Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze ministers van Binnenlandse Zaken van 18 mei 1983, nr. FJ83/U927,
directoraat-generaal Binnenlands Bestuur, directie Financiën Binnenlands Bestuur,
afdeling Financieel-Juridische Zaken, van Verkeer en Waterstaat van 26 mei 1983, nr.
A 20455, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, en van de Staatssecretaris van Financiën
van 13 juni 1983, nr. 383-6962, Generale Thesaurie, Directie der Domeinen, Afdeling
Rentambten;
Overwegende, dat het wenselijk is ter uitvoering van artikel 13, eerste lid, van de
wet van 5 juli 1979 tot instelling van een gemeente Lelystad en nadere vaststelling
van de grens van de gemeente Dronten, Stb. 378, aan te wijzen de navolgende binnen het gebied van de gemeente Lelystad en het
gebied van de gemeente Dronten gelegen rijkseigendommen die in eigendom, beheer en
onderhoud op de gemeente Lelystad overgaan dan wel waarop de gemeente Lelystad een
recht van koop verkrijgt:
gronden bestemd tot bouw- en industrieterrein, insteekhavens, stadshoofdwegen, straten,
wegen, fietspaden, onderdoorgangen, openbaar groen, plantsoenen, parkeerterreinen,
recreatieterreinen, zwembaden, begraafplaats, volkstuinen en andere terreinen, een
en ander met opstallen cum annexis, leidingstelsels, viaducten voor fiets- en voetpaden,
watergangen met taluds, bruggen, stuwen en duikers, alles gelegen in de stadsgebieden
0.1.1., 0.1.2., 0.4.9., 1.0.0., 1.0.1., 1.0.7., 1.1.1., 1.1.2., 1.1.3., 1.1.4., 1.1.8.,
1.2.1., 1.2.2., 1.2.3., 1.2.4., 1.2.5., 1.2.6., 1.3.9., 1.7.1., 1.7.2., 1.7.3., 1.7.4.,
1.7.5., 1.7.7., 1.8.1., 2.1.1., 2.1.2., 2.1.3., 2.2.1., 2.2.2., 2.2.3., 2.2.4., 2.2.5.,
2.2.6., 2.2.7., 2.2.8., 2.7.1., 2.7.2., 2.7.3., 2.7.5., 3.1.9., 3.2.9., 3.3.9., 3.8.2.,
5.1.9., 5.2.9., 5.3.9., en 5.4.9., quartaire wegen en polderwegen (niet-planwegen)
en daarbij behorende op- en afritten, duikers, bruggen, paden in wegbermen en wegstrookbeplantingen,
alsmede duikers in de Eland- en Wisentweg;
Overwegende, dat het voorts ter uitvoering van genoemde wetsbepaling wenselijk is
de voorwaarden en tijdstippen van overgang te bepalen;
Gelet op artikel 13, eerste lid, van voornoemde wet;
De Raad van de gemeente Lelystad gehoord (brief van 20 september 1982, nr. 32982-1);
Hebben goedgevonden en verstaan: