Wijzigingswet Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen

[Regeling vervallen per 14-11-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-1995 t/m 13-11-2007

Wet van 27 april 1994, tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Aan de gemeenten die op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet over het belastingjaar waarin die dag valt belastingen ter zake van onroerende zaken als bedoeld in artikel 220 van de Gemeentewet, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze wet, heffen naar de grondslag oppervlakte, wordt volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels een bijdrage verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten die zijn gemoeid met de overgang naar de grondslag waarde in het economisch verkeer.

Artikel III

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Deze wet treedt in werking op een bij of krachtens de wet te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 27 april 1994

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

D. IJ. W. de Graaff-Nauta

De Staatssecretaris van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de drieëntwintigste juni 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto

Naar boven