-
a. voor zover het betreft naleving door instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wet identificatie bij dienstverlening: de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. die daarmee door De Nederlandsche Bank
N.V. belast zijn;
-
b. voor zover het betreft naleving door instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet identificatie bij dienstverlening: de werknemers van de Pensioen- & Verzekeringskamer die daarmee door de Pensioen-
& Verzekeringskamer belast zijn;
-
c. voor zover het betreft naleving door instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 3° en 4°, van de Wet identificatie bij dienstverlening: de werknemers van de Stichting Autoriteit Financiële Markten die daarmee door de
Stichting Autoriteit Financiële Markten belast zijn;
-
d. voor zover het betreft naleving door instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 6°, van de Wet identificatie bij dienstverlening: de ambtenaren van de Fiscale Inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst
die daarmee door de Fiscale Inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst
belast zijn;
-
e. voor zover het betreft naleving door ondernemingen of instellingen die creditcards
uitgeven, met uitzondering van de ondernemingen of instellingen waarvan de door haar
uitgegeven creditcards alleen gebruikt kunnen worden bij die onderneming of instelling
of bij een onderneming of instelling die behoort tot dezelfde groep in de zin van
artikel 24b, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek: de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. die daarmee door De Nederlandsche Bank
N.V. belast zijn;
-
f. voor zover het betreft naleving door natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen
die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van een ander munten of
bankbiljetten wisselen, munten of bankbiljetten uitbetalen tegen inlevering van een
of meer cheques of munten of bankbiljetten uitbetalen op vertoon van een creditcard:
de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. die daarmee door De Nederlandsche Bank
N.V. belast zijn;
-
g. voor zover het betreft naleving door natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen
die beroeps- of bedrijfsmatig een speelcasino in de zin van artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen organiseren: de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. die daarmee door De Nederlandsche
Bank N.V. belast zijn;
-
h. voor zover het betreft naleving door natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen
die beroeps- of bedrijfsmatig in het kader van een geldelijke overmaking gelden of
geldswaarden in ontvangst nemen, ten einde deze gelden of geldswaarden al dan niet
in dezelfde vorm elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel in het kader
van een geldelijke overmaking gelden of geldswaarden betalen of betaalbaar stellen,
nadat deze gelden of geldswaarden elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking
zijn gesteld: de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. die daarmee door De Nederlandsche
Bank N.V. belast zijn;
-
i. i. voor zover het betreft naleving door personen of organisaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het koninklijk besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing
van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening
en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Stb. 94) die als advocaat, notaris of kandidaat-notaris dan wel in de uitoefening van
een gelijksoortig juridisch beroep of bedrijf werkzaamheden verrichten: de werknemers
van het Bureau Financieel Toezicht die daarmee door het Bureau Financieel Toezicht
belast zijn;.
-
j. voor zover het betreft naleving door personen of organisaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het koninklijk besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing
van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening
en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Stb. 94) die als trustkantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet toezicht
trustkantoren werkzaamheden verrichten: de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.
die daarmee door De Nederlandsche Bank N.V. belast zijn;
-
k. voor zover het betreft de naleving door personen of organisaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het koninklijk besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing
van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening
en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Stb. 94): de werknemers van het Bureau Financieel Toezicht die daarmee door het
Bureau Financieel Toezicht belast zijn;
-
l. voor zover het betreft de naleving door personen of organisaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van het koninklijk besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing
van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening
en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Stb. 94): de ambtenaren van de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst
– Economische Controledienst die daarmee door de Minister van Financiën belast zijn;
-
m. voor zover het betreft de naleving door tussenpersonen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 5°, van de Wet identificatie bij dienstverlening: de werknemers van de Autoriteit Financiële Markten die daarmee door de Autoriteit
Financiële Markten belast zijn.