Wet van 23 december 1994, houdende overgangsregeling voor de heffing van motorrijtuigenbelasting
inzake motorrijtuigen met een tenaamstelling van het kentekenbewijs van voor het kalenderjaar
1988, en vervanging van het wisseldisconto van De Nederlandsche Bank N.V. door de
voorschotrente van De Nederlandsche Bank N.V. in de Wet op de accijns en de Wet op
de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een overgangsregeling
te treffen voor de heffing van motorrijtuigenbelasting inzake motorrijtuigen met een
tenaamstelling van het kentekenbewijs van voor het kalenderjaar 1988 die als gevolg
van wijziging van de belastingwet met ingang van 1 januari 1994 onder het begrip personenauto
zijn gebracht, alsmede de Wet op de accijns en de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 aan te passen
in verband met het vervallen van het wisseldisconto van De Nederlandsche Bank N.V.;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: