Rijkswet van 23 juni 1972, houdende voorzieningen op het gebied van de zeescheepvaart
in buitengewone omstandigheden
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is nieuwe regelen te stellen,
opdat in geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verbandhoudende
buitengewone omstandigheden in het belang van het Koninkrijk beperkingen gesteld kunnen
worden aan de overdracht en de bewegingen van- en het vervoer van goederen of personen
met zeeschepen onder de vlag van het Koninkrijk, alsmede de onbeperkte beschikking
daarover verkregen kan worden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk inachtgenomen
zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: