt. 1988, 215), artikel 2, 11 lid 3, 13, 15 lid 2, 20;
Subsidieregeling zeescheepsnieuwbouw 1991 (Stcrt. 1991, 68) artikel 16, 24, 27 en 28;
Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994 (Stb. 1994, 437), artikel 3, 14, 16, 23, 25 lid 2 en 26.
Product: Beschikking
Opmerking: Het bedrag aan steunverlening wordt in mindering gebracht op het budget
van een ondernemer. Hieronder valt ook het uitkeren van voorschotten, het wijzigen
van steun- of subsidiebedragen en het intrekken van beschikkingen inzake subsidietoekenning.
Waardering: B 5
(81.)
Handeling: Het goedkeuren van gedragslijnen voor de bepaling van winst en omzet bij
de bouw van zeeschepen.
Periode: 1980–1986
Bron/Grondslag: TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 6–9;
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1985 (Stcrt. 1986, 80), artikel 23 lid 3.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(82.)
Handeling: Het vaststellen van de bedragen die ondernemers, aan wie steun is verleend
voor de bouw van zeeschepen, behoren te betalen aan de Staat.
Periode: 1980–1986
Bron/Grondslag: TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 6–9.
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1985 (Stcrt. 1986, 80), artikel 25.
Product: Beschikking
Opmerking: Dit bedrag is een bepaald gedeelte van de winst die door de ondernemer
is gemaakt door de bouw van zeeschepen.
Waardering: V; 7 jaar
(83.)
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in het
Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw.
Periode: 1994–2000
Grondslag: Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994 (Stb. 1994, 437), artikels 13
en 22, zoals gewijzigd (Stb. 1997, 618), artikels 4, 6, 11, 12, 13, 19 en 22.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
Uitvoeringsregeling BSZ 1995 (Stcrt. 1995, 117)
Uitvoeringsregeling BSZ 1996 (Stcrt. 1996, 112)
Wijziging Uitvoeringsregeling BSZ 1996 (Stcrt. 1996, 209)
Uitvoeringsregeling BSZ 1997 (Stcrt. 1997, 128)
Uitvoeringsregeling BSZ 1998 (Stcrt. 1998, 118)
Uitvoeringsregeling BSZ 1999 (Stcrt. 1999, 126)
Wijziging Uitvoeringsregeling BSZ 1999 (Stcrt. 1999, 197)
Uitvoeringsregeling BSZ 2000 (Stcrt. 2000, 65)
Wijziging Uitvoeringsregeling BSZ 2000 (Stcrt. 2000, 209)
Opmerking: In de regelingen worden de totale budgetten vastgesteld die jaarlijks beschikbaar
zijn voor subsidietoezegging, alsmede wijzigingen van percentages voor de bepaling
van subsidies.
Waardering: V 7 jaar
(84.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw.
Periode: 1994–2000
Grondslag: Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994 (Stb. 1994, 437), artikel 18
lid 2.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Het gaat hier om de verplichting dat opdrachten voor de bouw van zeeschepen
moeten worden uitgevoerd in Nederland en dat de bouw binnen drie jaar na de aanvraag
gereed moet zijn.
Waardering: V 10 jaar
(86.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de katoen-,
rayon-, linnen- en jute-industrie ter financiering van investeringen.
Periode: 1981–1983
Grondslag: Kaderregeling voor de katoen-, rayon-, linnen- en jute-industrie (Stcrt.
1981, 179), artikel 12 lid 3.
Product: Beschikking
Opmerking: Subsidie kon onder meer verstrekt worden voor:
de sloop of aanpassing van bedrijfsgebouwen voor zover die noodzakelijk zijn voor
verrichte investeringen in machines en toebehoren;
de verplaatsing van machines en toebehoren, welke noodzakelijk is geworden in verband
met de verrichte investeringen;
deelname aan een beurs of tentoonstelling.
De aanvragen voor subsidie kwamen binnen via het Centraal Bureau van de Vereniging
katoen-, rayon-, linnen- en jute-industrie.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(87.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de wolindustrie
ter financiering van investeringen.
Periode: 1981–1983
Grondslag: Kaderregeling voor de wolindustrie (Stcrt. 1981, 179), artikel 12 lid 3.
Product: Beschikking
Opmerking: Subsidie kon onder meer verstrekt worden voor:
de sloop of aanpassing van bedrijfsgebouwen voor zover die noodzakelijk zijn voor
verrichte investeringen in machines en toebehoren;
de verplaatsing van machines en toebehoren, welke noodzakelijk is geworden in verband
met de verrichte investeringen;
de deelname aan een beurs of tentoonstelling.
De aanvragen voor subsidie kwamen binnen via het Centraal Bureau van de Vereniging
katoen-, rayon-, linnen- en jute-industrie.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(88.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de textielindustrie.
Periode: 1984–
Grondslag: Kaderregeling textielindustrie 1983 (Stcrt. 1984, 38), artikels 7; 9; 12;
14 en 17.
Product: Beschikking
Opmerking: Subsidie kon onder meer verstrekt worden voor:
het opstellen van een bedrijfsplan;
het verrichten van investeringen;
het deelnemen aan cursussen op het gebied van organisatie, techniek, kwaliteitszorg
en marketing;
het laten adviseren door een extern deskundige op het gebied van organisatie, techniek,
kwaliteitszorg en marketing;
het deelnemen aan door de EVD opgestelde exportprogramma’s.
De aanvragen voor subsidie kwamen binnen via de Nationale Investeringsbank (NIB).
De NIB stuurde de aanvragen vergezeld met een advies naar de Minister van Economische
Zaken.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(89.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de confectie-
en tricotage-industrie.
Periode: 1984–
Grondslag: Kaderregeling confectie- en tricotage-industrie 1983 (Stcrt. 1984, 38),
artikels 7; 9; 12; 14 en 17.
Product: Beschikking
Opmerking: Subsidie kon onder meer verstrekt worden voor:
het opstellen van een bedrijfsplan;
het verrichten van investeringen;
het deelnemen aan cursussen op het gebied van organisatie, techniek, kwaliteitszorg
en marketing;
het laten adviseren door een extern deskundige op het gebied van organisatie, techniek,
kwaliteitszorg en marketing;
het deelnemen aan, door de EVD opgestelde, exportprogramma’s.
De aanvragen voor subsidie kwamen binnen via de Nationale Investeringsbank (NIB).
De NIB stuurde de aanvragen vergezeld met een advies naar de Minister van Economische
Zaken.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(94.)
Handeling: Het (mede) vaststellen en toezeggen van subsidies en stellen van nadere
voorwaarden aan subsidies van pluimveeslachterijen ter financiering van investeringen.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Subsidieregeling verdampingskoelapparatuur pluimveeslachterijen 1983 (Stcrt.
1983, 203), artikels 2; 7 en 10.
Product: Beschikking
Opmerking: – De aanvragen werden ingediend bij de Directeur Verwerking en Afzet Agrarische
Producten van LNV. Deze stuurde de aanvragen vergezeld van een advies naar de Minister
van EZ.
– De Minister van EZ kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
– De Minister van EZ kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: B 5
(95.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de landbouwmachine-industrie
ter financiering van investeringen.
Periode: 1983–1986
Grondslag: Subsidieregeling landbouwmachine-industrie 1983 (Stcrt. 1983, 240), artikels
2; 4; 6; 7 en 9.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze stuurde de aanvragen vergezeld
met een advies naar de Minister van Economische Zaken, die vervolgens besliste over
toezegging van subsidie. De NEHEM besliste daarna over de vaststelling van de subsidie.
De Minister kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(99.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de chemische
apparatenbouw ter financiering van investeringen.
Periode: 1980–
Grondslag: Kaderregeling chemische apparatenbouw 1980 (Stcrt. 1980, 73), artikels
III.1.2; III.3.1 en III.6.2.
Product: Beschikking
Opmerking: – De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook – in overeenstemming
met de Minister – over de toewijzing en vaststelling van de subsidie
– De NEHEM kon – in overeenstemming met de Minister – aan de subsidietoezegging nadere
voorwaarden verbinden.
– De Minister kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgekeurd: V; 7 jaar
(100.)
Vervallen.
(101.)
Vervallen.
(103.)
Vervallen.
(106.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van en stellen van nadere voorwaarden aan
een subsidie aan ondernemingen in de groenvoederdrogerijen ter financiering van investeringen.
Periode: 1983–1984
Grondslag: Subsidieregeling kolenstook groenvoederdrogerijen (Stcrt. 1983, 9), artikels
2 en 9.
Product: Beschikking
Opmerking: De Minister kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgekeurd: V; 7 jaar
(108.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van steun aan ondernemingen voor een project
inhoudende flexibele productie-automatisering in de onderneming van de aanvrager.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Vaststelling stimuleringsregeling demonstratieprojecten flexibele productie-automatisering
(Stcrt. 1983, 89), artikel 2.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de Minister van EZ. Deze besliste ook
over de toewijzing en vaststelling van de subsidie.
De Minister van EZ vroeg hiervoor advies aan het Centraal Instituut voor Industrieontwikkeling
(CIVI).
De Minister van EZ kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgekeurd: V; 7 jaar
(112.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van buiten de regelingen om verstrekte subsidies
aan ondernemingen in een bepaalde economische sector.
Periode: 1945–
Bron: Staatsalmanak 1946, p. 469.
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hier om subsidies die buiten de regelingen om verstrekt zijn.
Waardering: B 5
(113.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en leden in één van de volgende commissies:
Werkcommissie textiel-, kleding- en schoenindustrie (1964–)
Werkcommissie papierindustrie (1964–)
Werkcommissie metaalverwerkende nijverheid (1964–)
Werkcommissie chemische nijverheid (1965–)
Periode: 1964–
Product: Werkcommissies textiel-, kleding- en schoenindustrie, papierindustrie, voedingsmiddelenindustrie,
chemische nijverheid en metaalverwerkende nijverheid (Stcrt. 1968, 93)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(114.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de Werkcommissie voedingsmiddelenindustrie.
Periode: 1965–
Product: Werkcommissies textiel-, kleding- en schoenindustrie, papierindustrie, voedingsmiddelenindustrie,
chemische nijverheid en metaalverwerkende nijverheid (Stcrt. 1968, 93)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(115.)
Vervallen.
(116.)
Handeling: Het verstrekken van een subsidie voor een project dat past in de civiele
vliegtuigontwikkeling en dat wordt uitgevoerd in een internationaal programma voor
vliegtuigontwikkeling.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt. 2000, 206), artikels 2 lid
1; 7; 8; 9; 11; 15; 16; 17 lid 1; 22 en 24.
Product: Beschikking (subsidieregeling)
Opmerking: – De Minister kan voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
– De Minister kan aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(117.)
Handeling: Het bij regeling aanwijzen van een internationaal programma voor vliegtuigontwikkeling,
in welk kader onderzoek verricht kan worden.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt. 2000, 206), artikel 2 lid
1.
Product: Uitvoeringsregeling CVO (Stcrt. 2000, 96), artikel 1
Wijziging Uitvoeringsregeling CVO en vaststelling subsidieplafond 2001 (Stcrt. 2000,
244)
Waardering: V 10 jaar
(118.)
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in het
Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stb. 2000, 206), artikels
3 leden 1 en 2; 5 en 6;
Verlening mandaat uitvoering Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt.
2000, 113).
Product: Ministeriële regeling, zoals:
– Uitvoeringsregeling CVO (Stcrt. 2000, 96)
– Wijziging uitvoeringsregeling CVO en vaststelling subsidieplafond 2001 (Stcrt. 2000,
244)
Opmerking: Dit betreft:
– het vaststellen van een bedrag;
– het jaarlijks vaststellen van het subsidieplafond;
– het vaststellen van het subsidieaanvraagformulier;
– het verlenen van vrijstelling voor het gebruik van het subsidieaanvraagformulier.
In de regelingen worden de totale budgetten vastgesteld die jaarlijks beschikbaar
zijn voor subsidietoezegging, alsmede wijzigingen van percentages voor de bepaling
van subsidies.
Waardering: V 10 jaar
(119.)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor bepalingen in het Besluit civiele vliegtuigontwikkeling.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt. 2000, 206) artikels 11; 14
en 15.
Product: Beschikking (ontheffing)
Waardering: V 10 jaar
(120.)
Handeling: Het kwijtschelden van krediet- en rentevergoeding.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt. 2000, 206), artikel 23.
Product: Beschikking
Opmerking: Dit gebeurt op aanvraag van de subsidieontvanger en dan alleen als deze
heeft voldaan aan alle ingevolge de kredietverlening voor hem geldende verplichtingen
en het project technische mislukt is of indien er geen omzet gerealiseerd is.
Waardering: V; 7 jaar
(121.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Bron/
Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(122.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter of lid van de Interdepartementale commissie voor ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
Periode: 1966–1994
Grondslag: Instellingsbesluit interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtechnologie
(Stcrt. 1987, 108), artikel 3 lid 1 a.
Product: Aanstellingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter aan. De nadere betrokken Ministers
wijzen elk één lid aan, met uitzondering van de Minister van OC&A, die er twee aanwijst.
Tevens worden als adviseurs van de commissie nog één vertegenwoordiger van het NIVR
en één van de Space Research Organisation Netherlands aangesteld.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(130.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter of lid van de ICR
Periode: 1994–
Grondslag: Instellingsregeling Interdepartementale Commissie Ruimtevaart (ICR) (Stcrt.
1994, 84), artikel 3 lid 3.
Product: Besluit
Opmerking: De voorzitter van de ICR is tevens de voorzitter van de Nederlandse ambtelijke
delegatie in de ESA-raad
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(133.)
Handeling: Het leveren van bijdragen aan nationale ruimtevaartprojecten.
Periode: 1965–
Bron: Uitvoering project Astronomische Nederlandse Satelliet (Stcrt. 1969, 248)
Telecommunicatie via satellieten. Steun voor de ontwikkeling van een grondstation
(Stcrt. 1970, 86)
Opmerking: – Een voorbeeld is de ontwikkeling van de Astronomische Nederlandse Satelliet
(ANS) in de jaren zeventig. Tegenwoordig worden ruimtevaartprojecten meestal in internationaal
verband opgezet en uitgevoerd.
– Het gaat hier om zowel inhoudelijke als financiële bijdragen.
Waardering: B 5
(134.)
Handeling: Het (mede) leveren van bijdragen aan ruimtevaartprojecten in het kader
van internationale ruimtevaartprogramma’s binnen het ESA-kader.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
2000, nr. 2, p. 95–98.
Opmerking: Het gaat hier om zowel inhoudelijke als financiële bijdragen.
Waardering: B 5
(135.)
Handeling: Het leveren van bijdragen aan internationale ruimtevaartprojecten buiten
het ESA-kader om.
Periode: 1965–
Bron: Interview met materiedeskundige.
Opmerking: Het gaat hier om zowel inhoudelijke als financiële bijdragen.
Waardering: B 5
(136.)
Handeling: Het voorbereiden en bepalen van de Nederlandse standpunten tijdens de ESA
Ministerconferentie.
Periode: 1985–
Bron: TK II 1998–1999, 24 446, Ruimtevaartbeleid, nrs. 6 en 7.
TK II 2000–2001, 24 446, Ruimtevaartbeleid, nr. 11, p. 1.
Waardering: B 1
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1947–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(138.)
Handeling: Het (mede) aangaan van een overeenkomst met het NIV(R) waarin de verhouding
tussen het Rijk en de Stichting wordt geregeld.
Periode: 1955–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 2.
Product: Overeenkomst, zoals:
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955;
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975;
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Hiermee wordt ook het wijzigen van de overeenkomst bedoeld.
Waardering: B 4
(139.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van het bestuur van de
NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 5 lid 1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 23 april 1971, artikel 5 lid
1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 4
leden 3 en 4.
Product: Benoeming
Opmerking: Betrokken ministers sinds 1955: Ministers van Economische Zaken, Financiën,
Defensie, Verkeer en Waterstaat, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sinds
1971, Minister van Buitenlandse Zaken van 1971–1999.
De ministers wijzen elk één bestuurslid aan. Echter, tot de statuutwijziging van 1999
benoemde de Minister van Defensie twee bestuursleden.
Tot 1999 wordt de voorzitter door de Ministers gezamenlijk benoemd. Deze wordt sinds
de statuutwijziging van 1999 benoemd door de Minister van Economische Zaken. Deze
benoemt ook nog één bestuurslid.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging benoeming
(140.)
Handeling: Het jaarlijks (mede) toekennen van een toelage aan de voorzitter en/of
een reis- en verblijfskostenvergoeding aan de bestuursleden van het NIVR.
Periode: 1975–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 15.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 17 mei 1976, artikel 15.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 5.
Product: Ministeriële beschikking
Opmerking: Tot de statuutwijziging in 1999 werd dit toegekend in overleg met andere
de Ministers. Tussen 1955 en 1976 kreeg het Dagelijks Bestuur een jaarlijkse toelage.
Na de wijzigingen in 1976 krijgt de voorzitter een jaarlijkse toelage en de bestuursleden
een reis- en verblijfskostenvergoeding. Sinds de wijzigingen in 1999 krijgt alleen
de voorzitter nog een jaarlijkse toelage. Aan de bestuursleden kan – bij besluit van
het bestuur – een onkostenvergoeding worden toegekend.
Waardering: V; 7 jaar
(141.)
Handeling: Het (mede) goedkeuren van de balans, de staat van baten en lasten, het
werkplan en de begroting van het NIVR.
Periode: 1975–
Bron: Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955,
artikel 3.
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975, artikels 2 en 3.
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001, artikels 3 en 8.
Product: Goedkeuring
Waardering: B 5 (werkplan en begroting)
V; 7 jaar (overige neerslag)
(142.)
Handeling: Het (mede) wijzigen van de statuten van het NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 16.
Product: Besluit
Opmerking: Hiervoor moet wel het bestuur gehoord worden.
Waardering: B 4
(143.)
Vervallen.
(144.)
Handeling: Het verlenen van mandaat aan het NIVR om het Besluit subsidies civiele
vliegtuigontwikkeling uit te voeren.
Periode: 2000–
Grondslag: Verlening mandaat uitvoering Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling
(Stcrt. 2000, 113).
Product: Beschikking
Waardering: V 20 jaar
(150.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter van het bestuur van de stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek (CMO).
Periode: 1980–1995
Product: Benoemingbesluit, zoals:
Pieter van Vollenhoven voorzitter Stichting CMO (Stcrt. 1988, 250)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(151.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van subsidie aan het CMO.
Periode: 1980–1995
Bron: TK II 1995–1996, 24 400-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1996, nr. 2, p. 85.
TK II 1995–1996, 24 400-XII, Vaststelling van de begroting V&W voor het jaar 1996,
nr. 3, p. 51.
TK II 1995–1996, 24 400-X, Vaststelling van de begroting Defensie voor het jaar 1996,
nr. 2, p. 140.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(152.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van een vergoeding aan het Nederlands Instituut voor Maritiem onderzoek (NIM).
Periode: 1995–2002
Bron: TK II 1996–1997, 25 000-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1997, nr. 2, p. 94 en 98.
TK II 1996–1997, 25 000-XII, Vaststelling van de begroting V&W voor het jaar 1997,
nr. 2, p. 263.
TK II 1996–1997, 25 000-X, Vaststelling van de begroting Defensie voor het jaar 1997,
nr. 2, p. 139–140.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(153.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen werkwijze van de Adviescommissie Maritieme
onderzoeksinfrastructuur.
Periode: 1993–1994
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: Deze commissie wordt ook wel de Commissie-Zandbergen genoemd.
Waardering: B 4
(156.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van de Beoordelingscommissie
Maritiem onderzoek.
Periode: 1995–1997
Grondslag: Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), artikel 5 lid 3,
vervallen bij Besluit van 14 november 1997 (Stb. 555 – SMO).
Product: Benoemingsbesluit
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(159.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van de Adviescommissie Maritiem
onderzoek.
Periode: 1997–2001
Grondslag: Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikel 5
lid 3, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Beschikking (benoeming), zoals:
Benoeming leden Adviescommissie SMO (Stcrt. 2000, 230)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(163.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van subsidie voor het uitvoeren van maritiem onderzoek
buiten de Subsidieregeling Maritiem onderzoek en de SMO om.
Periode: 1995–
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 4.
TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 2000,
nr. 2, p. 84.
Product: Beschikking
Opmerking: Naast de SMO-regeling werden op instigatie van onder andere het Nederlands
Instituut voor maritiem onderzoek (NIM) onderzoeksprojecten gesubsidieerd.
Waardering: V 20 jaar
(164.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van missiesubsidie aan het Maritiem
Research Instituut Nederland (MARIN) en het Waterloopkundig Laboratorium (WL/Delft
Hydraulics).
Periode: 1945–
Bron: TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
2000, nr. 2, p. 92–95.
Product: Beschikking
Opmerking: Onder missiesubsidie wordt verstaan: een subsidie die verstrekt wordt om
een bepaald programma uit te voeren.
Waardering: B 5
(165.)
Vervallen.
(166.)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor bepalingen in het Besluit subsidies
maritiem onderzoek.
Periode: 1997–2001
Grondslag: Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikels 13;
16 en 17, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Beschikking (ontheffing)
Waardering: V 20 jaar
(167.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen van werkwijze van de Interdepartementale
commissie voor het maritieme onderzoek (ICOMAR).
Periode: 1984–1997
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid van 10 december 1979, nr. DGWB-13.838
Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 1984, nr. WJA 684/777
[wijziging van de beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid]
Instelling Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek (Stcrt. 1990,
65)
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie maritiem onderzoek (Stcrt.
1992, 248)
Opmerking: Sinds 1987 functioneert de ICOMAR als zelfstandige subcommissie van het
Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) (Stcrt. 108).
Waardering: B 4
(169.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter, tevens lid van de ICOMAR.
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 1.
Product: Beschikking
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(170.)
Handeling: Het deelnemen aan de ICOMAR.
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 2.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hiermee is ambtenaar belast
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(176.)
Handeling: Het (mede) bieden van financiële steun aan bedrijven die in moeilijkheden
zijn geraakt.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Regeling steun individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikels 3 lid
1, 6 lid 1, 10 lid 1 en 21.
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat om bedrijven met ten minste 20 werknemers in vaste dienst, die
gelegen zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes maanden
vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag zeven of meer zal bedragen.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV verantwoordelijk is, dienen hun aanvraag om financiële steun bij deze Minister
in te dienen. Alle andere bedrijven dienen hun aanvraag in bij de Minister van EZ.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
De betrokken bedrijfstak/ken mag/mogen zich niet tegen de steun verzetten.
De financiële steun bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van Financiën kan de steun beëindigen en de reeds uitgekeerde bedragen
terugeisen.
De Minister van EZ kan, indien van toepassing in samenwerking met de Minister van
SZW, aan de financiële steunverlening nadere voorwaarden verbinden.
Het nemen van beslissingen aangaande deze regeling gebeurt door de Minister van EZ
c.q. de Minister van LNV, in overeenstemming met de Ministers van SZW en Financiën
Waardering: toegewezen: B 5
(177.)
Handeling: Het ter beschikking stellen van overbruggingssteun.
Periode: 1980–1991
Grondslag: Regeling steun individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikel 5.
Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 22.
Product: Beschikking
Opmerking: Overbruggingssteun wordt toegekend voor een periode van hooguit zes maanden
en in de vorm van een kredietgarantie.
Overbruggingssteun kan worden verleend door de Minister, als hij een nader onderzoek
wil instellen, voordat hij een beslissing neemt op de aanvraag voor financiële steun
Door het ter beschikking stellen van overbruggingssteun wordt de Minister niet gebonden
ten aanzien van de beslissing op de aanvraag van financiële steun.
De Minister kan aan overbruggingssteun nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(178.)
Handeling: Het beslissen of de vorderingen van de Staat die uit de financiële steunverlening
voortvloeien in het geheel of ten dele achterwege kunnen blijven.
Periode: 1980–1991
Grondslag: Regeling steun aan individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikel 17.
Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 21.
Product: Beschikking
Waardering: niet terugbetaald: B 5
wel terug betaald: V; 7 jaar
(179.)
Handeling: Het geven van richtlijnen waarnaar de administratie van het steunaanvragende
bedrijf moet worden ingericht.
Periode: 1980–1991
Grondslag: Regeling steun aan individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikel 20
lid 1 onder a.
Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 18 lid 1 onder a.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(180.)
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van het te besteden bedrag aangaande financiële
steun (1980–1984) of herstelfinanciering (1984–1991).
Periode: 1980–1991
Grondslag: Regeling steun aan individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikel 22
lid 1.
Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 6 lid 3.
Product: Artikel in de Staatscourant, zoals:
Beschikbare gelden (Stcrt. 1980, 50).
Opmerking: Dit geldt bij de Regeling herstelfinanciering zowel voor de bedragen bestemd
voor kleine of middelgrote ondernemingen als die voor grote ondernemingen.
Waardering: V; 1 jaar
NB. De Staatscourant wordt bewaard.
(181.)
Handeling: Het vaststellen dat de Regeling steun aan individuele bedrijven (1980–1984)
of de Regeling herstelfinanciering (1984–1991) niet meer van toepassing is op bedrijven
die voornamelijk werkzaam zijn in een bij die beschikking aan te duiden bedrijfstak.
Periode: 1980–1991
Grondslag: Regeling steun aan individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikel 23.
Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 6 lid 1 onder a.
Product: Artikel in de Staatscourant, zoals:
– Uitsluiting bedrijfstakken (Stcrt. 1980, 50)
– Uitsluiting bedrijfstakken van de Regeling steun aan individuele bedrijven (Stcrt.
1983, 30)
– Uitsluiting bedrijfstakken [bijlage 1 bij de Regeling herstelfinanciering 1984]
(Stcrt. 1984, 60)
Opmerking: De betreffende bedrijfstakken worden uitgesloten van deze vorm van steun,
omdat er voor die bedrijfstakken een gericht sectorbeleid gevoerd wordt of gevoerd
gaat worden.
Waardering: V; 1 jaar
NB. De Staatscourant wordt bewaard.
(183.)
Handeling: Het benoemen van de leden en de voorzitter van het College van Advies voor
herstelfinanciering.
Periode: 1984–1991
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 2 lid 3.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(184.)
Handeling: Het (mede) verlenen van herstelfinanciering aan een ondernemer.
Periode: 1984–
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1980, 60), artikels 5 en 7.
Product: Beschikking
Opmerking: De onderneming moet in continuïteitsproblemen verkeren of daarin geraken.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
Kleine of middelgrote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking
als zij gevestigd zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes
maanden vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag 18,5 zal bedragen.
Grote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking als de activiteiten
van de onderneming:
van betekenis zijn voor de Nederlandse economie,
moeilijk of slechts op zeer kostbare wijze door een andere onderneming gereproduceerd
kunnen worden.
Maakt de onderneming deel uit van een groep, dan wordt bij de aanvraag de positie
van de groep als geheel in beschouwing genomen.
De aanvraag voor herstelfinanciering moet gezonden worden aan het Bureau Bijzondere
Bedrijfsproblemen van EZ.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV of de Minister van V&W verantwoordelijk zijn, dienen hun aanvraag om financiële
steun bij die betreffende Minister in te dienen.
De herstelfinanciering bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van EZ kan aan de herstelfinanciering nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(185.)
Handeling: Het bepalen dat de vorderingen van de Staat die voortvloeien uit de herstelfinanciering
op een door de Minister te bepalen wijze zijn achtergesteld bij andere vorderingen
op de ondernemer.
Periode: 1984–1991
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikel 10 lid 2.
Product: Beschikking
Waardering: niet terugbetaald: B 5
wel terugbetaald: V; 7 jaar
(186.)
Handeling: Het verlenen van financiële steun aan het RSV-concern.
Periode: 1968–1983
Bron: TK II 1978–1979, 14 969, Scheepsbouw en zware industrie in Nederland, nr. 31,
p. 1.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(189.)
Handeling: Het verlenen van financiële steun aan de NV. Koninklijke Nederlandse Vliegtuigenfabriek
Fokker.
Periode: 1945–1996
Bron: Staat neemt voor 49 procent deel in aandelenkapitaal Fokker (Stcrt. 1987, 240)
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(190.)
Handeling: Het verlenen van (financiële) steun aan Van Doorne’s Transmissie BV.
Periode: 1945–
Bron: Op basis van een interview met een materiedeskundige.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(191.)
Handeling: Het verlenen van (financiële) steun aan DAF NV.
Periode: 1945–
Bron: TK II 1996–1997, Financiële relaties met grote ondernemingen, nr. 2, p. 7.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(192.)
Handeling: Het verlenen van (financiële) steun aan NedCar NV.
Periode: 1945–
Bron: TK II 1996–1997, Financiële relaties met grote ondernemingen, nr. 2, p. 7.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(193.)
Handeling: Het verlenen van (financiële) steun aan Philips NV.
Periode: 1945–
Bron: TK 2000–2001, 24 400-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 2001, nr. 12.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(194.)
Handeling: Het verlenen van (financiële) steun aan de Koninklijke Hoogovens NV.
Periode: 1945–1999
Bron: Op basis van een interview met een materiedeskundige.
Product: Beschikking
Waardering: B 5
(195.)
Handeling: Het verlenen van (financiële) steun aan de scheepsbouw- en zware metaalindustrie.
Periode: 1978–
Bron: TK II 1977–1978, 14 969, Scheepsbouw en zware metaalindustrie in Nederland,
nr. 1.
Steunplan scheepsbouw en zware metaal: ruim f 800 miljoen (Stcrt. 1978, 59).
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hier onder andere om steun aan de Verenigde Machinefabrieken Stork
NV., (VMF-Stork), de Industriële Handelscombinatie (IHC) en Van der Giessen-De Noord
(GN).
Waardering: B 5
(196.)
Handeling: Het verlenen van (tijdelijke en/of financiële) steun aan individuele ondernemingen.
Periode: 1945–
Bron: Staatsalmanak 1946, p. 469.
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hier om (financiële) steun die voor of buiten de Regeling steun
aan individuele bedrijven of de Regeling herstelfinanciering 1984 verleend werd.
Met uitzondering van de steunverlening aan RSV, Fokker, NedCar, Philips, Koninklijke
Hoogovens, Van Doorne’s Transmissie en DAF.
Waardering: B 5
(197.)
Handeling: Het benoemen van een voorzitter en leden van de Ontwikkelingsraad.
Periode: 1954–2001
Grondslag: Besluit benoeming leden Ontwikkelingsraad (Stcrt. 1972, 187);
Besluit TOK 1994 (Stb. 1994, 435), art. 5 leden 3 en 6, vervallen bij Besluit van
20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Benoemingsbeschikking, zoals:
Ministeriële beschikking 1954 (Stcrt. 1954, 142)
Opmerking: Hieronder valt ook het aanwijzen van waarnemers bij vergaderingen van de
Ontwikkelingsraad.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(200.)
Vervallen.
(201.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van ontwikkelingskredieten aan ondernemers
voor de uitvoering van projecten
Periode: 1954–2001
Grondslag: Ministeriële beschikking 1954 (Stcrt.1954, 142);
Regeling technische ontwikkelingskredieten (TOK) 1987 (Stcrt. 1986, 241), art. 2 lid
1, art 3 lid 1 en art 4 ;
Regeling technische ontwikkelingskredieten 1991 (Stcrt. 1991, 146), art. 2;
Besluit technische ontwikkelingskredieten (Stb. 1994, 435), art. 2, vervallen bij
Besluit van 4 december 1996 (Stb. 1996, 611);
Besluit technische ontwikkelingskredieten 1997 (Stb. 1996, 611), art. 2 lid 1, vervallen
bij Besluit van 20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Beschikking
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(202.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit technische ontwikkelingskredieten
(TOK) 1997.
Periode: 1997–2001
Grondslag: Besluit technische ontwikkelingskredieten 1997 (Stb. 1996, 611), art.14
lid 2 en art. 15 lid 1, vervallen bij Besluit van 20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Ontheffingbeschikking
Waardering: V 10 jaar
(204.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan ondernemers voor de uitvoering
van een ontwikkelingsproject.
Periode: 2001–
Grondslag: Besluit subsidies technische ontwikkelingsprojecten (TOP) (Stb. 2001, 203),
art. 2 lid 1 en art. 26.
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan een voorschot verstrekken op de vastgestelde subsidie.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(205.)
Vervallen.
(206.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit subsidies TOP.
Periode: 2001–
Grondslag: Besluit subsidies TOP (Stb. 2001, 203), art. 15, 19 lid 2.
Product: Ontheffingsbeschikking
Opmerking: Hiermee wordt bedoeld: het vertragen, essentieel wijzigen of stopzetten
van een project. De minister kan tevens toestemming verlenen voor een gedeeltelijke
uitvoering buiten Nederland. Daarnaast gaat het hier om ontheffing inzake het ontbinden
of vervreemden van de rechtspersoon van de subsidieontvanger, alsmede het verplaatsen
van de statutaire zetel naar het buitenland.
Waardering: B 5
(207.)
Handeling: Het benoemen van een voorzitter en leden van de Adviescommissie Technische
ontwikkelingsprojecten (TOP).
Periode: 2001–
Grondslag: Besluit subsidies TOP (Stb. 2001, 203), art. 5 lid 4.
Product: Benoemingsbeschikking
Opmerking: De minister kan tevens waarnemers aanwijzen bij de vergaderingen van de
adviescommissie.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(210.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan onderzoeksinstellingen
en samenwerkingsverbanden voor de uitvoering van een onderzoeksproject in het kader
van een onderzoeksprogramma
Periode: 1981–
Grondslag: Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoekprogramma’s (IOP’s)
(Stcrt. 1997, 242) art 2 lid 1, art. 7 en art. 20.
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening
Waardering: B 5
(211.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Subsidieregeling IOP’s.
Periode: 1981–
Grondslag: Subsidieregeling IOP’s (Stcrt. 1997, 242) art. 12 leden 1 en 2; art. 14
leden 1, 2 en 3 en art. 15.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
onderzoeksproject. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke
uitvoering van het project buiten Nederland. Ontheffing kan ook plaatsvinden met betrekking
tot de rechten van intellectueel eigendom zoals het verspreiden van onderzoeksresultaten
in pand aan derden (zekerheidsrecht).
Waardering: V 10 jaar
(212.)
Vervalt.
(213.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Stuurgroep IOP’s en geven van instructies .
Periode: 1981–1992
Grondslag: Besluit instelling Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 1.
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
(214.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een voorzitter en ambtelijke en niet-ambtelijke
leden van de Stuurgroep IOP’s.
Periode: 1992–
Grondslag: Hernieuwde instelling stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1992, 129) art. 5 lid 1
en 2;
Instellingsbesluit stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1996, 243) art. 6 lid 2;
Instellingsbesluit stuurgroep IOP’s (Stcrt. 2000, 239) art. lid 2, 3, 4.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(221.)
Handeling: Het (mede) instellen van een Programmacommissie IOP en geven van instructies.
Periode: 1985–1992
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Programmacommissie Biotechnologie (Stcrt. 1981, 178)
Programmacommissie (tijdelijk) Industriële Biotechnologie (Stcrt. 1985, 101)
Waardering: B 4
(222.)
Handeling: Het (mede) instellen van een Programmacommissie IOP en geven van instructies.
Periode: 1992–
Grondslag: Hernieuwde Instelling Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1992, 129), art. 3 onder
f;
Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1996, 243) art. 3 onder f;
Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s 2000 (Stcrt. 2000, 239) art. 3 onder f.
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Programmacommissie IOP Katalyse( Stcrt 1991, 253);
Programmacommissie IOP Beeldverwerking (Stcrt. 1996, 34);
Programmacommissie IOP Mens Machine (Stcrt. 1998, 198);
Programmacommissie IOP Precisietechnologie (Stcrt. 2000, 22);
Programmacommissie IOP Genomics (Stcrt. 2000, 241).
Waardering: B 4
NB. zie ook handeling 220 (‘Het instellen van Programmavoorbereidingscommissies en
Programmacommissies’).
(229.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een secretaris en leden van een Tijdelijke PC.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van een adviseur.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(235.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een secretaris en leden van de Tijdelijke Programmacommissie
Industriële Biotechnologie (PcIB).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid 1.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van een adviseur van de PcIB.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(241.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de secretaris en de leden van de Tijdelijke adviescommissie
IOP’s.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(246.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de secretaris en de leden van de Tijdelijke adviescommissie
innovatiegericht onderzoekprogramma biotechnologie (IOP-b).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(251.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van een Programmacollege
IOP’s.
Periode: 1945–
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van waarnemers bij de vergaderingen
van het programmacollege.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(255.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van Programmacollege
IOP milieutechnologie.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instelling programmacollege IOP milieutechnologie (Stcrt. 1991, 253) art.
4 lid 1.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van waarnemers bij de vergaderingen
van het programmacollege.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(259.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan ondernemers voor de uitvoering
van haalbaarheids-, onderzoeks-, of demonstratieprojecten in het kader van een Technologieprogramma.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
(Stcrt. 1988, 42) art. 3, 18 lid 1.
Besluit subsidies programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering (Stb. 1994,
436) art. 1, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS)
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan een voorschot verstrekken voor de gemaakte projectkosten.
Hij kan tevens een beschikking inzake subsidietoekenning intrekken. Een college van
externe deskundigen met een niet-ambtelijke status adviseert de minister inzake de
subsidieaanvraag.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(260.)
Handeling: Het vaststellen en bekendmaken van technologieprogramma’s.
Periode: 1988–1997
Grondslag: Subsidieregeling programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
(Stcrt. 1988, 42) art. 2, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS)
Product: Beschikking (bekendmaking), zoals:
Programma’s bedrijfsgerichte technologiestimulering (Stcrt. 1988, 42);
Biotechnologie (Stcrt. 1992, 6);
Milieutechnologie (Stcrt. 1992, 6);
Materiaaltechnologie (Stcrt. 1992, 6);
Informatietechnologie (Stcrt. 1992, 6).
Opmerking: Een technologieprogramma bevat een beschrijving van technologiegebieden
als informatietechnologie, biotechnologie, materiaaltechnologie, medische technologie.
Het programma geeft doelstellingen aan en noemt soorten projecten die voor subsidie
in aanmerking komen.
Waardering: V 10 jaar
(261.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen aangaande de uitvoering van
haalbaarheids-, onderzoeks-, of demonstratieprojecten in het kader van een technologieprogramma.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
(Stcrt. 1988, 42) art. 15 lid 3;
Besluit subsidies programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering (Stb. 1994,
436) art. 14 lid 1 en 2, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS)
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Het gaat hier om ontheffing van bepalingen aangaande tijdsduur, verslaglegging
omtrent voortgang van het project en octrooistelling onder eigen naam. Tevens kan
de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering van een project
buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(262.)
Handeling: Het vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in het Besluit
subsidies programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering en geven van instructies.
Periode: 1994–1997
Grondslag: Besluit subsidies programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
(Stb. 1994, 436) art. 2 lid 2, art. 3 lid 1, art.6 , art. 7 lid 1 en 2, art. 10 lid
1 onder b, art. 15 lid 2, art. 18, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS)
Product: Ministeriële regeling, zoals:
Uitvoeringsregeling PBTS 1994 (Stcrt. 1994, 114);
Uitvoeringsregeling PBTS 1995 (Stcrt. 1995, 30);
Uitvoeringsregeling PBTS 1995 (Stcrt. 1996, 21).
Waardering: B 1
(263.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van Tijdelijke adviescolleges
programmatische stimulering op basis van de Subsidieregeling programmatische bedrijfsgerichte
technologiestimulering (Stcrt. 1988, 42)
Periode: 1988–1989
Grondslag: Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering materiaaltechnologie
(Stcrt. 1988, 134) art.4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS);
Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering medische technologie
(Stcrt. 1988, 134) art. 4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS);
Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering micro- electronica,
(Stcrt. 1988, 134) art. 4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS);
Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering productvernieuwing
(Stcrt. 1988, 134) art. 4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS).
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(265.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van Adviescolleges programmatische
bedrijfsgerichte technologiestimulering op basis van de Subsidieregeling PBTS (Stcrt.
1988, 42).
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instelling Adviescolleges programmatische stimulering informatietechnologie
1991 (Stcrt. 1991, 149) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638–BTS);
Instelling Adviescolleges 1992 (Stcrt. 1992, 54) art. 4, vervallen bij Besluit van
10 december 1996 (Stb. 638 – BTS);
Instelling vijf adviescolleges programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
voor 1993 (Stcrt. 1993, 110) art. 4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Het Adviescollege programmatische stimulering informatietechnologie 1991
bestond uit de volgende adviescolleges:
Adviescollege programmatische stimulering informatietechnologie, onderdeel in- en
externe integratie;
Adviescollege programmatische stimulering informatietechnologie, onderdeel micro-electronica;
Adviescollege programmatische stimulering informatietechnologie, onderdeel gedistribueerde
multimediasystemen.
Met de Instelling adviescolleges PBTS 1992 zijn de volgende adviescolleges ingesteld:
Adviescollege programmatische stimulering biotechnologie 1992;
Adviescollege programmatische stimulering materiaaltechnologie 1992;
Adviescollege programmatische stimulering milieutechnologie 1992.
Met de Instelling vijf adviescolleges programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
voor 1993 zijn de volgende adviescolleges ingesteld:
Adviescollege programmatische stimulering biotechnologie 1993;
Adviescollege programmatische stimulering informatietechnologie 1993 onderdeel geavanceerde
IT-systemen;
Adviescollege programmatische stimulering informatietechnologie 1993, onderdeel mechtronica;
Adviescollege programmatische stimulering materiaaltechnologie 1993;
Adviescollege programmatische stimulering milieutechnologie 1993.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(268.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan collectiviteiten voor de
uitvoering van een technologisch onderzoeksproject.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
(Stcrt. 1991, 147) art. 3 lid 1, art. 23 lid 2;
Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten 1994
(Stcrt. 1994, 114) art. 2, art. 5 lid 1, art. 24 lid 1, vervallen bij Besluit van
10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan tevens een voorschot op de toegezegde subsidie verstrekken.
Met collectiviteit is hier bedoeld: ‘een rechtspersoon zonder winstoogmerk die tot
doel heeft om ten behoeve van de aangesloten ondernemers onderzoek- dan wel haalbaarheidsprojecten
te (laten) verrichten.’
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(269.)
Handeling: Het vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in de Subsidieregeling
Bedrijfsgericht onderzoek door collectiviteiten en geven van instructies.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgericht onderzoek door collectiviteiten (Stcrt.
1994, 114) art. 5 onder 1, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS).
Product: Ministeriële regelingen, zoals:
Wijziging Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
1994 en vaststelling van het voor 1995 beschikbare budget (Stcrt. 1995, 23);
Wijziging Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
1994 en vaststelling van het voor 1996 beschikbare budget (Stcrt. 1996, 12).
Waardering: B 1
(270.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Subsidieregeling bedrijfsgericht
onderzoek door collectiviteiten.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
(Stcrt. 1991, 147) art. 15 lid 1, 2, 3;
Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten 1994
(Stcrt. 1994, 114) art. 14 lid 1, 2, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Beschikking
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
onderzoekproject. Ontheffing kan tevens worden verleend voor een gedeeltelijke uitvoering
buiten Nederland. Verder kan de minister ontheffing verlenen voor de tenaamstelling
op de naam van een derde bij de octrooi-aanvragen die voortvloeien uit het project.
Waardering: V 10 jaar
(271.)
Handeling: Het benoemen van een voorzitter en de leden van de Beoordelingscommissie
collectief onderzoek.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
(Stcrt. 1991, 147) art. 5 lid 3;
Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten 1994
(Stcrt. 1994, 114) art. 6 lid 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De minister kan tevens waarnemers aanwijzen bij de vergaderingen van de
commissie.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(274.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan ondernemers voor de uitvoering
van technologische samenwerkingsprojecten of verbeteringsprojecten binnen een aangewezen
product-markt-combinatie.
Periode: 1992–1997
Grondslag: Subsidieregeling-T&U 1992 (Stcrt. 1991, 252) art. 2 lid 1 en 2, art. 10,
23 lid 2, art. 24 lid 1;
Besluit subsidies toeleveren en uitbesteden (Stb. 1994, 433) art 2 lid 1, art 5 lid
1, 2, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Beschikking
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(275.)
Handeling: Het vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in het Besluit
subsidies toeleveren en uitbesteden en het geven van instructies.
Periode: 1992–1997
Grondslag: Besluit subsidies toeleveren en uitbesteden (Stb. 1994, 433) art. 2 lid
1, art. 5, art. 6 lid 2, art. 13 lid 2, art. 16 lid 2, vervallen bij Besluit van 10
december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Ministeriële regeling, zoals:
Uitvoeringsregeling T&U (Stcrt. 1994, 114).
Opmerking: In de regeling werden de product-markt-combinaties aangewezen, zoals bedoeld
in artikel 2 van het Besluit subsidies toeleveren en uitbesteden (Stb. 1994, 433).
Het totaal beschikbare bedrag voor subsidietoezeggingen werd ieder kalenderjaar vastgesteld
en de regeling voorzag in de vaststelling van een model-aanvraagformulier.
Waardering: B 1
(276.)
Handeling: Het opstellen en uitvoeren van demonstratieprogramma’s.
Periode: 1992–1997
Grondslag: Besluit subsidies toeleveren en uitbesteden (Stb. 1994, 433) art. 14 lid
4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638–BTS).
Product: Demonstratieprogramma
Opmerking: Het demonstratieprogramma richt zich onder meer op het overdragen van kennis
– kennisdiffusie – die betrekking heeft op de uitvoering van technologische samenwerkingsprojecten,
alsmede het onder de aandacht brengen van ontwikkelingen op het gebied van toeleveren
en uitbesteden.
Voor het uitoefenen van deze bevoegdheid kunnen derden worden aangewezen.
Waardering: V 5 jaar met uitzondering van 1 exemplaar van het eindproduct
(277.)
Vervallen.
(278.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit subsidies toeleveren
en uitbesteden.
Periode: 1992–1997
Grondslag: Besluit subsidies toeleveren en uitbesteden (Stb. 1994, 433) art. 12 lid
1 en 2, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(281.)
Handeling: Het verstrekken van subsidie aan ondernemers die gezamenlijk met niet in
Nederland gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen deelnemen in een internationaal
technologieprogramma.
Periode: 1989–2001
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfgerichte technologiestimulering in internationale
programma’s (Stcrt. 1989, 110) art. 3, art. 18 lid 1;
Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologiestimulering internationale programma’s
(Stb. 1994, 434) art. 2 lid 1, vervallen bij Besluit van 5 juli 1997 (Stb. 331 – BIT);
Besluit subsidies bedrijfsgerichte internationale technologieprogramma’s (Stb. 1997,
331) art. 2 lid 1, vervallen bij Besluit BTS (Stb. 2001, 228).
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan een voorschot verstrekken voor de gemaakte projectkosten.
Hij kan tevens een beschikking inzake subsidietoekenning intrekken. Een college van
externe deskundigen met een niet-ambtelijke status adviseert de minister inzake de
subsidieaanvraag.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(282.)
Handeling: Het aanwijzen en bekendmaken van internationale technologieprogramma’s.
Periode: 1989–1994
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgerichte technologiestimulering in internationale
programma’s (Stcrt. 1989, 110) art. 2, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb.
228 – BTS).
Product: Internationale technologieprogramma’s zoals:
Memorandum of Understanding inzake bilaterale technologische samenwerking Nederland/Israel
(Stcrt. 1986, 235);
Eureka-initiatief (Stcrt. 1989, 110);
Coopération Européenne dans le domaine des Sciences et des Techniques (COST) (Stcrt.
1989, 110).
Waardering: V 10 jaar
(283.)
Vervallen.
(284.)
Vervallen.
(285.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen aangaande de uitvoering van
een project in het kader van een internationaal technologieprogramma.
Periode: 1989–1994
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgerichte technologiestimulering in internationale
programma’s (Stcrt. 1989, 110) art. 13 lid 1, 2;
Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologiestimulering internationale programma’s
(Stb. 1994, 434) art. 7 lid 1, art. 14 lid 1 en 2, art 15 lid 2, vervallen bij Besluit
van 5 juli 1997 (Stb. 331 – BIT);
Besluit subsidies bedrijfsgerichte internationale technologieprogramma’s (Stb. 1997,
331) art. 12 lid 1, 2, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(286.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en leden van de Adviescommissie technologische
samenwerking.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten
(Stb. 1996, 638) art. 5 lid 3.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Het adviescollege is ingesteld met het Besluit subsidies bedrijfsgerichte
technologische samenwerkingsprojecten. Hieronder valt ook het aanwijzen van waarnemers
bij de vergaderingen van het adviescollege.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(289.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan ondernemers of samenwerkingsverbanden
voor de uitvoering van een samenwerkingsproject.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten
(Stb.1996, 638) art. 2 lid 1.
Product: Beschikking
Opmerking: Met een samenwerkingsverband wordt hier bedoeld: ‘een geen rechtspersoonlijkheid
bezittend verband, bestaande uit minstens twee, niet in een groep verbonden ondernemers.’
De subsidie wordt ook verleend aan ondernemers buiten een dergelijk samenwerkingsverband,
maar alleen als ze een deel van de activiteiten uitbesteden aan andere natuurlijke
personen of rechtspersonen, die niet met hem in een groep, commanditaire vennootschap,
vennootschap onder firma of een maatschap zijn verbonden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(290.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit subsidies bedrijfsgerichte
technologische samenwerkingsprojecten
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten
(Stb.1996, 638) art. 13 en art. 16.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
ervan buiten Nederland. Ontheffing kan ook plaatsvinden met betrekking tot de rechten
van intellectueel eigendom.
Waardering: V 10 jaar
(291.)
Vervallen.
(292.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan een organisatie voor de uitvoering
van een voorlichtingsplan inzake informatietechnologie door een extern bureau.
Periode: 1984–1988
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsvoorlichting informatietechnologie (Stcrt. 1984,
242) art. 2 lid 1, art. 8 lid 2.
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan eenmaal een voorschot verstrekken op de vastgestelde subsidie.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(294.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan branche-organisaties voor
de uitvoering van een stimuleringsproject inzake informatietechnologie door een extern
bureau.
Periode: 1989–
Grondslag: Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering (BIS) (Stcrt.1989,
53) art. 2 lid 1, art. 8 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan eenmaal een voorschot verstrekken op de vastgestelde subsidie.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(295.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Subsidieregeling branchegewijze
informaticastimulering.
Periode: 1989–
Grondslag: Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering 1991 (Stcrt. 1991,
22) art. 15 lid 1
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
stimuleringsproject.
Waardering: V 10 jaar
(300.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan een overheidsinstelling
voor de ontwikkeling van informaticasystemen.
Periode: 1987–1992
Grondslag: Subsidieregeling stimuleringsprogramma informatietechnologie overheidsaanschaffingen
(Stcrt. 1987, 115) art. 2, 12, art. 6 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: De subsidie is uitsluitend bedoeld voor pilotprojecten in de ontwikkelings-
en demonstratiefase van een representatief deel van een informaticasysteem. De minister
kan voorschotten verstrekken op de vastgestelde subsidie.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(301.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Subsidieregeling stimuleringsprogramma
informatietechnologie overheidsaanschaffingen.
Periode: 1987–1992
Grondslag: Subsidieregeling stimuleringsprogramma informatietechnologie overheidsaanschaffingen
(Stcrt. 1987, 115) art. 8 onder a, b en d
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het vertragen, stopzetten of wijzigen van een pilotproject.
Tevens kan de minister uitstel geven van de uitvoering van het hele informaticasysteem
nadat het pilotproject succesvol is gebleken. Hij kan ook inzake de schriftelijke
verslaglegging over de projectvoortgang afwijkend beschikken.
Waardering: V 10 jaar
(302.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan een samenwerkingsverband
dat in Nederland een telematica gidsproject uitvoert dat past in het Programma telematica
gidsprojecten.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Subsidieregeling telematica gidsprojecten (Stcrt. 1991, 96) art. 2, 19
lid 3, 4
Product: Beschikking
Opmerking: In 1991 was het Programma telematica gidsprojecten gericht op chipcardtechnologie,
multimediatechnologie en informatiebeveiligingstechnologie. In 1992 is daar Product
Data Interchange (PDI) aan toegevoegd.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(303.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Subsidieregeling telematica
gidsprojecten.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Subsidieregeling telematica gidsprojecten (Stcrt. 1991, 96) art. 15
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project.
Waardering: V 10 jaar
(304.)
Handeling: Het benoemen van de leden van de Beoordelingscommissie TGP.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Subsidieregeling telematica gidsprojecten (Stcrt. 1991, 96) art. 5 lid
3
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De Beoordelingscommissie is ingesteld met de subsidieregeling telematica
gidsprojecten.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(307.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan ondernemers, samenwerkingsverbanden
of brancheorganisaties voor de uitvoering van onderzoeks-, pilot- of brancheprojecten
in het kader van een informatietechnologieprogramma.
Periode: 1994–1997
Grondslag: Besluit subsidies informatietechnologie (Stb. 1994, 432) art.2 lid 1, vervallen
bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Beschikking
Opmerking: Het vaststellen en toezeggen van voorschotten kan tevens deel uit maken
van bovenstaande beschikking.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(308.)
Handeling: Het benoemen van voorzitters en leden van Adviescolleges voor informatietechnologieprogramma’s.
Periode: 1994–1997
Grondslag: Besluit subsidies informatietechnologie (Stb. 1994, 432) art. 5 lid 3,
vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt ook het aanwijzen van waarnemers bij vergaderingen van het
adviescollege. De adviescolleges werden voorheen steeds bij afzonderlijke ministeriële
regeling ingesteld. Er is een apart adviescollege voor ieder informatietechnologieprogramma
op de gebieden van onder meer:
uitbesteding aan onderzoekinstellingen;
branchetoepassingen;
telematica.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(311.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit subsidies informatietechnologie.
Periode: 1994–1997
Grondslag: Besluit subsidies informatietechnologie (Stb. 1994, 432) art. 14 lid 1en
2, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(312.)
Vervallen.
(313.)
Handeling: Het (mede) benoemen van voorzitter en leden van de Stuurgroep ITeR.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 5 lid 1 onder a t/m f.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De Ministers van EZ en OC&W wijzen elk twee leden aan; de overigen wijzen
één lid aan.
De secretaris en tevens lid wordt aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is tevens vertegenwoordigd
in de Stuurgroep ITeR.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(314.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie voor de uitvoering van projecten
in het kader van het programma informatietechnologie en recht.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 4 lid 1 onder d.
Product: Beschikking
Opmerking: Dit wordt namens de Minister uitgevoerd door de Programmacommissie ITeR.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(319.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van krediet aan ondernemers die een ontwikkelingsproject
uitvoeren.
Periode: 1996–2001
Grondslag: Kredietregeling electronische-ontwikkeling 1996 (KREDO) (Stcrt. 1996, 112)
art. 2, 12, 23;
Besluit kredieten electronische-dienstenontwikkeling (KREDO) (Stb. 1997, 554) art.
2, 12, 23, vervallen bij Besluit van 20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Beschikking ( overeenkomst tot kredietverlening)
Opmerking: De minister kan een voorschot verstrekken op een vastgesteld krediet.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(320.)
Handeling: Het vaststellen van regels ter uitvoering van het Besluit KREDO
Periode: 1996–2001
Grondslag: Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 3, lid 1, art. 6, 7 lid 1, art. 9 onder
b, art. 10 lid 2 onder f, art. 10 lid 3, art. 12 lid 2 onder h, art. 16 lid 2 en art.
19 lid 2, vervallen bij Besluit van 20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Ministeriële regeling, zoals bijvoorbeeld:
Uitvoeringsregeling KREDO (Stcrt. 1997, 235)
Opmerking: In de regelingen worden o.a. de perioden vastgesteld na afloop waarvan
de ontvangen aanvragen worden behandeld. Ook vindt er vaststelling plaats van een
subsidieplafond voor het verlenen van kredieten en is er vaststelling van een aanvraagformulier
voor krediet. Vaststelling vindt tevens plaats van het tarief voor vergoeding van
rente over de verstrekte kredietbedragen.
Waardering: B 1
(321.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit KREDO
Periode: 1996–2001
Grondslag: Kredietregeling electronische-ontwikkeling 1996 (KREDO) (Stcrt. 1996, 112)
art. 14 lid 1, 2, art. 15;
Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 14 lid 1 en 2, art 15, vervallen bij Besluit van
20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(322.)
Handeling: Het kwijtschelden van verleende kredieten bijbehorende rentevergoedingen
Periode: 1996–2001
Grondslag: Kredietregeling electronische-ontwikkeling 1996 (KREDO) (Stcrt. 1996, 112)
art. 25;
Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 22, vervallen bij Besluit van 20 april 2001 (Stb.
203 – TOP).
Product: Beschikking
Waardering: V; 7 jaar
(323.)
Handeling: Het benoemen van een voorzitter en leden van de Adviescommissie electronische
diensten.
Periode: 1996–2001
Grondslag: Kredietregeling electronische-ontwikkeling 1996 (KREDO) (Stcrt. 1996, 112)
art. 5 lid 3;
Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 5 lid 3, vervallen bij Besluit van 20 april 2001
(Stb. 203 – TOP).
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt ook het aanwijzen van waarnemers bij de vergaderingen van
de adviescommissie.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(327.)
Handeling: Het (mede) vaststellen en verstrekken van subsidie aan een samenwerkingsverband
voor de uitvoering van een E.E.T.-project.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt. 1996, 91) art. 2, art. 23.
Besluit subsidies E.E.T.(Stb. 1997, 13) art. 2, 22.
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan tevens een voorschot op de toegezegde subsidie verstrekken.
De beschikking tot subsidieverlening gaat vergezeld van het aanbod van de staat tot
het sluiten van een overeenkomst.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(328.)
Handeling: Het (mede) vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in het
Besluit subsidies E.E.T.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997, 13) art. 1,2 lid 1, art. 3 lid 1,
art. 6, 7 lid 2, art. 8 lid 3, art. 14 lid 3, art. 19 lid 2.
Product: Ministeriële regeling, zoals bijvoorbeeld:
Uitvoeringsregeling E.E.T. 1998 (Stcrt 1997, 240);
Regeling vaststelling subsidieplafonds eerste tender E.E.T.-projecten 1999 (Stcrt.
1998, 244);
Vaststelling perioden en subsidieplafonds EET 2000–I (Stcrt. 2000, 242)
Vaststelling perioden en subsidieplafonds EET 2001/2002 (Stcrt. 2001, 176)
Opmerking: In de uitvoeringsregelingen worden de doelstellingen gericht op ecologische
en economische duurzaamheid vastgesteld. De regeling voorziet tevens in de vaststelling
van de minimale omvang van de projectkosten waarin de deelnemer van een samenwerkingsverband
voorziet. Verder gaat het hier om vaststelling van perioden na afloop waarvan de ontvangen
aanvragen worden behandeld, vaststelling van een subsidieplafond, en het aanvraagformulier
in combinatie van een pre- advies van de Adviescommissie E.E.T. waarvan door de minister
eventueel vrijstelling kan worden verleend.
Waardering: B 1
(329.)
Handeling: Het (mede) verlenen van ontheffing van bepalingen inzake de uitvoering
van en E.E.T-project.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt. 1996, 91) art. 15 lid 1 en 2.
Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997,13) art. 13 lid 1 en 2.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
E.E.T.-project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke
uitvoering buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(330.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de Adviescommissie E.E.T.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt 1996, 91) art. 5 lid 3.
Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997) art. 5 lid 3.
Besluit (Her)benoeming leden en wijziging samenstelling Adviescommissie E.E.T. (Stcrt
2000, 118).
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van waarnemers bij vergaderingen van
de commissie.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(333.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie aan kennisinstellingen ten behoeve
van de aanschaf of installatie van een experimentele faciliteit.
Periode: 2001–
Grondslag: Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2 (Stcrt. 2001, 79),
art. 2 lid 1 en art. 22 lid 1.
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan eenmaal een voorschot verstrekken op de vastgestelde subsidie.
Waardering: V 10 jaar
(334.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de subsidieregeling experimentele
faciliteiten ICES-KIS-2.
Periode: 2001–
Grondslag: Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2 (Stcrt. 2001, 79),
art. 2 lid 1 en art. 14 lid 1 en 2.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel afwijken van de gestelde termijn van 18
maanden waarbinnen de experimentele faciliteit in gebruik moet worden genomen. Tevens
kan de minister ontheffing verlenen voor de installatie van de faciliteit buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(335.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en leden van de Adviescommissie experimentele
faciliteiten.
Periode: 2001–
Grondslag: Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2 (Stcrt. 2001, 79),
art. 2 lid 1 en art. 5 lid 4.
Product: Beschikking (benoeming), zoals:
Benoemingen Adviescommissie experimentele faciliteiten (Stcrt. 2001, 127)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van waarnemers bij de vergaderingen
van de commissie.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(339.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan een universiteit of onderzoeksinstelling
die door een onderzoeker een zaaiproject laat uitvoeren.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikel
2 en 22.
Product: Beschikking
Opmerking: De Minister kan voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
De Minister kan de verleende subsidie verhogen.
De regeling wordt namens EZ uitgevoerd door NWO.
Waardering: V 7 jaar
(341.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en leden van de Adviescommissie zaaiprojecten
life sciences.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikel
5 lid 3.
Product: Benoemingsbeschikking, zoals:
Benoeming leden Adviescommissie zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 241)
Opmerking: De Minister kan ook waarnemers benoemen die het recht hebben om de vergaderingen
van de commissie bij te wonen.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(344.)
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van een subsidieplafond voor de in dat jaar te
verlenen subsidies.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikel
5 lid 1.
Product: Beschikking
Waardering: V; 1 jaar
NB.: Dit wordt in Staatscourant gepubliceerd. Deze wordt bewaard.
(345.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Subsidieregeling zaaiprojecten
life sciences.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikels
13, 16 en 17.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen, of stopzetten van het
zaaiproject. Tevens kan de Minister ontheffing verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
van het project buiten Nederland.
De Minister kan aan deze ontheffing voorschriften verbinden.
Waardering: V 10 jaar
(346.)
Handeling: Het verlenen van een mandaat aan de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk
onderzoek (NWO).
Periode: 2000–
Product: Beschikking (mandaatverlening), zoals:
Mandaatverlening voor uitvoering Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt.
2000, 175)
Opmerking: Dit mandaat houdt in:
het nemen van besluiten ter uitvoering van de Subsidieregeling zaaiprojecten life
sciences en het afdoen van alle daarop betrekking hebbende stukken;
het nemen van beslissingen op bezwaar tegen besluiten en het afdoen van alle daarop
betrekking hebbende stukken;
het voeren van verweer bij de behandeling van de bestuursrechter van beroepsschriften
ter zake van besluiten.
Het mandaat is verleend aan het gebiedsbestuur Aard- en Levenswetenschappen, aan het
gebiedsbestuur Medische Wetenschappen en aan het algemeen bestuur van de Nederlandse
organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO).
Waardering: V 10 jaar
(347.)
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van subsidie aan onder andere deelnemers
in een samenwerkingsverband voor de uitvoering van een deelprogramma.
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 2 lid 1, art. 8 en art. 20.
Product: Beschikking
Waardering: V 7 jaar
(348.)
Handeling: Het vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in de Subsidieregeling
programma technologie en samenleving (T&S)
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 2 lid 2 en art. 6 leden 1 en 3.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
Wijziging en uitvoering Subsidieregeling programma T&S (Stcrt. 2000,
49)
Opmerking: In de regelingen worden onder andere de deelprogramma’s en het subsidieplafond
voor iedere tenderperiode vastgesteld. Ook vindt vaststelling plaats van de perioden
na afloop waarvan de ontvangen subsidieaanvragen in het kader van het desbetreffende
deelprogramma worden behandeld.
Waardering: B 1
(349.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen aangaande de uitvoering van
Subsidieregeling programma technologie en samenleving.
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 13 leden 1 en 2.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke uitvoering
buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(350.)
Handeling: Het benoemen van een voorzitter en leden van de Stuurgroep technologie
en samenwerking (T&S).
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 5 lid 3.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt ook het aanwijzen van waarnemers bij vergaderingen van de
Stuurgroep.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(355.)
Handeling: Het instellen van het Interdepartementaal Overleg voor het Technologiebeleid
(IOT) en het geven van instructies
Periode: 1984–
Product: Instellingsbeschikking IOT (Stcrt. 1984, 53)
Waardering: B 4
(356.)
Handeling: Het (mede) benoemen van voorzitters en leden van het IOT.
Periode: 1984–
Grondslag: Instellingsbeschikking IOT (Stcrt. 1984, 53) art. 3.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(359.)
Handeling: Het benoemen van een voorzitter en leden van de Tijdelijke Adviescommissie
voor de Uitbouw van het Technologiebeleid.
Periode: 1986–1987
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie voor de uitbouw van het
technologiebeleid (Stcrt. 1986, 212) art. 5 lid 2 en 3.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De commissie was ook bekend als de Commissie-Dekker.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(362.)
Handeling: Het instellen van de tijdelijke Vervolgcommissie Technologiebeleid (VCT)
en het geven van instructies
Periode: 1988–1992
Product: Instellingsbeschikking VCT (Stcrt. 1988, 99)
Waardering: B 4
(363.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en leden van de VCT.
Periode: 1988–1992
Grondslag: Instellingsbeschikking VCT (Stcrt. 1988, 99) art. 5.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(365.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in
begeleidingswerkgroepen voor de implementatie van Europese richtlijnen, het oprichten
van communautaire instellingen en de uitvoering van communautaire actieprogramma’s
op het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notites en rapporten
Waardering: B 1
(366.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
commissies van de EU ter voorbereiding van richtlijnen, verordeningen en andere communautaire
beleidsdocumenten op het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notites en rapporten
Waardering: B 1
(367.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
ad hoc werkgroepen van de commissies van de EU ter voorbereiding van richtlijnen,
verordeningen en andere communautaire beleidsdocumenten op het gebied van industrie-
en technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notites en rapporten
Waardering: B 1
(368.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
([ad hoc] commissies ressorterende onder de) Industrieraad van de EU op het gebied
van industriebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Opmerking: Twee veel besproken onderwerpen waren: staal en scheepsbouw
Waardering: B 1
(369.)
Vervallen.
(370.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
([ad hoc] commissies ressorterende onder de) Onderzoeksraad van de EU op het gebied
van technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(371.)
Vervallen.
(372.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden van deskundige bijdragen en standpunten in de ([ad
hoc] commissies ressorterende onder de) ECOFIN van de EU op het gebied van industrie-
en technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(373.)
Vervallen.
(374.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen in de ad hoc werkgroepen
van de commissies van de Europese Unie ter voorbereiding van richtlijnen, verordeningen
en andere commuautaire beleidsdocumenten op het gebied van lucht- en ruimtevaart.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(375.)
Handeling: Het verzoeken om goedkeuring van een subsidieregeling aan de Europese Commissie
op het gebied van industrie- en technologiebeleid
Periode: 1945–
Product: Verzoek
Waardering: B 1
(376.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
VN ter voorbereiding van richtlijnen en andere communautaire beleidsdocumenten op
het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(377.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
commissies en ad hoc werkgroepen van de VN ter voorbereiding van richtlijnen en andere
communautaire beleidsdocumenten op het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(378.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
([ad hoc] commissies van de) VN/ECE op het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1947–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(379.)
Vervallen.
(380.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in de
(commissies en ad hoc werkgroepen van de ) OESO ter voorbereiding van richtlijnen
en andere communautaire beleidsdocumenten op het gebied van industrie- en technologiebeleid.Periode:
1957–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(381.)
Vervallen.
(382.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in (de
[ad hoc] commissies ressorterende onder onder) het Industry Committee van de OESO
het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1957–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notites en rapporten
Waardering: B 1
(383.)
Vervallen.
(384.)
Handeling: Het opstellen en inbrengen van deskundige bijdragen en standpunten in (de
[ad hoc] commissies ressorterende onder) het Committee on Science and Technology Policy
op het gebied van industrie- en technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notites en rapporten
Waardering: B 1
(385.)
Vervallen.
(386.)
Handeling: Het voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen inzake het industrie- en technologiebeleid en het presenteren van Nederlandse
standpunten in intergouvernementele organisaties, anders dan de VN, de EU en de OESO.
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
(387.)
Handeling: Het voeren van internationaal overleg op het gebied van lucht- en ruimtevaart.
Periode: 1945–
Product: Nota’s, notities en rapporten
Waardering: B 1
3.2. Dienst Investeringsrekening( DIR)
(32.)
Handeling: Het vaststellen, toezeggen en verlenen van investeringsbijdragen aan een
ondernemer.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet investeringsrekening (Stb. 1978, 368), zoals gewijzigd bij Wet van
25 juni 1980 (Stb. 1980, 389), artikel 5 lid 1 en 3, vervallen bij Wet van 28 december
1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Beschikking
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(33.)
Handeling: Het terugvorderen van teveel toegekende investeringsbijdragen.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), zoals gewijzigd bij Wet van
25 juni 1980 (Stb. 1980, 389), artikel 13, vervallen bij Wet van 28 december 1989
(Stb. 1989, 601).
Product: Beschikking
Waardering: V; 7 jaar
(34.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van investeringstoeslagen ter bevordering
of verbetering van de kleinschaligheid bij het ondernemen (KST).
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 5 lid 3 onder a, vervallen
bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Beschikking
Opmerking: De kleinschaligheidstoeslag is omgezet in een investeringsaftrek voor investeringen
van beperkte omvang.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(35.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van investeringstoeslagen voor grote projecten
(GPT).
Periode: 1978–1985
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikels 6 lid 1; 7 leden 3
en 4; 8; 11 en 14, vervallen bij Wet van 16 januari 1985 (Stb. 1985, 67).
Besluit voorschotten grote projecten WIR (Stb. 1980, 442), artikels 2 en 5.
Product: Beschikking
Opmerking: Hieronder valt ook het verlenen van voorschotten op de GPT.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(36.)
Handeling: Het afgeven, wijzigen of intrekken van verklaringen omtrent de nieuwheid
van installaties met betrekking tot de bijzondere regionale toeslag (BRT).
Periode: 1978–1983
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), zoals gewijzigd bij Wet van
25 juni 1980 (Stb. 1980, 389), artikel 15, vervallen bij Wet van 5 juli 1984 (Stb.
1984, 366).
Product: Beschikking (verklaring)
Waardering: V 10 jaar
(37.)
Handeling: Het afgeven, wijzigen of intrekken van verklaringen omtrent de verplaatsing
van activiteiten met betrekking tot de ruimtelijke ordeningstoeslag (ROT).
Periode: 1978–1983
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), zoals gewijzigd bij Wet van
25 juni 1980 (Stb. 1980, 389), artikel 16, vervallen bij Wet van 5 juli 1984 (Stb.
1984, 366).
Product: Beschikking (verklaring)
Waardering: V 10 jaar
(38.)
Handeling: Het afgeven, wijzigen of intrekken van verklaringen omtrent de (voorlopige)
toekenning van WIR-premies met betrekking tot de negatieve (voorlopige) aanslag (VTI).
Periode: 1978–1986
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 17, vervallen bij Wet
van 29 april 1986 (Stb. 1986, 216).
Product: Beschikking (verklaring)
Waardering: V 7 jaar
(39.)
Handeling: Het afgeven, wijzigen of intrekken van verklaringen omtrent investeringen
die van belang zijn voor een goed leefmilieu, met betrekking tot de milieutoeslag
(MT).
Periode: 1980–1988
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1980, 389), zoals gewijzigd bij Wet van
16 januari 1985 (Stb. 1985, 81), artikel 16a, vervallen bij Wet van 23 december 1987
(Stb. 1987, 624).
Product: Beschikking (verklaring), zoals:
– Aanwijzingsbeschikking milieutoeslag WIR (Stcrt. 1980, 135)
Waardering: V 7 jaar
(40.)
Handeling: Het afgeven, wijzigen of intrekken van verklaringen omtrent investeringen
die van belang zijn voor een doelmatig gebruik van energie, met betrekking tot de
energietoeslag (ET).
Periode: 1980–1988
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1980, 389), zoals gewijzigd bij Wet van
16 januari 1985 (Stb. 1985, 81), artikel 16b, vervallen bij Wet van 23 december 1987
(Stb. 1987, 624).
Product: Beschikking (verklaring), zoals:
– Aanwijzingsbeschikking energietoeslag WIR (Stcrt. 1980, 136)
Waardering: V 7 jaar
(41.)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor bepalingen in de Wet Investeringsrekening
(WIR).
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 24 lid 2, vervallen
bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(203.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie ter tegemoetkoming van de gemaakte
kosten voor R&D.
Periode: 1984–1991
Grondslag: Subsidieregeling innovatiestimulering 1984 (Stcrt. 1984, 140) art. 2, 10
lid 1;
Subsidieregeling innovatiestimulering 1989 (Stcrt. 1989, 183) art. 3, 10 lid 1.
Product: Beschikking
Opmerking: Aanvragen voor subsidie konden worden ingediend bij de DIR van het Ministerie
van EZ. De DIR nam deze aanvragen in behandeling.
Onder subsidiabele kosten werden verstaan:
de kosten die de ondernemer heeft betaald voor loon in de zin van de Wet op de loonbelasting;
de kosten voor werknemers die door een derde aan de ondernemer ter beschikking zijn
gesteld, waaronder de BTW;
de kosten voor de door de ondernemer uitbestede R&D.
Waardering: V 7 jaar
3.3. Commissariaat voor Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN)
(46.)
Handeling: Het aantrekken van buitenlandse investeringen in Nederland.
Periode: 1978–
Bron: Ministerie van Economische Zaken (CBIN), Werving voor werk en welvaart. Motieven
en middelen voor het Nederlandse acquisitiebeleid (Den Haag 1999) p. 33.
TK II 1977–1978, 14 800-XIII, Rijksbegroting voor het dienstjaar 1978, nr. 2, p. 37.
Opmerking: Dit houdt onder andere in:
Het organiseren van bijeenkomsten en seminars ter promotie van Nederland als vestigingslocatie
voor buitenlandse ondernemingen;
Het ontwikkelen, verbeteren en uitgeven van promotiemateriaal over Nederland als vestigingslocatie
voor buitenlandse ondernemingen.
Het begeleiden van buitenlandse ondernemingen bij (mogelijke) investering in Nederland.
Waardering: V 5 jaar met uitzondering van een exemplaar van het eindproduct
(47.)
Handeling: Het rapporteren over relevante veranderingen in het vestigingsklimaat in
Nederland.
Periode: 1978–
Bron: TK II 1978–1979, 15 300-XIII, Rijksbegroting voor het jaar 1979, nr. 2, p. 47–48.
Product: Rapport
Waardering: B 1
(48.)
Handeling: Het rapporteren over het beleid gericht op de acquisitie van buitenlandse
investeringen met de lagere overheden in Nederland.
Periode: 1978–
Bron: Ministerie van Economische Zaken (CBIN), Werving voor werk en welvaart. Motieven
en middelen voor het Nederlandse acquisitiebeleid (Den Haag 1999), p. 32.
TK II 1977–1978, 14 800-XIII, Rijksbegroting voor het dienstjaar 1978, nr. 2, p. 37.
Product: Rapporten
Waardering: B 1
(49.)
Handeling: Het opmaken van een jaarverslag.
Periode: 1986–
Bron: Op basis van een interview met een materiedeskundige.
Product: Jaarverslag
Opmerking: In het jaarbeeld wordt de verantwoording afgelegd over wat er het afgelopen
jaar bereikt is en worden trends gesignaleerd voor het nieuwe jaar.
Dit jaarbeeld wordt ook toegestuurd aan de Tweede Kamer.
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van eindproduct
3.4. Technisch-wetenschappelijk attaché (TWA)
(51.)
Handeling: Het rapporteren over technologische veranderingen en ontwikkelingen in
het buitenland.
Periode: 1952–
Bron: Staatsalmanak 1953, p. 697.
Product: Rapporten, Technieuws, proceedings van de symposia, etc.
Opmerking: Dit wordt doorgespeeld aan het Nederlandse bedrijfsleven, de kennisinstellingen
en de andere departementen.
Het organiseren van de themadagen en andere congressen en symposia valt ook onder
deze handeling, net als het leggen van contacten en het verlenen van persoonlijke
begeleiding.
Het beantwoorden van vragen en het verwerven van informatie over technisch-wetenschappelijke
kennis valt ook onder deze handeling.
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van eindproducten
(52.)
Vervallen.
(53.)
Vervallen.
3.5. Nederlandse Herstructureringsmaatschappij (NEHEM)
(57.)
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan een verbetering van de structuur van het
Nederlandse bedrijfsleven.
Periode: 1972–1991
Bron: TK II 1975–1976,13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 243.
Opmerking: Dit gebeurt onder andere door:
Het uitvoeren van sectorstructuuronderzoeken;
Het uitvoeren van herstructureringsplannen.
Overname Nehem in 1972.
Deze handeling is gedeeltelijk vervolg op handeling 63.
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van 1 exemplaar van het eindproduct.
(90.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen actief in
de houthandel ter financiering van gemaakte advieskosten.
Periode: 1983–
Grondslag: Subsidieregeling advieskosten in de houthandel 1983 (Stcrt. 1983, 136),
artikels 2; 7; 8 en 10.
Product: Beschikking
Opmerking: – De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de
aanwijzing en de vaststelling van de subsidie.
– De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
– De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
– Het ging om advies over de door de onderneming te treffen maatregelen ter verbetering
van de structuur in de sector houthandel.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(91.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen actief in
de houthandel ter financiering van automatiseringsinvesteringen.
Periode: 1984–1985
Grondslag: Subsidieregeling structuurverbetering houthandel 1984 (Stcrt. 1984, 108),
artikels 2; 3 lid 1; 4 lid 1; 8; 9 en 10.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de toewijzing
en de vaststelling van de subsidie.
De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(92.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de papier-
en kartonindustrie ter financiering van investeringen.
Periode: 1981–1983
Grondslag: Subsidieregeling procesbeheersingapparatuur papier- en kartonindustrie
(Stcrt. 1981, 130), artikels 2; 4; 6; 7; 8; 9 en 10 lid 3.
Subsidieregeling upgradingapparatuur papier- en kartonindustrie (Stcrt. 1982, 198),
artikels 2; 4; 6; 7; 8; 9 en 10 lid 3.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de Vereniging van Nederlandse papier-
en kartonfabrieken (VNP). Deze stuurde de aanvragen, vergezeld van een advies, door
naar de Minister van Economische Zaken.
De Minister kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
De Minister kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(93.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de meubelindustrie
voor het opstellen en uitvoeren van ontwerpplannen.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Subsidieregeling ontwerpbeleid meubelindustrie 1982 (Stcrt. 1983, 83),
artikels 2; 4; 7; 8; 9 en 10 lid 4.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de Stichting Sectorbeleid Meubelindustrie.
Deze stuurde de aanvragen, vergezeld van een advies, door naar de Minister van Economische
Zaken.
De Minister kan aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(95.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de landbouwmachine-industrie
ter financiering van investeringen.
Periode: 1983–1986
Grondslag: Subsidieregeling landbouwmachine-industrie 1983 (Stcrt. 1983, 240), artikels
2; 4; 6; 7 en 9.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze stuurde de aanvragen vergezeld
met een advies naar de Minister van Economische Zaken, die vervolgens besliste over
toezegging van subsidie. De NEHEM besliste daarna over de vaststelling van de subsidie.
De Minister kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(96.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de schoenindustrie
ter financiering van investeringen.
Periode: 1982–1983
Grondslag: Kaderregeling voor de schoenindustrie 1982 (Stcrt. 1982, 80), artikels
2; 4; 6; 7; 8; 9 en 10 lid 2.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de aanwijzing
en de vaststelling van de subsidie.
De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
De Minister kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(97.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de klompenindustrie
ter financiering van investeringen
Periode: 1981–1982
Grondslag: Tweede regeling investeringsbijdrage klompenindustrie (RIK-II) (Stcrt.
1981, 159), artikels 6; 8; 9; 10; 11 en 14.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de aanwijzing
en de vaststelling van de subsidie.
De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(98.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de stukgoedoverslagsector
ter financiering van investeringen.
Periode: 1984–1986
Grondslag: Subsidieregeling stukgoedoverslagbedrijven 1983 (Stcrt. 1984, 3), artikels
2; 4; 6; 7; 8 en 9.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de toewijzing
en de vaststelling van de subsidie.
De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(99.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de chemische
apparatenbouw ter financiering van investeringen.
Periode: 1980–
Grondslag: Kaderregeling chemische apparatenbouw 1980 (Stcrt. 1980, 73), artikels
III.1.2; III.3.1 en III.6.2.
Product: Beschikking
Opmerking: - De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook – in overeenstemming
met de Minister – over de toewijzing en vaststelling van de subsidie
– De NEHEM kon – in overeenstemming met de Minister – aan de subsidietoezegging nadere
voorwaarden verbinden.
– De Minister kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgekeurd: V; 7 jaar
(102.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de ijzergieterijen
ter financiering van herstructureringsprojecten.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Richtlijnen kaderregeling herstructurering Nederlandse ijzergieterijen
(Stcrt. 1977, 83), artikels 15; 22 en 24.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de toewijzing
en vaststelling van de subsidie
De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(104.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in het geregeld
wegvervoer ter financiering van de herstructurering van de sector.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Subsidieregeling geregeld wegvervoer 1983 (Stcrt. 1983, 251), artikels
2; 7 en 9.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de toewijzing
en vaststelling van de subsidie
De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(105.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies ter ontwikkeling van het databankuitgeven
en de hiermee samenhangende dienstverlening.
Periode: 1983–1984
Grondslag: Subsidieregeling databankuitgeven 1983 (Stcrt. 1983, 241), artikels 2 lid
1; 4 lid 1 en artikel 7.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de vaststelling
van de subsidie. De Minister deed de toezegging.
De Minister kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
De NEHEM kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(107.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidies aan ondernemingen in de galvanische
industrie ter financiering van milieu-investeringen.
Periode: 1981–1986
Grondslag: Kaderregeling milieu-investeringen in de galvanische industrie 1981 (Stcrt.
1981, 204)
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de NEHEM. Deze besliste ook over de toewijzing
en de vaststelling van de subsidie.
De NEHEM kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
Er konden voorschotten verstrekt worden op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
3.6. Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIVR)
(145.)
Handeling: Het leveren van bijdragen aan ontwikkelingsprojecten binnen de vliegtuigindustrie.
Periode: 1965–1999
Bron: Begrotingen EZ
Opmerking: Het gaat hier om zowel inhoudelijke als financiële bijdragen.
Waardering: B 1 & 5
(146.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van subsidie voor civiele vliegtuigontwikkeling.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stb. 2000, 206), artikels
2 lid 1; 7 en 22.
Verlening mandaat uitvoering Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt.
2000, 113).
Product: Beschikking
Opmerking: Subsidie kan verleend worden aan ondernemers, kennisinstituten en samenwerkingsverbanden.
Waardering: vastgesteld: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(147.)
Handeling: Het vaststellen en toezeggen van kredieten voor civiele vliegtuigontwikkeling.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stb. 2000, 206) artikel
2 lid 2 en artikel 24.
Verlening mandaat uitvoering Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt.
2000, 113).
Product: Beschikking
Opmerking: Hieronder valt ook de eventuele kwijtschelding van kredieten en rentevergoedingen.
Waardering: vastgesteld: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(148.)
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met ondernemingen, samenwerkingsverbanden
of kennisinstituten met betrekking tot civiele vliegtuigontwikkeling
Periode: 1965–
Grondslag: (vanaf 2000) Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stb. 2000,
206), artikel 17.
Verlening mandaat uitvoering Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt.
2000, 113).
Product: Overeenkomst
Waardering: B 4
(149.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen in het Besluit subsidies civiele
vliegtuigontwikkeling.
Periode: 2000–
Grondslag: Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stb. 2000, 206) artikels
11; 14 en 15.
Verlening mandaat uitvoering Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling (Stcrt.
2000, 113).
Product: Beschikking (ontheffing)
Waardering: V 10 jaar
3.7. Senter
(162).
Handeling: Het verstrekken van subsidie voor het uitvoeren van maritiem onderzoek.
Periode: 1995–2001
Grondslag: Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), artikels 2 leden
1 en 2; 9; 12 lid 1; 19; 21 lid 2; 22 en 23, vervallen bij Besluit van 14 november
1997 (Stb. 555 – SMO).
Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikels 2; 8; 11; 17;
20 en 21, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Beschikking
Opmerking: De Minister kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
3.8. Minister van Financiën
(26.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels met betrekking
tot de stimulering en sturing van bedrijfsinvesteringen.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 5 leden 5 en 6; 6 leden
3 en 5; 12 en 22, vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Ministeriële regeling of AMvB, zoals:
– Bijstelling bedragen grote projecten WIR (Stcrt. 1980, 94).
– Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356).
– Besluit uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Wet Investeringsrekening (Stb.
1978, 452).
Opmerking: Hieronder valt niet de belastingwetgeving ter stimulering van bedrijfsinvesteringen.
Waardering: B 1
(27.)
Handeling: Het (mede) beheren van en het jaarlijks verantwoording afleggen over de
Investeringsrekening.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 2 lid 2 en 3 lid 1,
vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Rekening en/of begroting
Waardering: B 3
(29.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden van begrotingen van inkomsten en uitgaven van het
Fonds Investeringsrekening
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 3, vervallen bij Wet
van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Wet, zoals:
– Wet tot vaststelling van de begroting van inkomsten en uitgaven van het Fonds Investeringsrekening
1978 (Stb. 1978, 742).
Opmerking: Hiervoor gelden dezelfde regelen als voor de Rijksbegroting en Rijksrekening.
Waardering: V 7 jaar
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(42.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels ter bevordering
van een goede uitvoering van de WIR-knip.
Periode: 1991–
Grondslag: Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356), artikels
5 lid 2 en 7.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
– Regeling vaststelling formulier melding WIR-aanspraken (Stcrt. 1991, 135)
– Uitvoeringsregeling WIR-temporisering (Stcrt. 1991, 204)
Waardering: B 1
(121.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Bron/
Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen van de werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1947–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(138.)
Handeling: Het (mede) aangaan van een overeenkomst met het NIV(R) waarin de verhouding
tussen het Rijk en de Stichting wordt geregeld.
Periode: 1955–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 2.
Product: Overeenkomst, zoals:
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955;
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975;
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Hiermee wordt ook het wijzigen van de overeenkomst bedoeld.
Waardering: B 4
(139.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van het bestuur van de
NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 5 lid 1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 23 april 1971, artikel 5 lid
1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 4
leden 3 en 4.
Product: Benoeming
Opmerking: Betrokken ministers sinds 1955: Ministers van Economische Zaken, Financiën,
Defensie, Verkeer en Waterstaat, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sinds
1971, Minister van Buitenlandse Zaken van 1971–1999.
De Ministers wijzen elk één bestuurslid aan. Echter, tot de statuutwijziging van 1999
benoemde de Minister van Defensie twee bestuursleden.
Tot 1999 wordt de voorzitter door de Ministers gezamenlijk benoemd. Deze wordt sinds
de statuutwijziging van 1999 benoemd door de Minister van Economische Zaken. Deze
benoemt ook nog één bestuurslid.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging benoeming
(142.)
Handeling: Het (mede) wijzigen van de statuten van het NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 16.
Product: Besluit
Opmerking: Hiervoor moet wel het bestuur gehoord worden.
Waardering: B 4
(143.)
Vervallen.
(153.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen werkwijze van de Adviescommissie Maritieme
onderzoeksinfrastructuur.
Periode: 1993–1994
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: Deze commissie wordt ook wel de Commissie-Zandbergen genoemd.
Waardering: B 4
(167.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen van werkwijze van de Interdepartementale
commissie voor het maritieme onderzoek (ICOMAR).
Periode: 1990–1997
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid van 10 december 1979, nr. DGWB-13.838
Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 1984, nr. WJA 684/777
[wijziging van de beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid]
Instelling Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek (Stcrt. 1990,
65)
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie maritiem onderzoek (Stcrt.
1992, 248)
Opmerking: Sinds 1987 functioneert de ICOMAR als zelfstandige subcommissie van het
Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) (Stcrt. 108).
Waardering: B 4
(170.)
Handeling: Het deelnemen aan de ICOMAR
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 2.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hiermee is ambtenaar belast
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(176.)
Handeling: Het (mede) bieden van financiële steun aan bedrijven die in moeilijkheden
zijn geraakt.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Regeling steun individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikels 3 lid
1, 6 lid 1, 10 lid 1 en 21.
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat om bedrijven met ten minste 20 werknemers in vaste dienst, die
gelegen zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes maanden
vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag zeven of meer zal bedragen.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV verantwoordelijk is, dienen hun aanvraag om financiële steun bij deze Minister
in te dienen. Alle andere bedrijven dienen hun aanvraag in bij de Minister van EZ.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
De betrokken bedrijfstak/ken mag/mogen zich niet tegen de steun verzetten.
De financiële steun bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van Financiën kan de steun beëindigen en de reeds uitgekeerde bedragen
terugeisen.
De Minister van EZ kan, indien van toepassing in samenwerking met de Minister van
SZW, aan de financiële steunverlening nadere voorwaarden verbinden.
Het nemen van beslissingen aangaande deze regeling gebeurt door de Minister van EZ
c.q. de Minister van LNV, in overeenstemming met de Ministers van SZW en Financiën
Waardering: toegewezen: B 5
(184.)
Handeling: Het (mede) verlenen van herstelfinanciering aan een ondernemer.
Periode: 1984–
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1980, 60), artikels 5 en 7.
Product: Beschikking
Opmerking: De onderneming moet in continuïteitsproblemen verkeren of daarin geraken.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
Kleine of middelgrote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking
als zij gevestigd zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes
maanden vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag 18,5 zal bedragen.
Grote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking als de activiteiten
van de onderneming:
van betekenis zijn voor de Nederlandse economie,
moeilijk of slechts op zeer kostbare wijze door een andere onderneming gereproduceerd
kunnen worden.
Maakt de onderneming deel uit van een groep, dan wordt bij de aanvraag de positie
van de groep als geheel in beschouwing genomen.
De aanvraag voor herstelfinanciering moet gezonden worden aan het Bureau Bijzondere
Bedrijfsproblemen van EZ.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV of de Minister van V&W verantwoordelijk zijn, dienen hun aanvraag om financiële
steun bij die betreffende Minister in te dienen.
De herstelfinanciering bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van EZ kan aan de herstelfinanciering nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(372.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden van deskundige bijdragen en standpunten in de ([ad
hoc] commissies ressorterende onder de) ECOFIN van de EU op het gebied van industrie-
en technologiebeleid.
Periode: 1958–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notites en rapporten
Waardering: B 1
(373.)
Vervallen.
3.9. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(26.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels met betrekking
tot de stimulering en sturing van bedrijfsinvesteringen.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 5 leden 5 en 6; 6 leden
3 en 5; 12 en 22, vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Ministeriële regeling of AMvB, zoals:
– Bijstelling bedragen grote projecten WIR (Stcrt. 1980, 94).
– Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356).
– Besluit uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Wet Investeringsrekening (Stb.
1978, 452).
Opmerking: Hieronder valt niet de belastingwetgeving ter stimulering van bedrijfsinvesteringen.
Waardering: B 1
(27.)
Handeling: Het (mede) beheren van en het jaarlijks verantwoording afleggen over de
Investeringsrekening.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 2 lid 2 en 3 lid 1,
vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Rekening en/of begroting
Waardering: B 3
(29.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden van begrotingen van inkomsten en uitgaven van het
Fonds Investeringsrekening
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 3, vervallen bij Wet
van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Wet, zoals:
– Wet tot vaststelling van de begroting van inkomsten en uitgaven van het Fonds Investeringsrekening
1978 (Stb. 1978, 742).
Opmerking: Hiervoor gelden dezelfde regelen als voor de Rijksbegroting en Rijksrekening.
Waardering: V 7 jaar
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: – De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid aan.
– De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
– De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Bewaartermijn: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(42.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels ter bevordering
van een goede uitvoering van de WIR-knip.
Periode: 1991–
Grondslag: Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356), artikels
5 lid 2 en 7.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
– Regeling vaststelling formulier melding WIR-aanspraken (Stcrt. 1991, 135)
– Uitvoeringsregeling WIR-temporisering (Stcrt. 1991, 204)
Waardering: B 1
(74.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Beleidscommissie Scheepsbouw en geven van instructies.
Periode: 1976–1985
Product: Instellingsbesluit, zoals:
Beleidscommissie Scheepsbouw. Voorstel taak en werkwijze naar scheepsbouworganisaties
en vakverenigingen (Stcrt. 1976, 58)
Akkoord Beleidscommissie Scheepsbouw (Stcrt. 1976, 77)
Beleidscommissie Scheepsbouw geïnstalleerd (Stcrt. 1976, 121)
Waardering: B 4
(176.)
Handeling: Het (mede) bieden van financiële steun aan bedrijven die in moeilijkheden
zijn geraakt.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Regeling steun individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikels 3 lid
1, 6 lid 1, 10 lid 1 en 21.
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat om bedrijven met ten minste 20 werknemers in vaste dienst, die
gelegen zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes maanden
vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag zeven of meer zal bedragen.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV verantwoordelijk is, dienen hun aanvraag om financiële steun bij deze Minister
in te dienen. Alle andere bedrijven dienen hun aanvraag in bij de Minister van EZ.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
De betrokken bedrijfstak/ken mag/mogen zich niet tegen de steun verzetten.
De financiële steun bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van Financiën kan de steun beëindigen en de reeds uitgekeerde bedragen
terugeisen.
De Minister van EZ kan, indien van toepassing in samenwerking met de Minister van
SZW, aan de financiële steunverlening nadere voorwaarden verbinden.
Het nemen van beslissingen aangaande deze regeling gebeurt door de Minister van EZ
c.q. de Minister van LNV, in overeenstemming met de Ministers van SZW en Financiën
Waardering: toegewezen: B 5
(184.)
Handeling: Het (mede) verlenen van herstelfinanciering aan een ondernemer.
Periode: 1984–
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1980, 60), artikels 5 en 7.
Product: Beschikking
Opmerking: De onderneming moet in continuïteitsproblemen verkeren of daarin geraken.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
Kleine of middelgrote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking
als zij gevestigd zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes
maanden vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag 18,5 zal bedragen.
Grote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking als de activiteiten
van de onderneming:
van betekenis zijn voor de Nederlandse economie,
moeilijk of slechts op zeer koStbare wijze door een andere onderneming gereproduceerd
kunnen worden.
Maakt de onderneming deel uit van een groep, dan wordt bij de aanvraag de positie
van de groep als geheel in beschouwing genomen.
De aanvraag voor herstelfinanciering moet gezonden worden aan het Bureau Bijzondere
Bedrijfsproblemen van EZ.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV of de Minister van V&W verantwoordelijk zijn, dienen hun aanvraag om financiële
steun bij die betreffende Minister in te dienen.
De herstelfinanciering bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van EZ kan aan de herstelfinanciering nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(195.)
Handeling: Het (mede) verlenen van (financiële) steun aan de scheepsbouw- en zware
metaalindustrie.
Periode: 1978–
Bron: TK II 1977–1978, 14 969, Scheepsbouw en zware metaalindustrie in Nederland, nr. 1.
Steunplan scheepsbouw en zware metaal: ruim fl. 800 miljoen (Stcrt. 1978, 59).
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hier onder andere om steun aan de Verenigde Machinefabrieken Stork
NV., (VMF-Stork), de Industriële Handelscombinatie (IHC) en Van der Giessen-De Noord
(GN).
Waardering: B 5
3.10. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(121.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Bron/Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(246.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de secretaris en de leden van de Tijdelijke advies-commissie
innovatiegericht onderzoekprogramma biotechnologie (IOP-b).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.11. Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(94.)
Handeling: Het (mede) vaststellen en toezeggen van subsidies en stellen van nadere
voorwaarden aan subsidies van pluimveeslachterijen ter financiering van investeringen.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Subsidieregeling verdampingskoelapparatuur pluimveeslachterijen 1983 (Stcrt.
1983, 203), artikels 2; 7 en 10.
Product: Beschikking
Opmerking: De aanvragen werden ingediend bij de Directeur Verwerking en Afzet Agrarische
Producten van LNV. Deze stuurde de aanvragen vergezeld van een advies naar de Minister
van EZ.
De Minister van EZ kon aan de subsidietoezegging nadere voorwaarden verbinden.
De Minister van EZ kon voorschotten verstrekken op een beschikking tot subsidieverlening.
Waardering: B 5
(114.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de Werkcommissie voedingsmiddelenindustrie.
Periode: 1965–
Product: Werkcommissies textiel-, kleding- en schoenindustrie, papierindustrie, voedingsmiddelenindustrie,
chemische nijverheid en metaalverwerkende nijverheid (Stcrt. 1968, 93)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(176.)
Handeling: Het mede bieden van financiële steun aan bedrijven die in moeilijkheden
zijn geraakt.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Regeling steun individuele bedrijven (Stcrt. 1980, 50), artikels 3 lid
1, 6 lid 1, 10 lid 1 en 21.
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat om bedrijven met ten minste 20 werknemers in vaste dienst, die
gelegen zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes maanden
vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag zeven of meer zal bedragen.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV verantwoordelijk is, dienen hun aanvraag om financiële steun bij deze Minister
in te dienen. Alle andere bedrijven dienen hun aanvraag in bij de Minister van EZ.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
De betrokken bedrijfstak/ken mag/mogen zich niet tegen de steun verzetten.
De financiële steun bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van Financiën kan de steun beëindigen en de reeds uitgekeerde bedragen
terugeisen.
De Minister van EZ kan, indien van toepassing in samenwerking met de Minister van
SZW, aan de financiële steunverlening nadere voorwaarden verbinden.
Het nemen van beslissingen aangaande deze regeling gebeurt door de Minister van EZ
c.q. de Minister van LNV, in overeenstemming met de Ministers van SZW en Financiën
Waardering: toegewezen: B 5
(184.)
Handeling: Het (mede) verlenen van herstelfinanciering aan een ondernemer.
Periode: 1984–
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1980, 60), artikels 5 en 7.
Product: Beschikking
Opmerking: De onderneming moet in continuïteitsproblemen verkeren of daarin geraken.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
Kleine of middelgrote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking
als zij gevestigd zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes
maanden vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag 18,5 zal bedragen.
Grote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking als de activiteiten
van de onderneming:
van betekenis zijn voor de Nederlandse economie,
moeilijk of slechts op zeer kostbare wijze door een andere onderneming gereproduceerd
kunnen worden.
Maakt de onderneming deel uit van een groep, dan wordt bij de aanvraag de positie
van de groep als geheel in beschouwing genomen.
De aanvraag voor herstelfinanciering moet gezonden worden aan het Bureau Bijzondere
Bedrijfsproblemen van EZ.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV of de Minister van V&W verantwoordelijk zijn, dienen hun aanvraag om financiële
steun bij die betreffende Minister in te dienen.
De herstelfinanciering bestaat uit een rentedragende lening of een kredietgarantie.
De Minister van EZ kan aan de herstelfinanciering nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(235.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een secretaris en leden van de Tijdelijke Programmacommissie
Industriële Biotechnologie (PcIB).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid 1.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van een adviseur van de PcIB.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(246.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de secretaris en de leden van de Tijdelijke advies-commissie
innovatiegericht onderzoekprogramma biotechnologie (IOP-b).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.12. Minister van Verkeer en Waterstaat
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(115.)
Vervallen.
(121.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Bron/Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1947–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(138.)
Handeling: Het (mede) aangaan van een overeenkomst met het NIV(R) waarin de verhouding
tussen het Rijk en de Stichting wordt geregeld.
Periode: 1955–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 2.
Product: Overeenkomst, zoals:
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955;
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975;
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Hiermee wordt ook het wijzigen van de overeenkomst bedoeld.
Waardering: B 4
(139.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van het bestuur van de
NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 5 lid 1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 23 april 1971, artikel 5 lid
1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 4
leden 3 en 4.
Product: Benoeming
Opmerking: Betrokken ministers sinds 1955: Ministers van Economische Zaken, Financiën,
Defensie, Verkeer en Waterstaat, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sinds
1971, Minister van Buitenlandse Zaken van 1971–1999.
De Ministers wijzen elk één bestuurslid aan. Echter, tot de statuutwijziging van 1999
benoemde de Minister van Defensie twee bestuursleden.
Tot 1999 wordt de voorzitter door de Ministers gezamenlijk benoemd. Deze wordt sinds
de statuutwijziging van 1999 benoemd door de Minister van Economische Zaken. Deze
benoemt ook nog één bestuurslid.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging benoeming
(140.)
Handeling: Het jaarlijks (mede) toekennen van een toelage aan de voorzitter en/of
een reis- en verblijfskostenvergoeding aan de bestuursleden van het NIVR.
Periode: 1955–1975
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 15.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 17 mei 1976, artikel 15.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 5.
Product: Ministeriële beschikking
Opmerking: Tot de statuutwijziging in 1999 werd dit toegekend in overleg met andere
de Ministers.
Tussen 1955 en 1976 kreeg het Dagelijks Bestuur een jaarlijkse toelage. Na de wijzigingen
in 1976 krijgt de voorzitter een jaarlijkse toelage en de bestuursleden een reis-
en verblijfskostenvergoeding.
Sinds de wijzigingen in 1999 krijgt alleen de voorzitter nog een jaarlijkse toelage.
Aan de bestuursleden kan – bij besluit van het bestuur – een onkostenvergoeding worden
toegekend.
Waardering: V; 7 jaar
(141.)
Handeling: Het (mede) goedkeuren van de balans, de staat van baten en lasten, het
werkplan en de begroting van het NIVR.
Periode: 1955–1975
Bron: Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955,
artikel 3.
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975, artikels 2 en 3.
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001, artikels 3 en 8.
Product: Goedkeuring
Waardering: B 5 (werkplan en begroting)
V; 7 jaar (overige neerslag)
(142.)
Handeling: Het (mede) wijzigen van de statuten van het NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 16.
Product: Besluit
Opmerking: Hiervoor moet wel het bestuur gehoord worden.
Waardering: B 4
(143.)
Vervallen.
(151.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van subsidie aan het CMO.
Periode: 1980–1995
Bron: TK II 1995–1996, 24 400-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1996, nr. 2, p. 85.
TK II 1995–1996, 24 400-XII, Vaststelling van de begroting V&W voor het jaar 1996,
nr. 3, p. 51.
TK II 1995–1996, 24 400-X, Vaststelling van de begroting Defensie voor het jaar 1996,
nr. 2, p. 140.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(152.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van een vergoeding aan het Nederlands Instituut
voor Maritiem onderzoek (NIM).
Periode: 1995–2002
Bron: TK II 1996–1997, 25 000-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1997, nr. 2, p. 94 en 98.
TK II 1996–1997, 25 000-XII, Vaststelling van de begroting V&W voor het jaar 1997,
nr. 2, p. 263.
TK II 1996–1997, 25 000-X, Vaststelling van de begroting Defensie voor het jaar 1997,
nr. 2, p. 139–140.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(153.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen werkwijze van de Adviescommissie Maritieme
onderzoeksinfrastructuur.
Periode: 1993–1994
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: Deze commissie wordt ook wel de Commissie-Zandbergen genoemd.
Waardering: B 4
(163.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van subsidie voor het uitvoeren van maritiem onderzoek
buiten de Subsidieregeling Maritiem onderzoek en de SMO om.
Periode: 1995 –
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 4.
TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 2000,
nr. 2, p. 84.
Product: Beschikking
Opmerking: Naast de SMO-regeling werden op instigatie van onder andere het Nederlands
Instituut voor maritiem onderzoek (NIM) onderzoeksprojecten gesubsidieerd.
Waardering: V 20 jaar
(164.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van missiesubsidie aan het Maritiem
Research Instituut Nederland (MARIN) en het Waterloopkundig Laboratorium (WL/Delft
Hydraulics).
Periode: 1945–
Bron: TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
2000, nr. 2, p. 92–95.
Product: Beschikking
Opmerking: Onder missiesubsidie wordt verstaan: een subsidie die verstrekt wordt om
een bepaald programma uit te voeren.
Waardering: B 5
(167.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen van werkwijze van de Interdepartementale
commissie voor het maritieme onderzoek (ICOMAR).
Periode: 1990–1997
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid van 10 december 1979, nr. DGWB-13.838
Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 1984, nr. WJA 684/777
[wijziging van de beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid]
Instelling Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek (Stcrt. 1990,
65)
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie maritiem onderzoek (Stcrt.
1992, 248)
Opmerking: Sinds 1987 functioneert de ICOMAR als zelfstandige subcommissie van het
Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) (Stcrt. 108).
Waardering: B 4
(170.)
Handeling: Het deelnemen aan de ICOMAR.
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 2.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmering: Hiermee is anbtenaar belast
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(184.)
Handeling: Het (mede) verlenen van herstelfinanciering aan een ondernemer.
Periode: 1984–
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1980, 60), artikels 5 en 7.
Product: Beschikking
Opmerking: De onderneming moet in continuïteitsproblemen verkeren of daarin geraken.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een duidelijk en uitgewerkt ondernemingsplan
waaruit blijkt dat het bedrijf voldoende continuïteitsperspectief heeft, uitgaande
van normaal ondernemersgedrag en rekening houdende met de financiële steun.
Kleine of middelgrote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking
als zij gevestigd zijn in een regio waar het werkeloosheidspercentage gedurende zes
maanden vooraf aan de aanvraag of waar het de verwachting is dat het werkeloosheidspercentage
binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag 18,5 zal bedragen.
Grote ondernemingen komen alleen voor herstelfinanciering in aanmerking als de activiteiten
van de onderneming:
van betekenis zijn voor de Nederlandse economie,
moeilijk of slechts op zeer kostbare wijze door een andere onderneming gereproduceerd
kunnen worden.
Maakt de onderneming deel uit van een groep, dan wordt bij de aanvraag de positie
van de groep als geheel in beschouwing genomen.
De aanvraag voor herstelfinanciering moet gezonden worden aan het Bureau Bijzondere
Bedrijfsproblemen van EZ.
Bedrijven die behoren tot die sectoren van het bedrijfsleven waarvoor de Minister
van LNV of de Minister van V&W verantwoordelijk zijn, dienen hun aanvraag om financiële
steun bij die betreffende Minister in te dienen. De herstelfinanciering bestaat uit
een rentedragende lening of een kredietgarantie. De Minister van EZ kan aan de herstelfinanciering
nadere voorwaarden verbinden.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(313.)
Handeling: Het (mede) benoemen van voorzitter en leden van de Stuurgroep ITeR.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 5 lid 1 onder a t/m f.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De Ministers van EZ en OC&W wijzen elk twee leden aan; de overigen wijzen
één lid aan.
De secretaris en tevens lid wordt aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is tevens vertegenwoordigd
in de Stuurgroep ITeR.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.13. Minister van Buitenlandse Zaken
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(121.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Bron/
Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1971–1999
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(139.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van het bestuur van de
NIVR.
Periode: 1971– 1999
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 5 lid 1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 23 april 1971, artikel 5 lid
1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 4
leden 3 en 4.
Product: Benoeming
Opmerking: Betrokken ministers sinds 1955: Ministers van Economische Zaken, Financiën,
Defensie, Verkeer en Waterstaat, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sinds
1971, Minister van Buitenlandse Zaken van 1971– 1999.
De Ministers wijzen elk één bestuurslid aan. Echter, tot de statuutwijziging van 1999
benoemde de Minister van Defensie twee bestuursleden.
Tot 1999 wordt de voorzitter door de Ministers gezamenlijk benoemd. Deze wordt sinds
de statuutwijziging van 1999 benoemd door de Minister van Economische Zaken. Deze
benoemt ook nog één bestuurslid.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging benoeming
(142.)
Handeling: Het (mede) wijzigen van de statuten van het NIVR.
Periode: 1971– 1999
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 16.
Product: Besluit
Opmerking: Hiervoor moet wel het bestuur gehoord worden.
Waardering: B 4
(143.)
Vervallen.
3.14. Minister voor Wetenschapsbeleid
(31.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en leden van de WIR-commissie.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 3 lid 1.
Product: Benoemingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter, tevens lid, aan.
De Ministers van EZ, SZW en Financiën wijzen elk twee leden aan.
De Ministers van VROM, VWS, Wetenschapsbeleid, BuZa, LNV en V&W wijzen elk één lid
aan.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging commissie
(167.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen van werkwijze van de Interdepartementale
commissie voor het maritieme onderzoek (ICOMAR).
Periode: 1979–1984
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid van 10 december 1979, nr. DGWB-13.838
Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 1984, nr. WJA 684/777
[wijziging van de beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid]
Instelling Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek (Stcrt. 1990,
65)
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie maritiem onderzoek (Stcrt.
1992, 248)
Opmerking: Sinds 1987 functioneert de ICOMAR als zelfstandige subcommissie van het
Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) (Stcrt. 108).
Waardering: B 4
(169.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter, tevens lid van de ICOMAR.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 1.
Product: Beschikking
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(170.)
Handeling: Het deelnemen aan de ICOMAR.
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 2.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hiermee is ambtenaar belast
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(213.)
Handeling: Het mede instellen van de Stuurgroep IOP’s en geven van instructies.
Periode: 1981–1992
Grondslag: Besluit instelling Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 1.
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
(221.)
Handeling: Het (mede) instellen van een Programmacommissie IOP en geven van instructies.
Periode: 1981–1985
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Programmacommissie Biotechnologie (Stcrt. 1981, 178)
Programmacommissie (tijdelijk) Industriële Biotechnologie (Stcrt. 1985, 101)
Waardering: B 4
3.15. Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(121.)
Handeling: Het mede instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1971–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(138.)
Handeling: Het (mede) aangaan van een overeenkomst met het NIV(R) waarin de verhouding
tussen het Rijk en de Stichting wordt geregeld.
Periode: 2001–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 2.
Product: Overeenkomst, zoals:
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955;
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975;
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Hiermee wordt ook het wijzigen van de overeenkomst bedoeld.
Waardering: B 4
(139.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van het bestuur van de
NIVR.
Periode: 1971–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 5 lid 1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 23 april 1971, artikel 5 lid
1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 4
leden 3 en 4.
Product: Benoeming
Opmerking: Betrokken ministers sinds 1955: Ministers van Economische Zaken, Financiën,
Defensie, Verkeer en Waterstaat, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sinds
1971, Minister van Buitenlandse Zaken van 1971– 1999.
De Ministers wijzen elk één bestuurslid aan. Echter, tot de statuutwijziging van 1999
benoemde de Minister van Defensie twee bestuursleden.
Tot 1999 wordt de voorzitter door de Ministers gezamenlijk benoemd. Deze wordt sinds
de statuutwijziging van 1999 benoemd door de Minister van Economische Zaken. Deze
benoemt ook nog één bestuurslid.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging benoeming
(142.)
Handeling: Het (mede) wijzigen van de statuten van het NIVR.
Periode: 1971–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 16.
Product: Besluit
Opmerking: Hiervoor moet wel het bestuur gehoord worden.
Waardering: B 4
(143.)
Vervallen.
(153.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen werkwijze van de Adviescommissie Maritieme
onderzoeksinfrastructuur.
Periode: 1993–1994
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: Deze commissie wordt ook wel de Commissie-Zandbergen genoemd.
Waardering: B 4
(167.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen van werkwijze van de Interdepartementale
commissie voor het maritieme onderzoek (ICOMAR).
Periode: 1987–1997
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid van 10 december 1979, nr. DGWB-13.838
Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 1984, nr. WJA 684/777
[wijziging van de beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid]
Instelling Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek (Stcrt. 1990,
65)
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie maritiem onderzoek (Stcrt.
1992, 248)
Opmerking: Sinds 1987 functioneert de ICOMAR als zelfstandige subcommissie van het
Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) (Stcrt. 108).
Waardering: B 4
(170.)
Handeling: Het deelnemen aan de ICOMAR
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 2.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hiermee is ambtenaar belast
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(213.)
Handeling: Het mede instellen van de Stuurgroep IOP’s en geven van instructies.
Periode: 1981–1992
Grondslag: Besluit instelling Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 1.
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
(214.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een voorzitter en ambtelijke en niet-ambtelijke
leden van de Stuurgroep IOP’s.
Periode: 1992–
Grondslag: Hernieuwde instelling stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1992, 129) art. 5 lid 1
en 2;
Instellingsbesluit stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1996, 243) art. 6 lid 2;
Instellingsbesluit stuurgroep IOP’s (Stcrt. 2000, 239) art. lid 2, 3, 4.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(222.)
Handeling: Het (mede) instellen van een Programmacommissie IOP en geven van instructies.
Periode: 1992–
Grondslag: Hernieuwde Instelling Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1992, 129), art. 3 onder
f;
Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1996, 243) art. 3 onder f;
Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s 2000 (Stcrt. 2000, 239) art. 3 onder f.
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Programmacommissie IOP Katalyse (Stcrt 1991, 253);
Programmacommissie IOP Beeldverwerking (Stcrt. 1996, 34);
Programmacommissie IOP Mens Machine (Stcrt. 1998, 198);
Programmacommissie IOP Precisietechnologie (Stcrt. 2000, 22);
Programmacommissie IOP Genomics (Stcrt. 2000, 241).
Waardering: B 4
(235.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een secretaris en leden van de Tijdelijke Programmacommissie
Industriële Biotechnologie (PcIB).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid 1.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van een adviseur van de PcIB.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(246.)
Handeling: Het mede benoemen van de secretaris en de leden van de Tijdelijke advies-commissie
innovatiegericht onderzoekprogramma biotechnologie (IOP-b).
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instelling tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 3 lid.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(313.)
Handeling: Het mede benoemen van voorzitter en leden van de Stuurgroep IteR.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 5 lid 1 onder a t/m f.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De Ministers van EZ en OC&W wijzen elk twee leden aan; de overigen wijzen
één lid aan.
De secretaris en tevens lid wordt aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is tevens vertegenwoordigd
in de Stuurgroep ITeR.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(327.)
Handeling: Het mede vaststellen en verstrekken van subsidie aan een samenwerkingsverband
voor de uitvoering van een E.E.T.-project.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt. 1996, 91) art. 2, art. 23.
Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997, 13) art. 2, 22.
Product: Beschikking
Opmerking: De minister kan tevens een voorschot op de toegezegde subsidie verstrekken.
De beschikking tot subsidieverlening gaat vergezeld van het aanbod van de staat tot
het sluiten van een overeenkomst.
Waardering: toegewezen: B 5
afgewezen: V; 7 jaar
(328.)
Handeling: Het (mede) vaststellen van regels ter uitvoering van bepalingen in het
Besluit subsidies E.E.T.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997, 13) art. 1,2 lid 1, art. 3 lid 1,
art. 6, 7 lid 2, art. 8 lid 3, art. 14 lid 3, art. 19 lid 2.
Product: Ministeriële regeling, zoals bijvoorbeeld:
Uitvoeringsregeling E.E.T. 1998 (Stcrt 1997, 240);
Regeling vaststelling subsidieplafonds eerste tender E.E.T.-projecten 1999 (Stcrt.
1998, 244);
Vaststelling perioden en subsidieplafonds EET 2000–I (Stcrt. 2000, 242)
Vaststelling perioden en subsidieplafonds EET 2001/2002 (Stcrt. 2001, 176)
Opmerking: In de uitvoeringsregelingen worden de doelstellingen gericht op ecologische
en economische duurzaamheid vastgesteld. De regeling voorziet tevens in de vaststelling
van de minimale omvang van de projectkosten waarin de deelnemer van een samenwerkingsverband
voorziet. Verder gaat het hier om vaststelling van perioden na afloop waarvan de ontvangen
aanvragen worden behandeld, vaststelling van een subsidieplafond, en het aanvraagformulier
in combinatie van een pre- advies van de Adviescommissie E.E.T. waarvan door de minister
eventueel vrijstelling kan worden verleend.
Waardering: B 1
(329.)
Handeling: Het mede verlenen van ontheffing van bepalingen inzake de uitvoering van
en E.E.T-project.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt. 1996, 91) art. 15 lid 1 en 2.
Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997,13) art. 13 lid 1 en 2.
Product: Beschikking (ontheffing)
Opmerking: Bedoeld is hier het essentieel wijzigen, vertragen of stopzetten van een
E.E.T.-project. Tevens kan de minister toestemming verlenen voor een gedeeltelijke
uitvoering buiten Nederland.
Waardering: V 10 jaar
(330.)
Handeling: Het mede benoemen van de voorzitter en leden van de Adviescommissie E.E.T.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt 1996, 91) art. 5 lid 3.
Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997) art. 5 lid 3.
Besluit (Her)benoeming leden en wijziging samenstelling Adviescommissie E.E.T. (Stcrt
2000, 118).
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van waarnemers bij vergaderingen van
de commissie.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(355.)
Handeling: Het (mede) instellen van het Interdepartementaal Overleg voor het Technologiebeleid
(IOT) en het geven van instructies
Periode: 1984–
Product: Instellingsbeschikking IOT (Stcrt. 1984, 53)
Waardering: B 4
(356.)
Handeling: Het (mede) benoemen van voorzitters en leden van het IOT.
Periode: 1984–
Grondslag: Instellingsbeschikking IOT (Stcrt. 1984, 53) art. 3.
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.16. Minister van Defensie
(121.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Interdepartementale Commissie voor ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het geven van instructies.
Periode: 1966–1994
Bron/Grondslag: Ministerraadbesluit van 4 maart 1966.
Staatsalmanak 1975, P.40.
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 1.
Wijzigingen beschikkingen instelling commissies op terrein technologiebeleid (Stcrt.
1988, 254), artikel 2.
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1992, 248).
Product: Besluit
Waardering: B 4
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1947–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(138.)
Handeling: Het (mede) aangaan van een overeenkomst met het NIV(R) waarin de verhouding
tussen het Rijk en de Stichting wordt geregeld.
Periode: 2001–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 2.
Product: Overeenkomst, zoals:
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955;
Overeenkomst inzake de verhouding tussen het Rijk en het NIVR, d.d. 16 mei 1955, zoals
gewijzigd op 19 februari 1975;
Raamovereenkomst Staat-NIVR, d.d. 25 april 2001.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Hiermee wordt ook het wijzigen van de overeenkomst bedoeld.
Waardering: B 4
(139.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van het bestuur van de
NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 5 lid 1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 23 april 1971, artikel 5 lid
1.
Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, zoals gewijzigd op 28 september 1999, artikel 4
leden 3 en 4.
Product: Benoeming
Opmerking: Betrokken ministers sinds 1955: Ministers van Economische Zaken, Financiën,
Defensie, Verkeer en Waterstaat, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sinds
1971, Minister van Buitenlandse Zaken van 1971– 1999
De Ministers wijzen elk één bestuurslid aan. Echter, tot de statuutwijziging van 1999
benoemde de Minister van Defensie twee bestuursleden.
Tot 1999 wordt de voorzitter door de Ministers gezamenlijk benoemd. Deze wordt sinds
de statuutwijziging van 1999 benoemd door de Minister van Economische Zaken. Deze
benoemt ook nog één bestuurslid.
Waardering: V; 10 jaar na beëindiging benoeming
(142.)
Handeling: Het (mede) wijzigen van de statuten van het NIVR.
Periode: 1955–
Bron: Statuten NIVR, d.d. 29 maart 1955, artikel 16.
Product: Besluit
Opmerking: Hiervoor moet wel het bestuur gehoord worden.
Waardering: B 4
(143.)
Vervallen.
(151.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van subsidie aan het CMO.
Periode: 1980–1995
Bron: TK II 1995–1996, 24 400-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1996, nr. 2, p. 85.
TK II 1995–1996, 24 400-XII, Vaststelling van de begroting V&W voor het jaar 1996,
nr. 3, p. 51.
TK II 1995–1996, 24 400-X, Vaststelling van de begroting Defensie voor het jaar 1996,
nr. 2, p. 140.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(152.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van een vergoeding aan het Nederlands Instituut
voor Maritiem onderzoek (NIM).
Periode: 1995–2002
Bron: TK II 1996–1997, 25 000-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1997, nr. 2, p. 94 en 98.
TK II 1996–1997, 25 000-XII, Vaststelling van de begroting V&W voor het jaar 1997,
nr. 2, p. 263.
TK II 1996–1997, 25 000-X, Vaststelling van de begroting Defensie voor het jaar 1997,
nr. 2, p. 139–140.
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
(153.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen werkwijze van de Adviescommissie Maritieme
onderzoeksinfrastructuur.
Periode: 1993–1994
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: Deze commissie wordt ook wel de Commissie-Zandbergen genoemd.
Waardering: B 4
(163.)
Handeling: Het (mede) verstrekken van subsidie voor het uitvoeren van maritiem onderzoek
buiten de Subsidieregeling Maritiem onderzoek en de SMO om.
Bron: TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
1995, nr. 34, p. 4.
TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 2000,
nr. 2, p. 84.
Periode: 1995–
Product: Beschikking
Opmerking: Naast de SMO-regeling werden op instigatie van onder andere het Nederlands
Instituut voor maritiem onderzoek (NIM) onderzoeksprojecten gesubsidieerd.
Waardering: V 20 jaar
(167.)
Handeling: Het (mede) instellen en vaststellen van werkwijze van de Interdepartementale
commissie voor het maritieme onderzoek (ICOMAR).
Periode: 1990–1997
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid van 10 december 1979, nr. DGWB-13.838
Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 1984, nr. WJA 684/777
[wijziging van de beschikking van de Minister voor Wetenschapsbeleid]
Instelling Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek (Stcrt. 1990,
65)
Verlening instellingstermijn Interdepartementale commissie maritiem onderzoek (Stcrt.
1992, 248)
Opmerking: Sinds 1987 functioneert de ICOMAR als zelfstandige subcommissie van het
Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) (Stcrt. 108).
Waardering: B 4
(170.)
Handeling: Het deelnemen aan de ICOMAR
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 4 lid 2.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hiermee is ambtenaar belast
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.17. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
(137.)
Handeling: Het mede oprichten en vaststellen werkwijze en/of het (mede) ontbinden
van de stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling (NIV(R)).
Periode: 1947–
Grondslag: Wet van 24 februari 1955 houdende bekrachtiging van de oprichting van de
Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van
een regeling als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Stb. 259)
ten aanzien van deze Stichting (Stb. 1955, 107), artikel 1.
Opmerking: In 1971 is ruimtevaart aan het programma van het NIV toegevoegd en is de
naam gewijzigd in Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Waardering: B 4
(313.)
Handeling: Het (mede) benoemen van voorzitter en leden van de Stuurgroep IteR.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 5 lid 1 onder a t/m f.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De Ministers van EZ en OC&W wijzen elk twee leden aan; de overigen wijzen
één lid aan.
De secretaris en tevens lid wordt aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is tevens vertegenwoordigd
in de Stuurgroep ITeR.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.18. Minister van Justitie
(313.)
Handeling: Het mede benoemen van voorzitter en leden van de Stuurgroep ITeR.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 5 lid 1 onder a t/m f.
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: De Ministers van EZ en OC&W wijzen elk twee leden aan; de overigen wijzen
één lid aan.
De secretaris en tevens lid wordt aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is tevens vertegenwoordigd
in de Stuurgroep ITeR.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.19. Vakminister
(26).
Handeling: Het (mede) voorbereiden, vaststellen en wijzigen van regels met betrekking
tot de stimulering en sturing van bedrijfsinvesteringen.
Periode: 1978–1990
Grondslag: Wet Investeringsrekening (Stb. 1978, 368), artikel 5 leden 5 en 6; 6 leden
3 en 5; 12 en 22, vervallen bij Wet van 28 december 1989 (Stb. 1989, 601).
Product: Ministeriële regeling of AMvB, zoals:
– Bijstelling bedragen grote projecten WIR (Stcrt. 1980, 94).
– Wet temporisering uitbetaling investeringsbijdragen (Stb. 1991, 356).
– Besluit uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Wet Investeringsrekening (Stb.
1978, 452).
Opmerking: Hieronder valt niet de belastingwetgeving ter stimulering van bedrijfsinvesteringen.
Waardering: B 1
(54.)
Handeling: Het (mede) voeren van een intensief sectorbeleid ter versterking van de
economische structuur en verbetering van de concurrentiepositie van het Nederlandse
bedrijfsleven.
Periode: 1980–
Bron: TK II 1980–1981, 16 419, Vestigingsplaats NEHEM, nr. 1, p. 4.
Opmerking: Voor de NEHEM is bij de voorbereiding en bij de uitvoering van dit beleid
een belangrijke taak weggelegd.
Waardering: B 1 & 5
(65.)
Handeling: Het (mede) ontwikkelen en vaststellen van herstructureringsplannen voor
specifieke bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 243–245.
Product: Rapporten
Opmerking: Het vaststellen of bekrachtigen van herstructureringsplannen impliceert
(mede)financiering, waarvoor kaderregelingen werden ingesteld.
Waardering: B 1 & 5
(66.)
Handeling: Het (mede) begeleiden van de uitvoering van herstructureringsplannen voor
specifieke bedrijfstakken of sectoren.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 244–245.
Opmerking: In de uitvoering wordt meestal gesproken over een herstructureringsproject.
Hiervoor werden met afzonderlijke bedrijven herstructureringsovereenkomsten gesloten.
Naast een inhoudelijke bijdrage vanuit het Ministerie van Economische Zaken en eventuele
betrokken andere departementen werd meestal ook een financiële bijdrage geleverd.
Onder deze handeling valt alleen financiële steunverlening, voor zover deze niet op
basis van een wettelijke regeling is geregeld.
Waardering: V 7 jaar
(68.)
Handeling: Het (mede) voorbereiden en vaststellen van regels en richtlijnen met betrekking
tot steunverlening aan specifieke bedrijfstakken en sectoren.
Periode: 1945–1992
Bron: TK II 1975–1976, 13 955, Economische structuurnota, nr. 2, p. 244–245.
Product: Ministeriële regeling, zoals:
Richtlijnen kaderregeling herstructurering Nederlandse ijzergieterijen (Stcrt. 1977,
83);
Kaderregeling chemische apparatenbouw (Stcrt. 1980, 73);
Subsidieregeling procesbeheersingapparatuur papier- en kartonindustrie (Stcrt. 1981,
130);
Kaderregeling voor de katoen-, rayon-, linnen- en jute-industrie (Stcrt. 1981, 179);
Kaderregeling voor de wolindustrie (Stcrt. 1981, 179);
Tweede regeling investeringsbijdrage klompenindustrie (Stcrt. 1981, 159);
Kaderregeling voor de schoenindustrie 1982 (Stcrt. 1982, 80);
Subsidieregeling upgradingapparatuur papier- en kartonindustrie (Stcrt. 1982, 198);
Subsidieregeling ontwerpbeleid meubelindustrie 1982 (Stcrt. 1983, 83);
Subsidieregeling advieskosten in de houthandel 1983 (Stcrt. 1983, 136);
Subsidieregeling verdampingskoelapparatuur pluimveeslachterijen 1983 (Stcrt. 1983,
203);
Subsidieregeling landbouwmachine-industrie 1983 (Stcrt. 1983, 240);
Kaderregeling textielindustrie 1983 (Stcrt. 1984, 38);
Kaderregeling confectie- en tricotage-industrie 1983 (Stcrt. 1984, 38);
Subsidieregeling structuurversterking houthandel 1984 (Stcrt. 1984, 108);
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1985 (Stcrt. 1986, 80);
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1987 (Stcrt. 1987, 231);
Regeling generieke steun zeescheepsbouw 1988 (Stcrt. 1988, 215);
Subsidieregeling zeescheepsnieuwbouw 1991 (Stcrt. 1991, 68).
Waardering: B 1
(122.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter of lid van de Interdepartementale commissie
voor ruimteonderzoek en ruimtetechnologie.
Periode: 1966–1994
Grondslag: Instellingsbesluit interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1987, 108), artikel 3 lid 1 onder a.
Product: Aanstellingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter aan. De andere betrokken Ministers
wijzen elk één lid aan, met uitzondering van de Minister van OC&W, die er twee aanwijst.
Tevens worden als adviseurs van de commissie nog één vertegenwoordiger van het NIVR
en één van de Space Research Organisation Netherlands aangesteld.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(130.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter of lid van de ICR.
Periode: 1994–
Grondslag: Instellingsregeling Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) (Stcrt.
1994, 84), artikel 4 lid 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: De Minister van EZ wijst de voorzitter en één lid aan.
De overige leden worden aangewezen door:
de Minister van BuZa;
de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;
de Minister van OC&W;
de Minister van Financiën;
de Minister van Defensie;
de Minister van V&W;
de Minister van VROM;
de Minister van LNV.
De bovengenoemde Ministers wijzen ieder één lid aan.
Tevens hebben in de ICR nog zitting als adviserend lid één vertegenwoordiger van het
NIVR, één van de Stichting Ruimteonderzoek Nederland en één van de Beleidscommissie
Remote Sensing.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(134.)
Handeling: Het (mede) leveren van bijdragen aan ruimtevaartprojecten in het kader
van internationale ruimtevaartprogramma’s binnen het ESA-kader.
Periode: 1975–
Bron: TK II 1999–2000, 26 800-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar
2000, nr. 2, p. 95–98.
Opmerking: Het gaat hier om zowel inhoudelijke als financiële bijdragen.
Waardering: B 5
(213.)
Handeling: Het (mede) instellen van de Stuurgroep IOP’s en geven van instructies.
Periode: 1981–1992
Grondslag: Besluit instelling Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 1.
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: B 4
(221.)
Handeling: Het (mede) instellen van een Programmacommissie IOP en geven van instructies
.
Periode: 1981–1992
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Instellingsbeschikking, zoals:
Programmacommissie Biotechnologie (Stcrt. 1981, 178)
Programmacommissie (tijdelijk) Industriële Biotechnologie (Stcrt. 1985, 101)
Waardering: B 4
(229.)
Handeling: Het (mede) benoemen van een secretaris en leden van een Tijdelijke PC.
Periode: 1945–
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van een adviseur.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(241.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de secretaris en de leden van de Tijdelijke adviescommissie
IOP’s.
Periode: 1945–
Product: Beschikking (benoeming)
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(251.)
Handeling: Het (mede) benoemen van de voorzitter en de leden van een Programmacollege
IOP’s
Periode: 1945–
Product: Beschikking (benoeming)
Opmerking: Hieronder valt tevens het aanwijzen van waarnemers bij de vergaderingen
van het programmacollege.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
3.20. Adviescommissie inzake het industriebeleid–Commissie-Wagner
(20.)
Handeling: Het adviseren van de Raad van Ministers omtrent eventuele wijzigingen in
het industriebeleid.
Periode: 1981
Grondslag: Instelling adviescommissie inzake het industriebeleid (Stcrt. 1981, 97),
artikel 3.
Product: Advies
Opmerking: • Hiervoor zal de commissie:
– een evaluatie maken van het bestaande industriebeleid;
– een verkenning maken van industriële activiteiten met een veelbelovend toekomstperspectief;
– suggesties doen over nieuwe accenten in het industriebeleid;
– adviseren over de organisatie van het te voeren industriebeleid, zowel met betrekking
tot de gehele industrie als tot de verschillende sectoren.
• Tevens kan de commissie de Raad van Ministers adviseren over bovengenoemde onderwerpen
vóór de aanbieding van het eindrapport.
• Telkens als een onderdeel van haar taak is afgerond, zal de commissie de Raad van
Ministers rapporteren over haar bevindingen.
• De commissie is ook bekend als de Commissie-Wagner.
Waardering: B 1
(21.)
Handeling: Het instellen van werkgroepen.
Periode: 1981
Grondslag: Instelling adviescommissie inzake het industriebeleid (Stcrt. 1981, 97),
artikel 6 lid 1.
Product: Instellingsbesluit
Opmerking: Er kunnen ook personen van buiten de commissie zitting hebben in de werkgroepen.
Waardering: V 2 jaar
3.21. Adviescommissie inzake de voortgang van het industriebeleid–VIB
(23.)
Handeling: Het adviseren van de Raad van Ministers over het te voeren beleid met betrekking
tot de industrie en de commerciële dienstverlening in het algemeen en de herindustrialisatie
in het bijzonder.
Periode: 1982–1983
Grondslag: TK II 1981–1982, 17 100-XIII, Rijksbegroting voor het jaar 1982, nr. 52,
p. 1.
Product: Advies
Opmerking: • De commissie geeft niet alleen advies over het beleid, maar ook over
de verwezenlijking daarvan.
• In het advies moet ook de daarmee samenhangende aspecten van het sociaal-economisch
beleid meegenomen zijn.
• Het advies wordt gericht aan de Minister van Economische Zaken.
• De commissie heeft tevens als taak te signaleren welke voortgang bij de uitvoering
van de beleidsvoornemens worden gemaakt.
Waardering: B 1
3.22. Commissie Industriële innovatie
(25.)
Handeling: Het ontwikkelen van plan van een aanpak voor de industriële innovatieproblematiek
in samenhang met het industriebeleid.
Periode: 1973–
Bron: Commissie Industriële Innovatie geïnstalleerd (Stcrt. 1973, 239).
Product: Plan van aanpak/advies
Opmerking: Hiervoor wordt overleg gevoerd met de Minister van EZ en TNO.
Waardering: B 1
3.23. Interdepartementale Adviescommissie Wet Investeringsrekening–WIR-commissie
(30.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Economische Zaken, Financiën en Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over aangelegenheden betreffende de WIR.
Periode: 1978–1992
Grondslag: Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 april 1978, nr. WJA
678/248, artikel 2.
Opheffing Interdepartementale Adviescommissie WIR (Stcrt. 1992, 98)
Product: Advies
Opmerking: Deze aangelegenheden betreffen:
het adviseren van de betrokken Ministers omtrent de voorbereiding en de uitvoering
van de WIR;
het zorgdragen voor de uitvoering van de door de betrokken Ministers genomen besluiten;
het voorbereiden van de begroting van de WIR;
het voorbereiden van het jaarverslag aan de Staten-Generaal over de WIR.
Deze commissie wordt ook wel de WIR-commissie genoemd.
Waardering: B 1
3.24. College van adviseurs voor de werving van buitenlandse bedrijven
(45.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken over zaken betreffende
de werving van buitenlandse bedrijven voor vestiging in Nederland.
Periode: 1978–1986
Bron: Staatsalmanak 1978, p. O24.
Product: Advies
Waardering: B 1
3.25. Commissie Nederlandse scheepsbouw 1965
(73.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake het te voeren
beleid met betrekking tot de scheepsbouwindustrie.
Periode: 1965–1966
Bron: TK II 1984–1985, 17 817, Enquête Rijn-Schelde-Verolme (RSV), nr. 18, p. 24–46.
Product: Advies
Opmerking: Deze commissie werd ook wel de Commissie-Keyzer genoemd.
Waardering: B 1
3.26. Beleidscommissie Scheepsbouw
(75.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake het te voeren
beleid met betrekking tot de zeescheepsnieuwbouwindustrie.
Periode: 1976–1985
Bron: Taak en werkwijze Beleidscommissie Scheepsbouw [Brief van de Minister van Economische
Zaken] (Stcrt. 1976, 58).
Beleidscommissie Scheepsbouw geïnstalleerd (Stcrt. 1976, 121).
TK II 1980–1981, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 1, p. 1 en bijlage III.
TK II 1984–1985, 16 431, Zeescheepsnieuwbouw, nr. 5, p. 7.
TK II 1984–1985, 17 817, Enquête Rijn-Schelde-Verolme (RSV), nr. 16, p. 211.
Product: Advies (beleidsplan)
Waardering: B 1
3.27. Beleidscommissie voor de katoen-, rayon- en linnenindustrie
(85.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake het te voeren
beleid met betrekking tot de katoen-, rayon- en linnenindustrie.
Bron: TK II 1979–1980, 15 818, Sectornota, nrs. 1–2, p. 25.
Periode: 1945–
Product: Advies
Waardering: B 1
3.28. Adviescommissie flexibele productie-automatisering
(109.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken over een subsidieaanvraag
betreffende flexibele productie-automatisering, het doen van voorstellen met betrekking
tot de evaluatie van de resultaten van in behandeling genomen projecten en het begeleiden
van goedgekeurde voorstellen.
Periode: 1983–1985
Grondslag: Instelling adviescommissie flexibele produktie-automatisering (Stcrt. 1983,
89), artikel 3.
Opheffing adviescommissie flexibele produktie-automatisering (Stcrt. 1986, 165).
Product: Advies
Opmerking: De commissie adviseerde de Minister over het volgende:
de subsidieaanvraag van het betrokken project;
de te verwachten voorbeeldwerking;
de technische aspecten van het project;
of het betrokken bedrijf voldoende basis biedt voor een succesvolle uitvoering van
het project;
of het project past in de lange termijnvisie van de aanvrager;
de aard en de inhoud van de verdere stimulering van flexibele productie- automatisering.
Waardering: B 1
3.29. Begeleidingscommissie Massiefkartonindustrie
(110.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken over het oplossen van
de problemen in de massiefkartonindustrie.
Periode: 1975–
Grondslag: Instelling Begeleidingscommissie Massiefkartonindustrie (Stcrt. 1975, 247),
artikel 2.
Product: Advies
Waardering: B 1
(111.)
Handeling: Het instellen van werkgroepen op het gebied van de massiefkartonindustrie.
Periode: 1975–
Grondslag: Instelling Begeleidingscommissie Massiefkartonindustrie (Stcrt. 1975, 247),
artikel 3 lid 1.
Product: Instellingsbesluiten
Waardering: V 10 jaar
3.30. Interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(123.)
Handeling: Het voorbereiden van diverse standpunten met betrekking tot ruimteonderzoek
en ruimtetechnologie en het adviseren van de Ministerraad of de betrokken Ministers
over zaken betreffende ruimteonderzoek en ruimtetechnologie.
Periode: 1966–1994
Grondslag: Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1987, 108), artikel 2 lid 1 onder a en c.
Product: Nota’s, advies
Opmerking: Dit betreft:
het regeringsbeleid;
de standpunten van de Nederlandse delegaties naar ESA en andere internationale organisaties.
Waardering: B 1
(124.)
Vervallen.
(125.)
Handeling: Het instellen van werkgroepen voor de behandeling van bepaalde onderwerpen
en het stellen van nadere regels omtrent de eigen werkwijze.
Periode: 1987–1994
Grondslag: Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1987, 108), artikel 6.
Instellingsregeling Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) (Stcrt.. 1994, 84), artikel 6
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 5.
Instellingsregeling Interdepartementale Commissie Ruimtevaart (ICR) (Stcrt.. 1994, 84), artikel 5.
Product: Reglement, besluit
Waardering: B 4
(126.)
Vervallen.
3.31. Interdepartementale commissie ruimtevaart – ICR
(125.)
Handeling: Het instellen van werkgroepen voor de behandeling van bepaalde onderwerpen
en het stellen van nadere regels omtrent de eigen werkwijze.
Periode: 1994–
Grondslag: Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie
(Stcrt. 1987, 108), artikel 6.
Instellingsregeling Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) (Stcrt. 1994, 84), artikel 6
Instelling interdepartementale commissie ruimteonderzoek en ruimtetechnologie (Stcrt.
1987, 108), artikel 5.
Instellingsregeling Interdepartementale Commissie Ruimtevaart (ICR) (Stct. 1994, 84), artikel 5.
Product: Reglement, besluit
Waardering: B 4
(126.)
Vervallen.
(127.)
Handeling: Het voorbereiden van diverse standpunten met betrekking tot de ruimtevaart
en het adviseren van de Ministerraad of de betrokken Ministers over voorstellen tot
uitvoering van het ruimtevaartbeleid.
Periode: 1994–
Grondslag: Instellingsregeling Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) (Stcrt.
1994, 84), artikel 3 lid 1 onder a en c.
Instellingsregeling Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) (Stcrt. 1994,
84), artikel 3 lid 1 onder b.
Wijziging instellingsbesluit Interdepartementale commissie ruimtevaart (Stcrt. 1998,
75), artikel I onder B.
Opmerking: Dit betreft:
het regeringsbeleid;
de standpunten van de Nederlandse delegaties naar ESA en EUMETSAT.
Product: Advies
Waardering: B 1
(128.)
Vervallen.
(129.)
Handeling: Het aanwijzen van Nederlandse vertegenwoordigers in ESA-organen.
Periode: 1994–
Grondslag: Instellingsregeling Interdepartementale commissie ruimtevaart (ICR) (Stcrt.
1994, 84), artikel 3 lid 3.
Product: Besluit
Opmerking: De voorzitter van de ICR is tevens de voorzitter van de Nederlandse ambtelijke
delegatie in de ESA-raad.
Waardering: V; 10 jaar na bereiken pensioengerechtigde leeftijd
(131.)
Vervallen.
(132.)
Vervallen.
3.32. Adviescommissie Maritieme onderzoeksinfrastructuur
(154.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake de verbetering
van de maritieme onderzoeksinfrastructuur.
Periode: 1993–1994
Bron/
Grondslag: Instelling Adviescommissie maritieme onderzoeksinfrastructuur (Stcrt. 1993,
67).
Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), toelichting (p. 10), vervallen
bij Besluit van 14 november 1997 (Stb. 555 – SMO).
TK II 1994–1995, 23 900-XIII, Vaststelling van de begroting EZ voor het jaar 1995,
nr. 34, p. 1.
Product: Advies
Opmerking: Deze adviescommissie wordt ook wel de Commissie-Zandbergen genoemd.
Waardering: B 1
3.33. Beoordelingscommissie Maritiem Onderzoek
(155.)
Handeling: Het geven van advies aan de Minister van Economische Zaken inzake aanvragen
voor subsidies voor maritiem onderzoek.
Periode: 1995–2001
Grondslag: Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), artikels 5 en 8
leden 1 en 2, vervallen bij Besluit van 14 november 1997 (Stb. 555 – SMO).
Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikel 5 leden 1 en
8 en 10 lid 1, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Advies
Opmerking: De commissie verstrekt tevens desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening
van zijn taak benodigde inlichtingen.
Waardering: B 1
(157.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de eigen werkwijze van de
Beoordelingscommissie Maritiem Onderzoek.
Periode: 1995–2001
Grondslag: Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), artikel 5 lid 4,
vervallen bij Besluit van 14 november 1997 (Stb. 555 – SMO).
Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikel 5 lid 4, vervallen
bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
3.34. Adviescommissie Maritiem Onderzoek
(155.)
Handeling: Het geven van advies aan de Minister van Economische Zaken inzake aanvragen
voor subsidies voor maritiem onderzoek.
Periode: 1995–2001
Grondslag: Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), artikels 5 en 8
leden 1 en 2, vervallen bij Besluit van 14 november 1997 (Stb. 555 – SMO).
Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555–SMO), artikel 5 leden 1 en 8
en 10 lid 1, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Advies
Opmerking: De commissie verstrekt tevens desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening
van zijn taak benodigde inlichtingen.
Waardering: B 1
(157.)
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de eigen werkwijze van de
Adviescommissie Maritiem onderzoek.
Periode: 1995–2001
Grondslag: Subsidieregeling maritiem onderzoek (Stcrt. 1995, 124), artikel 5 lid 4,
vervallen bij Besluit van 14 november 1997 (Stb. 555 – SMO).
Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikel 5 lid 4, vervallen
bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Reglement
Waardering: B 4
(158.)
Vervallen.
(160.)
Vervallen.
(161.)
Handeling: Het uitbrengen van jaarverslagen en evaluaties aan de Minister van Economische
Zaken.
Periode: 1997–2001
Grondslag: Besluit subsidies maritiem onderzoek (Stb. 1997, 555 – SMO), artikel 5
lid 9, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Jaarverslagen, evaluaties
Waardering: V 2 jaar m.u.v. één exemplaar van het eindproduct
3.35. Interdepartementale commissie voor het maritieme onderzoek – ICOMAR
(168.)
Handeling: Het coördineren van de voorbereiding en de uitvoering van het kabinetsbeleid
op het gebied van het maritieme onderzoek.
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 3.
Opmerking: Het ICOMAR draagt in het bijzonder zorg voor:
het adviseren van de Minister van Economische Zaken of andere betrokken Ministers
met betrekking tot het maritieme onderzoek;
het voorbereiden van beleidsbeslissingen van de ministerraad inzake het maritieme
onderzoek;
het tot stand brengen van onderlinge afstemming tussen de verschillende Ministeries
van de onderzoeksplannen en -programma’s alsmede de financiering en de organisatie
hiervan;
het vaststellen van de standpunten van de overheidsvertegenwoordigers ter voorbereiding
van vergaderingen van de stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek, de stichting Maritime
Research Institute Netherlands en de stichting Waterbouwkundig Laboratorium, voor
zover het maritieme aangelegenheden betreft;
het behartigen van overige aangelegenheden die op het terrein van het maritieme onderzoek
om interdepartementale coördinatie vragen.
De door het ICOMAR vastgestelde adviezen en voorstellen tot besluitvorming worden
via het Interdepartementaal overleg voor het technologiebeleid (IOT) naar de betrokken
Ministers dan wel naar de Raad voor het Wetenschaps-, Technologie- en Informatiebeleid
of naar de Ministerraad geleid.
Waardering: B 1
(171.)
Handeling: Het instellen van werkgroepen ter behandeling van bepaalde onderwerpen.
Periode: 1990–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 6 lid 1.
Product: Instellingsbesluit
Waardering: V 10 jaar
(172.)
Handeling: Het vaststellen van nadere regels met betrekking tot de eigen werkwijze
van ICOMAR.
Periode: 1979–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 6 lid 2.
Product: Reglement
Opmerking: Dit geldt ook voor de eventueel in te stellen werkgroepen.
Waardering: V 10 jaar
(173.)
Handeling: Het jaarlijks verslag uitbrengen aan de Minister van Economische Zaken.
Periode: 1945–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Interdepartementale commissie voor het maritieme
onderzoek (Stcrt. 1990, 65), artikel 8.
Product: Jaarverslag
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct.
3.36. College van advies voor herstelfinanciering
(182.)
Handeling: Het uitbrengen van advies aan de Minister van Economische Zaken.
Periode: 1984–1991
Grondslag: Regeling herstelfinanciering 1984 (Stcrt. 1984, 60), artikels 2 lid 1;
3 lid 1; 8 lid 3 en 20 lid 2.
Product: Advies
Opmerking: Het gaat om advies dat de Minister van Economische Zaken vraagt als het
gaat om de aanvraag van een grote onderneming (meer dan 500 werknemers).
Het college kan alvorens advies uit te brengen, inlichtingen bij of advies van derden
inwinnen.
Waardering: B 1
3.37. Ontwikkelingsraad
(198.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Ontwikkelingsraad.
Periode: 1954–2001
Grondslag: Besluit technische ontwikkelingskredieten 1997 (Stb. 1996, 611), art. 5
lid 4, vervallen bij Besluit van 20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
(199.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake aanvragen voor
technische ontwikkelingskredieten (TOK).
Periode: 1954–2001
Grondslag: Ministeriële beschikking 1954 (Stcrt.1954, 142), art.2;
Besluit technische ontwikkelingskredieten (TOK) 1997 (Stb. 1996, 611), art. 5 lid
1 en art. 10 lid 1, vervallen bij Besluit van 20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Advies
Waardering: B 1
3.38. Adviescommissie Technische ontwikkelingsprojecten (TOP’s)
(208.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake subsidieaanvragen
voor de uitvoering van een ontwikkelingsproject.
Periode: 2001–
Grondslag: Besluit subsidies TOP (Stb. 2001, 203),art. 5 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(209.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van Adviescommissie TOP.
Periode: 2001–
Grondslag: Besluit subsidies TOP (Stb. 2001, 203), art. 5 lid 5.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
3.39. Stuurgroep Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma’s (IOP’s)
(215.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake subsidieaanvragen
voor de uitvoering van een onderzoekproject in het kader van een onderzoekprogramma.
Periode: 1981–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Advies
Opmerking: De Stuurgroep IOP’s kan zich hierbij laten bijstaan door de per meerjarenplan
ingestelde Programmacommissies (PC’s) of een adviescollege bestaande uit vertegenwoordigers
uit de onderzoekswereld en het bedrijfsleven.
Waardering: B 1
(216.)
Handeling: Het vaststellen en beoordelen van meerjarenplannen.
Periode: 1981–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Meerjarenplan
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van eindproduct
(217.)
Handeling: Het inventariseren van de behoeften aan IOP’s bij het bedrijfsleven
Periode: 1981 -
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Secretariaatsnotities
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van eindproduct
(218.)
Handeling: Het jaarlijks in het Wetenschapsbudget uitbrengen van verslag over de IOP’s
aan de Ministers voor Wetenschapsbeleid, van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
Periode: 1981–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2.
Product: Jaarverslag
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van eindproduct
(219.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Stuurgroep IOP’s.
Periode: 1981–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 3.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
(220.)
Handeling: Het instellen van Programmavoorbereidingscommissies en Programmacommissies
en het geven van instructies.
Periode: 1981–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1981, 150) art. 2;
Instellingsbesluit Stuurgroep IOP’s (Stcrt. 1996, 243) art. 3 onder d en f.
Product: Instellingsbesluit
Waardering: B 4
3.40. Programmacommissie IOP
(223.)
Handeling: Het ontwikkelen en zorgdragen voor de uitvoering van een programma.
Periode: 1945–
Product: Programma
Opmerking: Na vaststelling van het programma op hoofdlijnen delegeert de Programmacommissie
de uitvoering ervan zoveel mogelijk aan TNO, ZWO en NRLO.
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van eindproduct
(224.)
Handeling: Het adviseren van onderzoekers over de organisatie en toepassingsmogelijkheden
van innovatieonderzoek in Nederland.
Periode: 1945–
Product: Advies
Waardering: B 1
(225.)
Handeling: Het halfjaarlijks uitbrengen van verslag aan de Stuurgroep IOP’s.
Periode: 1981–1985
Product: Halfjaarverslag
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
3.41. Programmacommissie biotechnologie – PC-b
(226.)
Handeling: Het ontwikkelen en zorgdragen voor de uitvoering van een programma dat
valt binnen het kader van het IOP biotechnologie.
Periode: 1981–1985
Grondslag: Instellingsbeschikking programmacommissie biotechnologie (Stcrt. 1981,
178) art. 3 onder a, b en c.
Product: Programma
Opmerking: Na vaststelling van het programma op hoofdlijnen delegeert de Programmacommissie
de uitvoering ervan zoveel mogelijk aan TNO, ZWO en NRLO.
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
(227.)
Handeling: Het adviseren van onderzoekers over de organisatie en toepassingsmogelijkheden
van biotechnologisch onderzoek in Nederland.
Periode: 1981–1985
Grondslag: Instellingsbeschikking programmacommissie biotechnologie (Stcrt. 1981,
178) art. 3 onder e.
Product: Advies
Waardering: B 1
(228.)
Handeling: Het halfjaarlijks uitbrengen van verslag aan de Stuurgroep IOP’s.
Periode: 1981–1985
Grondslag: Instellingsbeschikking programmacommissie biotechnologie (Stcrt. 1981,
178) art. 3 onder f.
Product: Halfjaarverslag
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct.
3.42. Tijdelijke Programmacommissie (Tijdelijke PC)
(230.)
Handeling: Het jaarlijks actualiseren van meerjarenprogramma’s.
Periode: 1945–
Product: Geactualiseerd meerjarenprogramma
Waardering: V 2 jaar na actualisatie
(231.)
Handeling: Het via de Stuurgroep IOP’s indienen van een werkplan en bijbehorende begroting
bij de Minister van Economische Zaken.
Periode: 1945–
Product: Werkplan, begroting
Opmerking: Het werkplan en de begroting komen tot stand na overleg met onderzoekers
en gebruikers van de onderzoeksresultaten.
Waardering: V 10 jaar
(232.)
Handeling: Het verzorgen van voorlichting aan het bedrijfsleven.
Periode: 1945–
Product: Voorlichting
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct.
(233.)
Handeling: Het via de Stuurgroep IOP’s adviseren en van de Minister van Economische
Zaken.
Periode: 1945–
Product: Advies
Waardering: V 10 jaar
(234.)
Handeling: Het via de Stuurgroep IOP’s jaarlijks rapporteren aan de Minister van Economische
Zaken.
Periode: 1945–
Product: Jaarverslag
Opmerking: De rapportage betreft hier de taakuitoefening van de tijdelijke commissie
alsmede de door de Minister van Economische Zaken ter beschikking gestelde financiële
middelen.
Waardering: V 2 jaar
3.43. Tijdelijke Programmacommissie Industriële Biotechnologie – PcIB
(236.)
Handeling: Het jaarlijks actualiseren van meerjarenprogramma’s zoals vastgesteld door
de Programmacommissie biotechnologie.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder
a.
Product: Geactualiseerd meerjarenprogramma
Opmerking: Het meerjarenprogramma is in 1982 vastgesteld door de programmacommissie
biotechnologie.
Waardering: V 2 jaar na actualisatie
(237.)
Handeling: Het via de stuurgroep IOP’s indienen van een werkplan en bijbehorende begroting
bij de Minister van Economische Zaken.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder
c.
Product: Werkplan, begroting
Opmerking: Het werkplan en de begroting komen tot stand na overleg met onderzoekers
en gebruikers van de onderzoeksresultaten.
Waardering: V 2 jaar
(238.)
Handeling: Het verzorgen van voorlichting aan het bedrijfsleven over de mogelijkheden
van biotechnologie
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder
g.
Product: Voorlichting
Opmerking: Hieronder valt tevens stimuleren van fundamenteel onderzoek op het terrein
van biotechnologie.
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
(239.)
Handeling: Het via de stuurgroep IOP’s adviseren en van de Minister van Economische
Zaken inzake de industriële biotechnologie in Nederland.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder
l.
Product: Advies
Waardering: V 2 jaar
(240.)
Handeling: Het via de stuurgroep IOP’s jaarlijks rapporteren aan de Minister van Economische
Zaken.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke PcIB (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder
m.
Product: Jaarverslag
Opmerking: De rapportage betreft hier de taakuitoefening van de tijdelijke commissie
alsmede de door de Minister van Economische Zaken ter beschikking gestelde financiële
middelen.
Waardering: V 2 jaar
3.44. Tijdelijke adviescommissie IOP’s
(242.)
Handeling: Het adviseren van commissies verantwoordelijk voor de verschillende deelprogramma’s.
Periode: 1945–
Product: Advies
Opmerking: Hieronder valt tevens het adviseren over de internationale aspecten. De
adviescommissie stelt tevens de betrokken ministers op de hoogte van de gedane adviezen
met oog op terbeschikkingstelling van financiële middelen.
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
(243.)
Handeling: Het adviseren van de betrokken ministers over het beschikbaar stellen van
financiële middelen ter uitvoering van een innovatiegericht onderzoeksprogramma.
Periode: 1945–
Product: Advies
Waardering: B 1
(244.)
Handeling: Het adviseren van het Interdepartementaal Overleg voor het Technologiebeleid
(IOT).
Periode: 1945–
Product: Advies
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
(245.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag.
Periode: 1945–
Product: Jaarverslag
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
3.45. Tijdelijke Adviescommissie Innovatiegericht Onderzoekprogramma Biotechnologie
(IOP-B)
(247.)
Handeling: Het adviseren van de commissies die verantwoordelijk zijn voor de verschillende
deelprogramma’s van het IOP-b.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder a en d.
Product: Advies
Opmerking: Hieronder valt tevens het adviseren over de internationale aspecten van
biotechnologie. De adviescommissie stelt tevens de betrokken Ministers op de hoogte
van de gedane adviezen met oog op terbeschikkingstelling van financiële middelen.
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
(248.)
Handeling: Het adviseren van de betrokken Ministers over het beschikbaar stellen van
financiële middelen ter uitvoering van het innovatiegericht onderzoeksprogramma biotechnologie
IOP-b.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder b.
Product: Advies
Waardering: B 1
(249.)
Handeling: Het adviseren van het Interdepartementaal Overleg voor het Technologiebeleid
(IOT) over de ontwikkeling van de biotechnologie in Nederland.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder c.
Product: Advies
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
(250.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie innovatiegericht onderzoekprogramma
biotechnologie (IOP-b) (Stcrt. 1985, 101) art. 2 onder e.
Product: Jaarverslag
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
3.46. Programmacollege IOP’s
(252.)
Handeling: Het opstellen van een concept-meerjarenplan met financiële raming die ter
vaststelling aan de Stuurgroep IOP’s worden voorgelegd.
Periode: 1945–
Product: Concept-meerjarenplan, financiële raming
Opmerking: Het programmacollege legt tevens een voorstel omtrent samenstelling van
de in te stellen werkgroepen bij de Stuurgroep IOP’s neer.
Waardering: V; na goedkeuring van het concept
(253.)
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van een werkplan met een gedetailleerde begroting
Periode: 1945–
Product: Werkplan, begroting
Waardering: V 10 jaar
(254.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Programmacollege IOP’s.
Periode: 1945–
Product: Reglement
Opmerking: Bovenstaande handeling geldt tevens voor de werkgroepen per deelgebied
van het IOP.
Waardering: V 20 jaar
3.47. Programmacollege IOP milieutechnologie
(256.)
Handeling: Het opstellen van een concept-meerjarenplan met financiële raming die ter
vaststelling aan de Stuurgroep IOP’s worden voorgelegd.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instellingsbeschikking programmacollege IOP milieutechnologie (Stcrt. 1991,
253) art. 3 lid 2.
Product: Concept-meerjarenplan, financiële raming
Opmerking: Het Programmacollege legt tevens een voorstel omtrent samenstelling van
de in te stellen werkgroepen bij de Stuurgroep IOP’s neer.
Waardering: V; na goedkeuring van het concept
(257.)
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van een werkplan met een gedetailleerde begroting
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instellingsbeschikking Programmacollege IOP Milieutechnologie (Stcrt. 1991,
253) art. 3 lid 2 onder a en b.
Product: Werkplan, begroting
Waardering: V 2 jaar
(258.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Programmacollege IOPS milieutechnologie.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instellingsbeschikking programmacollege IOP milieutechnologie (Stcrt. 1991,
253) art. 6.
Product: Reglement
Opmerking: Bovenstaande handeling geldt tevens voor de werkgroepen per deelgebied
van het IOP milieutechnologie.
Waardering: V 10 jaar
3.48. Tijdelijke adviescolleges programmatische stimulering
(264.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake aanvragen tot
deelname aan een technologieprogramma of deelprogramma op basis van de Subsidieregeling
PBTS (Stcrt. 1988, 42).
Periode: 1988–1989
Grondslag: Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering materiaaltechnologie
(Stcrt. 1988, 134) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS);
Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering medische technologie
(Stcrt. 1988, 134) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS);
Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering micro- electronica,
(Stcrt. 1988, 134) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS);
Instelling tijdelijk adviescollege programmatische stimulering productvernieuwing
(Stcrt, 1988, 134) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 –
BTS).
Product: Advies
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct
3.49. Adviescolleges programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
(266.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake aanvragen tot
deelname aan een technologieprogramma of een onderdeel daarvan op basis van de Subsidieregeling
PBTS (Stcrt. 1988, 42).
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instelling Adviescolleges programmatische stimulering informatietechnologie
1991 (Stcrt. 1991, 149) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638
– BTS);
Instelling Adviescolleges 1992 (Stcrt. 1992, 54) art. 3, vervallen bij Besluit van
10 december 1996 (Stb. 638 – BTS);
Instelling vijf adviescolleges programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
voor 1993 (Stcrt. 1993, 110) art. 3, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Advies
Waardering: B 1
(267).
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Adviescollege programmatische
bedrijfsgerichte technologiestimulering.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Instelling Adviescolleges programmatische stimulering informatietechnologie
1991 (Stcrt. 1991, 149) art. 5, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638
– BTS);
Instelling Adviescolleges 1992 (Stcrt. 1992, 54) art. 5, vervallen bij Besluit van
10 december 1996 (Stb. 638 – BTS);
Instelling vijf adviescolleges programmatische bedrijfsgerichte technologiestimulering
voor 1993 (Stcrt. 1993, 110) art. 5, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
3.50. Beoordelingscommissie collectief onderzoek
(272.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake subsidieaanvragen
voor de uitvoering van een collectief technologisch onderzoeksproject.
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
(Stcrt. 1991, 147) art. 5 lid 1;
Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten 1994
(Stcrt. 1994, 114) art. 6 lid 1, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Advies
Waardering: B 1
(273.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Beoordelingscommissie collectie
onderzoek
Periode: 1987–1997
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgericht technologisch onderzoek door collectiviteiten
1994 (Stcr. 1994, 114) art. 6 lid 4, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb.
638 – BTS).
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
3.51. Adviescollege internationale technologieprogramma’s
(279.)
Handeling: Het adviseren van de minister van Economische Zaken inzake subsidieaanvragen
voor samenwerkingsprojecten in het kader van internationale technologieprogramma’s.
Periode: 1989–2001
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsgerichte technologiestimulering in internationale
programma’s (Stcrt. 1989, 110) art. 8 lid 1.
Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologiestimulering internationale programma’s
(Stb. 1994, 434) art. 5 lid 1, vervallen bij Besluit van 5 juli 1997 (Stb. 331–BIT)
Besluit subsidies bedrijfsgerichte internationale technologieprogramma’s (Stb. 1997,
331) art. 5 lid 1, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228 – BTS).
Product: Advies
Waardering: B 1
(280.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Adviescollege Internationale
Technologieprogramma’s
Periode: 1994–2001
Grondslag: Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologiestimulering internationale
programma’s (Stb. 1994, 434) art. 5 lid 4, vervallen bij Besluit van 5 juli 1997 (Stb.
331–BIT);
Besluit subsidies bedrijfsgerichte internationale technologieprogramma’s (Stb. 1997,
331) art. 4, vervallen bij Besluit van 4 mei 2001 (Stb. 228– BTS).
Product: Reglement
Opmerking: De raad is bevoegd om het advies van gespecialiseerde deskundigen in te
roepen.
Waardering: V 10 jaar
3.52. Adviescollege technologische samenwerkingsprojecten
(287.)
Handeling: Het adviseren van de minister van Economische Zaken inzake subsidieaanvragen
voor bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten.
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten
(Stb. 1996, 638) art. 5 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(288.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Adviescollege technologische
samenwerkingsprojecten
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerkingsprojecten
(Stb.1996, 638) art. 5 lid 4.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
3.53. Commissie informaticastimulering bedrijfsleven – CISB
(293.)
Handeling: Het adviseren van de minister van Economische Zaken inzake subsidie- aanvragen
op grond van de Subsidieregeling bedrijfsvoorlichting informatietechnologie.
Periode: 1984–1988
Grondslag: Subsidieregeling bedrijfsvoorlichting informatietechnologie (Stcrt. 1984,
242) art. 4 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(296.)
Handeling: Het adviseren van de Minisister van Economische Zaken inzake subsidie-
aanvragen op grond van de Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering.
Periode: 1989–
Grondslag: Instellingsbeschikking van de Commissie informaticastimulering bedrijfsleven
(CISB) (Stcrt. 1989, 53) art. 2 onder a.
Product: Advies
Waardering: B 1
(297.)
Handeling: Het begeleiden van branche-organisaties bij het opstellen van projectvoorstellen.
Periode: 1989–
Grondslag: Instellingsbeschikking van de Commissie informaticastimulering bedrijfsleven
(CISB) (Stcrt. 1989, 53) art. 2 onder b
Waardering: V; na vaststelling van het voorstel
(298.)
Handeling: Het stimuleren van de totstandkoming van nieuwe projecten door het geven
van publiciteit aan reeds door de Subsidieregeling (BIS) ondersteunde projecten.
Periode: 1989–
Grondslag: Instellingsbeschikking van de Commissie informaticastimulering bedrijfsleven
(CISB) (Stcrt. 1989, 53) art. 2 onder c.
Product: Voorlichting
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende
stukken worden vernietigd.
(299.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag.
Periode: 1989–
Grondslag: Instellingsbeschikking van de Commissie informaticastimulering bedrijfsleven
(CISB) (Stcrt. 1989, 53) art. 7
Product: Jaarverslag
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
3.54. Beoordelingscommissie telematica gidsprojecten
(305.)
Handeling: Het adviseren van de minister van Economische Zaken inzake aanvragen voor
subsidie voor de uitvoering van projecten in het kader van het Programma telematica
gidsprojecten.
Periode: 1991–1994
Grondslag: Subsidieregeling telematica gidsprojecten (Stcrt. 1991, 96) art. 5 lid
1
Product: Advies
Waardering: B 1
(306.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Beoordelingscommissie telematica
gidsprojecten
Periode: 1991–1994
Grondslag: Subsidieregeling telematica gidsprojecten (Stcrt. 1991, 96) art. 5 lid
4
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
3.55. Adviescolleges voor de informatietechnologieprogramma’s: telematica, uitbesteding
aan onderzoekinstellingen en branchetoepassingen
(309.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake aanvragen voor
subsidie voor de uitvoering van onderzoeks-, pilot- of brancheprojecten in het kader
van een informatietechnologieprogramma.
Periode: 1994–1997
Grondslag: Besluit subsidies informatietechnologie (Stb. 1994, 432) art. 5 lid 1,
vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Advies
Waardering: B 1
(310.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Adviescollege voor de informatietechnologieprogramma’s:
telematica, uitbesteding aan onderzoekinstellingen en branchetoepassingen.
Periode: 1994–1997
Grondslag: Besluit subsidies informatietechnologie (Stb. 1994, 432) art. 6 lid 1,
art. 7 lid 1, vervallen bij Besluit van 10 december 1996 (Stb. 638 – BTS).
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
3.56. Stuurgroep ITeR
(315.)
Handeling: Het vaststellen van de door de programmacommissie opgestelde jaarwerkplannen
met bijbehorende begroting.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 3 onder a.
Product: Jaarwerkplan/ Begroting
Waardering: V 10 jaar met uitzondering van het eindproduct
(316.)
Handeling: Het beslissen over onderzoeksvoorstellen van de programmacommissie ITeR
inzake het programma informatietechnologie en recht.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 3 onder b.
Product: Besluitvorming inzake onderzoeksvoorstellen van de programmacommissie ITeR
Waardering: B 1 & 5
3.57. Programmacommissie ITeR
(317.)
Handeling: Het uitwerken van het programma informatietechnologie en recht in concrete
onderzoeksprojecten die deel uitmaken van een jaarwerkplan.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 4 leden 1 en 2.
Product: Jaarwerkplan
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
(318.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag.
Periode: 1995–
Grondslag: Instellingsbesluit Stuurgroep en Programmacommissie informatietechnologie
en recht (Stcrt. 1995, 248) art. 4 lid 1 onder f.
Product: Jaarverslag
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
3.58. Adviescommissie electronische diensten
(324.)
Handeling: Het adviseren van de minister van Economische Zaken inzake kredietaanvragen.
Periode: 1996–2001
Grondslag: Kredietregeling electronische-ontwikkeling 1996 (KREDO) (Stcrt. 1996, 112)
art. 5 lid 1;
Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 5 lid 1, vervallen bij Besluit van 20 april 2001
(Stb. 203 – TOP).
Product: Advies
Waardering: B 1
(325.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Adviescommissie electronische
diensten.
Periode: 1996–2001
Grondslag: Kredietregeling electronische-ontwikkeling 1996 (KREDO) (Stcrt. 1996, 112)
art. 5 lid 4;
Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 5 lid 4, vervallen bij Besluit van 20 april 2001
(Stb. 203 – TOP).
Product: Reglement
Waardering: V 10 jaar
(326.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag en evaluatieverslag
Periode: 1996–2001
Grondslag: Besluit KREDO (Stb. 1997, 554) art. 5 lid 9, vervallen bij Besluit van
20 april 2001 (Stb. 203 – TOP).
Product: Jaarverslag, evaluatieverslag
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
3.59. Adviescommissie E.E.T.
(331.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Economische Zaken en van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap inzake aanvragen voor subsidie ter uitvoering van E.E.T.-projecten.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt. 1996, 91) art. 5 lid 1.
Besluit subsidies E.E.T. (Stcrt 1997, 13) art. 5 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(332.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Adviescommissie E.E.T.
Periode: 1996–
Grondslag: Subsidieregeling E.E.T. (Stcrt. 1996, 91) art. 5 lid 4.
Besluit subsidies E.E.T. (Stb. 1997, 13) art. 5 lid 4.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
3.60. Adviescommissie experimentele faciliteiten
(336.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake subsidieaanvragen
op basis van de Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2.
Periode: 2001–
Grondslag: Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2 (Stcrt. 2001, 79),
art. 5 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(337.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Adviescommissie experimentele
faciliteiten.
Periode: 2001–
Grondslag: Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2 (Stcrt. 2001, 79),
art. 5 lid 5.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
(338.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag en evaluatieverslag.
Periode: 2001–
Grondslag: Subsidieregeling experimentele faciliteiten ICES-KIS-2 (Stcrt. 2001, 79),
art. 5 lid 11.
Product: Jaarverslag, evaluatieverslag.
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
3.61. Adviescommissie zaaiprojecten life sciences
(340.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken omtrent subsidieaanvragen
om een zaaiproject te laten uitvoeren.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikel
5 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(342.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Adviescommissie zaaiprojecten
life sciences.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikel
5 lid 4.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
(343.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag en/of een evaluatieverslag.
Periode: 2000–
Grondslag: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences (Stcrt. 2000, 175), artikel
5 lid 10.
Product: Verslag
Opmerking: Het jaarverslag wordt jaarlijks opgesteld.
Het evaluatieverslag wordt op verzoek van de Minister, maar ten minste elk tweede
jaar opgesteld.
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
3.62. Stuurgroep technologie en samenleving (T&S)
(351.)
Handeling: Het adviseren van de minister van Economische Zaken inzake subsidie- aanvragen
op grond van de Subsidieregeling programma T&S.
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 5 lid 1.
Product: Advies
Waardering: B 1
(352.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van de Stuurgroep technologie en
samenleving (T&S).
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 5 lid 4.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
(353.)
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag.
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling programma technologie en samenleving (Stcrt. 1998, 168
– T&S) art. 5 lid 9.
Product: Jaarverslag
Waardering: V; 2 jaar na vervallen
NB. Van het gedrukte verslag wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken
worden vernietigd.
(354.)
Handeling: Het instellen van interdepartementale projectgroepen die deelprogramma’s
begeleiden en de ingediende subsidieaanvragen beoordelen.
Periode: 1998–
Bron: Algemene toelichting bij Subsidieregeling programma technologie en samenleving
(Stcrt. 1998, 168 – T&S)
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: V 20 jaar
3.63. Interdepartementaal Overleg voor het Technologiebeleid – IOT
(357.)
Handeling: Het op het gebied van het technologiebeleid voorbereiden van besluitvorming
in de Raad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid.
Periode: 1984–
Grondslag: Instellingsbeschikking IOT (Stcrt. 1984, 53) art. 2.
Product: Besluitvorming
Waardering: B 1
(358.)
Handeling: Het vaststellen van de eigen werkwijze van het Interdepartementaal Overleg
voor het Technologiebeleid (IOT).
Periode: 1984–
Grondslag: Instellingsbeschikking IOT (Stcrt. 1984, 53) art. 6.
Product: Reglement
Waardering: V 20 jaar
3.64. Tijdelijke Adviescommissie voor de Uitbouw van het Technologiebeleid – Commissie-Dekker
(360.)
Handeling: Het op hoofdlijnen adviseren van de Minister van Economische Zaken over
de inhoud en organisatie van het technologiebeleid alsmede over de opzet van een instituut
dat belast is met de praktische uitvoering van dit beleid.
Periode: 1986–1987
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie voor de uitbouw van het
technologiebeleid (Stcrt. 1986, 212) art. 3.
Product: Advies
Opmerking: Het gaat hier om het technologiebeleid in al zijn facetten, zoals onderwijs,
internationale samenwerking en overheidsaankoopbeleid waarbij een stimulering van
innovatiegerichte Research & Development van groot belang zijn.
Waardering: B 1
(361.)
Handeling: Het instellen van werkgroepen.
Periode: 1986–1987
Grondslag: Instellingsbeschikking tijdelijke adviescommissie voor de uitbouw van het
technologiebeleid (Stcrt. 1986, 212) art. 7 lid 1.
Product: Instellingsbeschikking
Waardering: V 20 jaar
3.65. Tijdelijke Vervolgcommissie Technologiebeleid – VCT
(364.)
Handeling: Het toetsen en ondersteunen van de uitwerking van het technologiebeleid
op basis van het rapport van de Adviescommissie voor de Uitbouw van het Technologiebeleid
Periode: 1988–1992
Grondslag: Instellingsbeschikking VCT (Stcrt. 1988, 99)
Product: Ondersteuning, advies
Opmerking: Hieronder valt tevens het via de Minister van Economische Zaken aan de
ministerraad rapporteren over de voor het technologiebeleid relevante onderwerpen.
Waardering: V 2 jaar met uitzondering van één exemplaar van het eindproduct.