Wet van 14 november 1991, tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nedelanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, ter uitvoering van de richtlijnen
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1986 (87/22/EEG) en van
3 mei 1989 (89/342/EEG), wenselijk is de werkingssfeer van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening uit te breiden tot de geneesmiddelen die onder de Wet op sera en vaccins (Stb. 1927, 91) vallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: