Besluit van 26 maart 1986, houdende voorwaarden schone en beperkt schone personenauto's
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 4 november 1985, nr. 085-2934,
Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen,
gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Wet houdende tijdelijke fiscale maatregelen
ter bevordering van het gebruik van ongelode benzine en de aankoop van schone en van
beperkt schone personenauto’s (Stb. 1986, 112);
De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1985, nr. W06.85.0580/09.5.51);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 20 maart 1986,
nr. 085-3436, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen,
uitgebracht mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan: