Verordening regels en richtlijnen vergoedingen bedrijfslichamen 2003-2004

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 08-05-2005.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 30-03-2003 t/m 31-12-2014

Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 21 maart 2003 tot vaststelling van regels en van richtlijnen ten aanzien van vergoedingenregelingen van bedrijfslichamen (Verordening regels en richtlijnen vergoedingen bedrijfslichamen 2003-2004)

De Sociaal-Economische Raad;

Gelet op artikel 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

bedrijfslichaam:

een hoofdproductschap, een productschap, een hoofdbedrijfschap of een bedrijfschap;

b.

Bestuurskamer:

commissie ex artikel 19 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

c.

wet:

Wet op de bedrijfsorganisatie;

d.

dagdeel:

de delen van een dag waarvan het eerste aanvangt op het tijdstip van aanvang van de eerste bijgewoonde vergadering en het tweede en derde aanvangen nadat sedert dat tijdstip vijf respectievelijk tien uren zijn verstreken.

§ 2. Vergoedingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De besturen van de bedrijfslichamen stellen in hun verordeningen, bedoeld in de artikelen 77, 83, 85 jo. 77, 88 jo. 77 en 88a jo. 77 van de wet, de vergoedingen vast voor de leden van het bestuur, de voorzitter van het bedrijfslichaam, de leden van het dagelijks bestuur, de leden en voorzitters van de commissies uit het midden van het bestuur en van de organen bedoeld in artikel 88a van de wet, alsmede voor hun plaatsvervangers, met inachtneming van de in de bijlage bij deze verordening gevoegde richtlijnen. Zij kennen geen andere vergoedingen toe en stellen de vergoedingen niet vast op hogere bedragen dan in de richtlijnen genoemd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het bepaalde in artikel 2 is van overeenkomstige toepassing indien de besturen van bedrijfslichamen vergoedingen vaststellen voor de leden en voorzitters van commissies welke niet zijn organen als bedoeld in de artikelen 88 en 88a van de wet, alsmede voor hun plaatsvervangers.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Indien bedrijfslichamen in een functionele clustering zijn samengebracht, kan de Bestuurskamer het bepaalde in artikel 2 - wat betreft de vacatievergoeding voor bestuursleden per vergadering in relatie tot een dagdeel - zodanig van toepassing verklaren dat de clustering wordt beschouwd als één bedrijfslichaam.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De Bestuurskamer kan van het bepaalde in artikel 2 in daarvoor naar haar oordeel in aanmerking komende gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het bepaalde in de voorgaande artikelen is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van lichamen als bedoeld in artikel 110 van de wet.

§ 3. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De Verordening regels en richtlijnen vergoedingen bedrijfslichamen 2001-2002 (Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie 2000, nr. 3, RE 2/2001) wordt ingetrokken.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2002, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2003.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening regels en richtlijnen vergoedingen bedrijfslichamen 2003-2004.

Den Haag, 21 maart 2003

H.H.F. Wijffels

voorzitter

N.C.M. van Niekerk

secretaris

Bijlage bij artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Richtlijnen ten aanzien van vergoedingen regelingen van bedrijfslichamen

  • 1. De vergoedingen worden onderscheiden in een vacatievergoeding en een vergoeding van reis- en verblijfkosten.

  • 2. De vacatievergoeding wordt door het bestuur vastgesteld hetzij op een bedrag per vergadering, hetzij op een bedrag per dagdeel waarin wordt vergaderd. De vacatievergoeding bedraagt per vergadering of dagdeel ten hoogste 335 euro.

    Indien de vergoeding op een bedrag per vergadering wordt vastgesteld, geldt als voorwaarde dat voor twee of meer vergaderingen die binnen één dagdeel aanvangen en eindigen, slechts eenmaal een vacatievergoeding wordt toegekend.

  • 3. De vergoeding van reis- en verblijfkosten wordt door het bestuur vastgesteld hetzij in de vorm van een regeling waarbij de werkelijk gemaakte kosten op declaratie worden vergoed, hetzij in de vorm van een passend te achten forfaitaire vergoeding waarin met de afstand tussen woonplaats en vergaderplaats rekening is gehouden.

  • 4. In de vergoedingen regelingen dienen de presentielijsten van de vergaderingen als het uitsluitende bewijs dat de betrokken personen de vergaderingen bijwoonden of voorzaten.

  • 5. Aan de voorzitter van een bedrijfslichaam, niet zijnde een plaatsvervangende voorzitter, alsmede aan de voorzitter van een orgaan bedoeld in artikel 88a van de wet, kunnen in plaats van de vergoeding bedoeld in punt 2 van deze richtlijnen, een of meer vaste vergoedingen op jaarbasis worden toegekend.

  • 6. De vaste vergoedingen voor de voorzitter worden door het bestuur vastgesteld op een bedrag voor elk dagdeel dat de voorzitter per week als regel voor het bedrijfslichaam werkzaam is. Het aantal dagdelen wordt in overleg tussen voorzitter en bestuur bepaald. Het bedrag per dagdeel en het aantal in aanmerking genomen dagdelen worden in de verordening vermeld. Het totaal van de vaste vergoedingen, onverschillig onder welke benaming en voor welk doel zij worden toegekend, bedraagt op jaarbasis per dagdeel ten hoogste 10.050 euro.

  • 7. Aan de voorzitter kan naast de vaste vergoedingen een vergoeding van de werkelijk gemaakte reis- en verblijfkosten worden toegekend.

  • 8. Het in de richtlijn 6 bedoelde aantal dagdelen wordt per kalenderjaar bepaald.

  • 9. In afwijking van het bovenstaande kunnen de vaste vergoedingen voor voorzitters van (hoofd)productschappen door het bestuur bij verordening worden vastgesteld op ten hoogste het bedrag van schaal 16, opgenomen in de salarisverordening, verhoogd met 16,5 procent, afgerond op hele euro’s en uitgaande van een voltijdse functievervulling. Daarnaast kan het bestuur arbeidsvoorwaarden van het personeel van het bedrijfslichaam van toepassing verklaren op bedoelde voorzitters. In de verordening wordt verwezen naar de toepasselijke arbeidsvoorwaarden, zo nodig onder vermelding van bedragen of percentages.

Naar boven