Instellingsbesluit Bedrijfschap Vleeswarenindustrie

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 10-02-1965 t/m 31-12-2014

Besluit van 20 november 1954, houdende instelling van een bedrijfschap voor de vleeswaren- en vleesconservenindustrie en de baconindustrie

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 11 October 1954, no. B 1852, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;

Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad op 9 Juli 1954 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22, sedert gewijzigd) voor ondernemingen op het gebied van de vleeswaren- en vleesconservenindustrie en de baconindustrie;

Gelet op genoemde wet;

De Raad van State gehoord (advies van 2 November 1954, no. 18);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 15 November 1954, no. B 2021, Z.I.W., Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Er is een Bedrijfschap voor de Vleeswarenindustrie.

  • 2 Het bedrijfschap heeft zijn zetel te 's-Gravenhage.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het bedrijfschap is ingesteld voor de ondernemingen, waarin de vleeswaren- en vleesconservenindustrie of de baconindustrie wordt uitgeoefend.

  • 2 Dit besluit verstaat onder:

    • a. vleeswaren- en vleesconservenindustrie: het bedrijf van het verduurzamen of het, al dan niet onder vermenging met andere stoffen, toebereiden van vlees, een en ander al dan niet tezamen met het slachten van vee en het verkopen van daarbij verkregen vers vlees of met het toebereiden van uit vee verkregen vet;

    • b. baconindustrie: het bedrijf van het bereiden van bacon, al dan niet tezamen met het slachten van vee en het verkopen van daarbij verkregen vers vlees of met het toebereiden van uit vee verkregen vet;

    • c. verduurzamen: verduurzamen anders dan uitsluitend door afkoelen of zouten;

    • d. vlees: delen van vee, welke, al dan niet na toebereiding, tot menselijk voedsel kunnen dienen, met uitzondering van vet;

    • e. vee: runderen, varkens, schapen, geiten en eenhoevige dieren;

    • f. wet: de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22, sedert gewijzigd).

  • 3 Dit besluit verstaat onder uitoefening van de vleeswaren- en vleesconservenindustrie en van de baconindustrie niet het verrichten van de in het tweede lid, onder a en b, genoemde handelingen als bijkomende werkzaamheid naast het geschikt maken van vers vlees voor aflevering aan particulieren en het verkopen van aldus in eigen onderneming behandeld vlees aan particulieren.

  • 4 Dit besluit verstaat onder uitoefening van de vleeswaren- en vleesconservenindustrie voorts niet het vervaardigen van droge soepen, aroma's en pharmaceutische producten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Aan het bedrijfschap is overgelaten de regeling of nadere regeling van de navolgende onderwerpen:

  • a. de lonen en de andere arbeidsvoorwaarden;

  • b. de vakopleiding;

  • c. de registratie van de ondernemingen, waarvoor het bedrijfschap is ingesteld;

  • d. het verstrekken van de voor de vervulling van de taak van het bedrijfschap nodige gegevens;

  • e. de bevordering van de kwaliteit van vleeswaren, vleesconserven en bacon;

  • f. de technische inrichting van ondernemingen, voor zover de regeling van dit onderwerp verband houdt met de bevordering van de kwaliteit van vleeswaren, vleesconserven en bacon.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Overtredingen van een op grond van artikel 93, eerste lid, van de wet vastgestelde verordening kunnen bij die verordening worden aangewezen als strafbare feiten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Onverminderd het in het tweede en derde lid bepaalde worden de door het bedrijfschap krachtens artikel 126, eerste lid, van de wet op te leggen heffingen vastgesteld op grondslag van de in iedere onderneming, waarvoor het bedrijfschap is ingesteld, bereikte omzet.

  • 2 Een periodieke heffing kan ook, als basisheffing, worden opgelegd tot een bedrag, dat voor alle ondernemingen, waarvoor het bedrijfschap is ingesteld, gelijk is.

  • 3 Heffingen, waarvan de opbrengst een bijzondere bestemming heeft, kunnen worden opgelegd naar een grondslag, welke het bestuur van het bedrijfschap in verband met die bestemming passend acht.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Instellingsbesluit Bedrijfschap Vleeswarenindustrie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 20 November 1954

JULIANA.

De Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

A. C. DE BRUIJN.

De Minister van Economische Zaken,

J. ZIJLSTRA.

De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening,

MANSHOLT.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

J. G. SUURHOFF.

Uitgegeven de drie en twintigste December 1954.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

Naar boven