Wet digitale overheid

Geraadpleegd op 11-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 12-05-2023.
Geldend van 12-05-2023 t/m 30-06-2023

Wet van 24 maart 2023 tot algemene regels inzake het elektronisch verkeer in het publieke domein en inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet digitale overheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is algemene regels te stellen met het oog op de verdere digitalisering van het openbaar bestuur en daartoe standaarden voor elektronisch verkeer verplicht te stellen, algemene regels te stellen over informatieveiligheid en tevens regels te stellen over de generieke digitale infrastructuur, waaronder elektronische dienstverlening in het publieke en semipublieke domein aan burgers en bedrijven;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goed vinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Hoofdstuk 2. Algemene regels

Artikel 3. Standaarden

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kan een standaard worden aangewezen, indien:

    • a. aanwijzing van die standaard noodzakelijk en proportioneel is gelet op de goede werking, de veiligheid, de betrouwbaarheid, de duurzame toegankelijkheid of de doelmatigheid van het elektronische verkeer, dan wel noodzakelijk is ter uitvoering van verdragen of bindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties;

    • b. de standaard tot stand is gekomen volgens een voor eenieder toegankelijke procedure, en

    • c. de standaard openbaar toegankelijk en kosteloos bruikbaar is en over de specificaties ervan blijvend vrijelijk kan worden beschikt of waarvan de specificaties blijvend kunnen worden verkregen tegen een redelijke vergoeding.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald:

    • a. het functionele toepassingsbereik van een aangewezen standaard,

    • b. de organen waarvoor de verplichting tot toepassing van een aangewezen standaard geldt, en

    • c. de datum waarop de verplichting tot toepassing van een aangewezen standaard ingaat.

  • 4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld. Onder meer kan worden bepaald dat organen op hun website een actuele verklaring over de toepassing van de aangewezen standaard publiceren en kan worden bepaald dat organen aan Onze Minister een verklaring van een auditor overleggen waaruit blijkt of de aangewezen standaard wordt toegepast. In voorkomend geval worden regels gesteld over de wijze van rapportage respectievelijk publicatie.

  • 5 Onze Minister kan een aanwijzing geven aan een orgaan waarvoor de verplichting tot toepassing van een aangewezen standaard geldt, indien dit orgaan een gedragslijn hanteert die strijdig is met een aangewezen standaard.

Hoofdstuk 3. De generieke digitale infrastructuur

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Hoofdstuk 4. Toegang tot elektronische dienstverlening

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Hoofdstuk 5. Bescherming van persoonsgegevens

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Hoofdstuk 6. Naleving

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Hoofdstuk 7. Financiële bepalingen

Artikel 20. Leges voor verstrekking publiek identificatiemiddel

  • 1 De kosten die het Rijk maakt samenhangend met de productie en de verstrekking van een publiek identificatiemiddel worden door het Rijk ten laste gebracht van de verkrijger van dit middel.

  • 2 Bij ministeriële regeling wordt, voor zover deze vergoeding niet krachtens een andere wet wordt vastgesteld, per publiek identificatiemiddel het bedrag ter vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld en kan de wijze van betaling worden vastgesteld.

Artikel 21. Doorberekening kosten

[Tekst zonder datum inwerkingtreding, zie het wijzigingenoverzicht]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 22. Doorberekening aanvraag erkenning en toezicht op naleving erkenningseisen

[Tekst zonder datum inwerkingtreding, zie het wijzigingenoverzicht]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23. Evaluatie

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 23a

[Tekst zonder datum inwerkingtreding, zie het wijzigingenoverzicht]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 24. Overgangsrecht bedrijfs- en organisatiemiddel

[Tekst zonder datum inwerkingtreding, zie het wijzigingenoverzicht]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 25. Parlementaire betrokkenheid bij gedelegeerde regelgeving

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 26. Innovatie

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 27. Wijziging Wegenverkeerswet 1994

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel 28. Omhangen

Na de inwerkingtreding van deze wet berust

Artikel 29. Inwerkingtreding

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2 De artikelen 3 en 20 van deze wet treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 3 De in de artikelen 7 en 15 opgenomen acceptatieplichten zijn voor een bestuursorgaan of aangewezen organisatie niet eerder van toepassing dan nadat dat bestuursorgaan of die aangewezen organisatie kan worden aangesloten op de in artikel 5, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en tweede lid bedoelde infrastructuur en voorzieningen overeenkomstig het bij regeling van Onze Minister, gehoord Onze Ministers die het mede aangaat, op te stellen aansluitschema. Het aansluitschema kan erin voorzien dat de acceptatieplichten voor verschillende diensten van een bestuursorgaan of aangewezen organisatie op verschillende momenten van toepassing worden. De regeling met aansluitschema wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 24 maart 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.C. van Huffelen

Uitgegeven de elfde mei 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Bijlage bij artikel 2, tweede lid, onder a, van de Wet digitale overheid

[Treedt in werking op 01-07-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.