Besluit van de Minister van Justitie van 1 juli 2004, nr. 5295883/DBZ/04, strekkende
tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van medewerkers van Recreatie
Noord-Holland N.V.
De Minister van Justitie,
Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaan;
Gelezen het verzoek van de directeur ad interim van Recreatie Noord-Holland N.V. van
22 oktober 2003 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te
Haarlem en de korpschef van de regiopolitie Kennemerland;
Gelet op:
– artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;
– artikel 8, zevende lid en artikel 9, van de Politiewet 1993;
– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;
– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;
– de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar;
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2004, 129, datum inwerkingtreding 11-07-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-06-2004.