Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied huidtherapeut

Geraadpleegd op 19-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-06-2008 en zichtdatum 03-05-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 31-12-2010

Besluit van 10 oktober 2002, houdende regels inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de huidtherapeut (Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied huidtherapeut)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 maart 2002, IBE/BO-2266393;

Gelet op artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Gezien het advies van de Raad voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg (advies van november 1996);

De Raad van State gehoord (advies van 11 juni 2002, No. W13.02.0149/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 oktober 2002, IBE/BO-2313 195;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepaling

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

§ 2. Titel

Artikel 2

Het recht tot het voeren van de titel van huidtherapeut is voorbehouden aan degene aan wie een getuigschrift is uitgereikt waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg het afsluitende examen heeft afgelegd van een opleiding voor huidtherapie die is opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs en die voldoet aan de artikelen 3 en 4.

§ 3. Opleiding

Artikel 3

Een opleiding als bedoeld in artikel 2 omvat ten minste de volgende onderdelen:

  • a. het centrale vakgebied huidtherapie, omvattende ten minste:

    • 1°. onderzoeken en behandelen van de patiënt in het kader van het gebied van deskundigheid, omschreven in artikel 5;

    • 2°. theorie en praktijk van de huidtherapie;

  • b. de beroepsvoorbereidende periode in het werkveld;

  • c. het medische vakgebied, waaronder anatomie, fysiologie, pathologie, dermatologie, flebologie, lymfologie, oncologie, neurologie, radiologie, plastische chirurgie, gynaecologie, transseksualiteit, farmacologie, anesthesiologie en hygiëne;

  • d. vakken op het gebied van de gedragswetenschappen, waaronder psychologie, gesprekstechnieken, voorlichting en didactiek;

  • e. ondersteunende vakken, waaronder organisatie van de gezondheidszorg, gezondheidsrecht, beroepsoriëntatie en praktijkvoering, ethiek met betrekking tot het beroep van huidtherapeut, methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek alsmede kwaliteitszorg.

Artikel 4

  • 1 De in artikel 3, onder b, bedoelde beroepsvoorbereidende periode omvat het in het werkveld toepassen van tijdens de studie verworven kennis, inzicht en vaardigheden met betrekking tot het gebied van deskundigheid van de huidtherapeut zoals omschreven in artikel 5, eerste lid, onder a.

  • 2 De beroepsvoorbereidende periode vindt plaats onder begeleiding van een daartoe door de instelling aangewezen docent en wordt doorgebracht onder toezicht van een arts of huidtherapeut.

  • 3 De beroepsvoorbereidende periode omvat ten minste 30 studiepunten die behaald worden in de tweede helft van de hoofdfase en is gelijkelijk verdeeld over twee verschillende instellingen van gezondheidszorg of afdelingen daarvan.

§ 4. Deskundigheid

Artikel 5

  • 1 Tot het gebied van deskundigheid van de huidtherapeut wordt gerekend:

    • a. het op verwijzing van een arts:

      • 1°. onderzoeken en beoordelen van een patiënt met een stoornis, beperking of handicap van de huid, ten gevolge van een pathologisch trauma of congenitale afwijking, en op basis van de verkregen gegevens opstellen van een behandelplan;

      • 2°. behandelen van de patiënt met als doel het opheffen, verminderen of compenseren van een stoornis, beperking of handicap van de huid, het optimaliseren van de huidfuncties alsmede het geven van advies en instructie;

      • 3°. aanmeten en verstrekken van medische hulpmiddelen en prothesen alsmede adviseren met betrekking tot het gebruik daarvan;

    • b. het geven van advies en voorlichting.

  • 2 De verwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, geschiedt schriftelijk, is gedateerd en ondertekend door de betrokken arts en bevat ten minste de door deze, voor het door de huidtherapeut onderzoeken en behandelen van de patiënt, relevant geachte diagnostische gegevens.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 oktober 2002

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. J. Bomhoff

Uitgegeven de zevende november 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven