Stb. 2005, 468, datum inwerkingtreding 01-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2005.
A. Vervallen
B. Overgangsrecht inkomstenbelasting
Artikel 3.127, tweede lid, tweede volzin, en vijfde lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting
2001, zoals die artikelonderdelen luidden op 31 december 2002, blijven van toepassing
met betrekking tot opnemingen daarna van spaarpremies en van voor 31 december 2002
gespaarde gelden ingevolge de aldaar aangeduide premiespaar- en winstdelingsregelingen
ter voldoening van vrijwillig te betalen premies ingevolge een pensioenregeling.
C. Overgangsrecht inkomstenbelasting 2003
Artikel 5.11 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat artikel luidde op 31 december 2002,
blijft in het kalenderjaar 2003 van toepassing op bezittingen wegens in het kalenderjaar
2002 ingehouden besparingen, die worden aangehouden ingevolge een premiespaarregeling
als bedoeld in artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dat artikel
luidde op 31 december 2002.
D. Overgangsrecht inkomstenbelasting tot en met 2005
1 Voor de belastingplichtige die voor het kalenderjaar 2002 in aanmerking komt voor
de eerste tranche van de toetrederskorting als bedoeld in artikel 8.21 Wet inkomstenbelasting
2001, zoals dit artikel luidde in dat kalenderjaar, blijven voor de kalenderjaren
2003 en 2004 de artikelen 1.7a, derde lid, 8.2, onderdeel m, 8.9, eerste lid, 8.21
en 9.3, tweede lid, onderdeel i, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals deze artikelen
luidden op 31 december 2002, van toepassing.
2 Voor de belastingplichtige die voor het kalenderjaar 2002 nog niet in aanmerking komt
voor de eerste tranche van de toetrederskorting als bedoeld in artikel 8.21 Wet inkomstenbelasting
2001, zoals dit artikel luidde in dat kalenderjaar, omdat deze belastingplichtige
niet in het kalenderjaar 2002, maar pas in het kalenderjaar 2003 aan de in het eerste
lid, aanhef, van dat artikel opgenomen zesmaandseis voldoet of aan de in het eerste
lid, onderdeel e, van dat artikel opgenomen inkomenseis voldoet, blijven voor de kalenderjaren
2003, 2004 en 2005 de artikelen 1.7a, derde lid, 8.2, onderdeel m, 8.9, eerste lid,
8.21 en 9.3, tweede lid, onderdeel i, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals deze
artikelen luidden op 31 december 2002, van toepassing.
E. Overgangsrecht loonbelasting tot en met 2007
Artikel 11, eerste lid, onderdeel i, alsmede artikel 31, tweede lid, onderdeel g, en derde lid,
onderdeel c, onder 2°, van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals die artikelonderdelen
luidden op 31 december 2002, blijven tot en met het kalenderjaar 2007 van toepassing
op aanspraken op spaarpremies en op na 31 december 2002 toegekende spaarpremies of
voorlopig bijgeschreven spaarpremies ter zake van voor 1 januari 2003 ingehouden besparingen
op de voet van een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a van de Wet op de
loonbelasting 1964, zoals dit artikel luidde op 31 december 2002.
F. Overgangsrecht loonbelasting 2003
1 Artikel 13 van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen,
zoals dit artikel luidde op 31 december 2002, is in het kalenderjaar 2003 nog van
toepassing op toegekende of voorlopig bijgeschreven spaarpremies ter zake van in het
kalenderjaar 2002 ingehouden besparingen op de voet van een premiespaarregeling als
bedoeld in artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dit artikel luidde
op 31 december 2002.
2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het
in dit onderdeel opgenomen overgangsrecht.
G. Verzachting blokkeringsperiode voor spaarloon van voor 2001
De in artikel 32, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 6, achtste
lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde termijn van vier jaar wordt
vervangen door een termijn van drie jaar voor in het kalenderjaar 1999 op de voet
van een spaarloonregeling als bedoeld in genoemd artikel 32 gespaard loon en een termijn
van twee jaar voor in het kalenderjaar 2000 op de voet van een spaarloonregeling gespaard
loon.
H. Aanpassing blokkeringsperiode voor spaarloon van de kalenderjaren 2001 tot en met
2004
De termijn van vier jaar, genoemd in artikel 32, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting
1964 en artikel 6, negende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, zoals dat
luidde op 31 december 2004, wordt vervangen door een termijn die eindigt op 1 september
2005 voor in de kalenderjaren 2001 tot en met 2004 op de voet van een spaarloonregeling
als bedoeld in die bepalingen gespaard loon.