Verplaatsingskostenbesluit defensie

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 12-02-2021 t/m heden

Verplaatsingskostenbesluit defensie

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • achtergebleven kind:

      het buiten het land van plaatsing verblijf houdende ongehuwde kind van de defensieambtenaar, dat minderjarig is of voor wie aanspraak bestaat op kinderbijslag dan wel op studiefinanciering in de zin van de Wet studiefinanciering 2000. Voor de toepassing van dit besluit duurt de minderjarigheid voort tot en met 31 december van het kalenderjaar waarin het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt.

    • afstand:

      • a. bij gebruik van openbaar vervoer: de gebruikelijke reisroute;

      • b. bij gebruik van ander vervoer dan openbaar vervoer:

        het aantal kilometers gemeten langs de gebruikelijke openbare weg te bepalen aan de hand van een bij ministeriële regeling vastgestelde routeplanner, met dien verstande dat bij meer dan één plaats van tewerkstelling die zich niet binnen één complex of terrein bevinden de grootste afstand geldt;

    • ambtenaar:

      degene die bij het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst is aangesteld.

    • ambts- of dienstwoning:

      de door het bevoegde gezag aan de defensieambtenaar in verband met de uitoefening van zijn functie toegewezen woning.

    • bevoegd gezag:

      de bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen autoriteiten.

    • defensieambtenaar:

      de ambtenaar of de militair.

    • eigen huishouding voeren:

      het anders dan bij de eigen, stief- of pleegouders van de defensieambtenaar of van zijn partner, bewonen van zelfstandige woonruimte, aangetoond door middel van inschrijving in de basisregistratie personen en een rechtsgeldig huurcontract of notariële leveringsakte van de koopwoning op naam van de defensieambtenaar of diens partner.

    • Europa:

      Europa inclusief Turkije.

    • gezinsleden:

      de partner van de defensieambtenaar en de eigen, stief- of pleegkinderen van de defensieambtenaar zelf of van zijn partner, voor zover zij met hem samenwonen en in geval van vestiging buiten Nederland ter zake goedkeuring is verkregen van de Minister.

    • militair (tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald):

      De militair in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, ten eerste, van het Algemeen militair ambtenarenreglement, daaronder begrepen hij die is aangesteld in burgerlijke openbare dienst om in de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn.

    • Minister:

      Onze Minister van Defensie.

    • Partner:

      degene die naar Nederlands recht met de defensieambtenaar is gehuwd alsmede degene die mede onder dit begrip wordt verstaan op grond van artikel 4 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie of artikel 1, derde lid van het Algemeen militair ambtenarenreglement.

    • plaats van legering:

      de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar hem door het bevoegd gezag nachtverblijf van rijkswege wordt geboden.

    • plaats van tewerkstelling:

      de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar de defensieambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, dan wel indien de uitoefening van het ambt zich uitstrekt over een bepaald gebied, een door het bevoegd gezag aangewezen plaats.

    • rijksdienst:

      de organisatie van de rijksoverheid.

    • standplaats:

      de gemeente of het bij name genoemde deel van die gemeente, waar de plaats van tewerkstelling van de defensieambtenaar is gelegen, dan wel indien de plaats van tewerkstelling een vaartuig is, de door het bevoegd gezag aangewezen plaats.

    • verplaatsing:

      verandering van standplaats die naar het oordeel van het bevoegd gezag een permanent karakter heeft.

    • voor het eerst in dienst treden:

      in dienst treden bij het Ministerie van Defensie of een van zijn diensten, bedrijven of instellingen, anders dan in geval van overgang binnen een maand:

      • 1. van de ene naar de andere tak van de rijksdienst;

      • 2. van een andere overheidsdienst of een door het Rijk bekostigde onderwijsinstelling naar de rijksdienst.

    • woongebied:

      een zodanig gebied waarbij de afstand van de woning naar de plaats van tewerkstelling niet meer bedraagt dan 25 kilometer, vast te stellen bij gebruik van ander vervoer dan openbaar vervoer, alsmede een bij ministeriële regeling goedgekeurde plaats van vestiging.

    • zelfstandige woonruimte:

      woonruimte voorzien van een eigen toegangsdeur die van binnen en buiten kan worden afgesloten. In de woonruimte moeten in elk geval aanwezig zijn:

      • een eigen woon(slaap)kamer,

      • een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer voor water en een aansluitpunt voor een kooktoestel,

      • een eigen toilet met waterspoeling.

  • 2 Aan dit besluit kunnen geen aanspraken worden ontleend door defensieambtenaren op wie voorzieningen ter zake van verblijf buiten Nederland van toepassing zijn die overeenkomen met aanspraken op grond van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

Artikel 2. Tegemoetkoming verhuiskosten bij opgelegde verhuisplicht

  • 2 De defensieambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die is verhuisd en van de in het eerste lid bedoelde verplichting wordt ontheven, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de ontheffing.

  • 3 Het opleggen van de verplichting te verhuizen naar een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied geschiedt:

    • a. indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aard van de werkzaamheden een zeer korte reactietermijn vereist;

    • b. bij een verhuizing in verband met een verplaatsing naar Nederland;

    • c. bij een verhuizing in verband met een verplaatsing naar een land buiten Nederland.

  • 4 Ten aanzien van verhuizingen als bedoeld in het eerste lid, is de tegemoetkoming in de verhuiskosten gelijk aan een tegemoetkoming in:

    • a. de reis- en verblijfkosten binnen Nederland die voor de defensieambtenaar en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van woonruimte;

    • b. de reis- en verblijfkosten bij een verplaatsing naar een land buiten Nederland, die voor de defensieambtenaar en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van onder meer woonruimte en scholen;

    • c. de reis- en verblijfkosten die voor de defensieambtenaar en zijn gezinsleden zijn verbonden aan de reis naar de nieuwe woning;

    • d. de transportkosten;

    • e. de kosten van de tussenpersoon, voor zover deze in rekening wordt gebracht ter verwerving van een huurwoning en de inschakeling van een tussenpersoon naar het oordeel van het bevoegd gezag voor het Rijk tot aanmerkelijk voordeel leidt;

    • f. overige kosten, mits een eigen huishouding wordt gevoerd op de datum van de verplaatsing of de indiensttreding en de eigen huishouding wordt voorgezet na de verhuizing.

  • 5 Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld omtrent een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied, bedoeld in het eerste lid, de maximale duur van de reis, bedoeld in het vierde lid, onder b, de transportkosten bedoeld in het vierde lid onder d en de overige kosten, bedoeld in het vierde lid, onder f.

Artikel 3. Tegemoetkoming verhuiskosten zonder verhuisplicht

  • 1 De defensieambtenaar die bij verplaatsing verhuist naar het woongebied van zijn nieuwe standplaats, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de datum van de verplaatsing, dan wel binnen zes maanden voor de datum van de verplaatsing en indien door de verhuizing de reisafstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling met ten minste 60% wordt bekort en, indien hij militair is voorafgaand aan de verhuizing, een eigen huishouding voerde.

  • 2 De defensieambtenaar aan wie in verband met een verhuizing op grond van het eerste lid een tegemoetkoming in verhuiskosten is toegekend, betaalt deze tegemoetkoming terug indien hem binnen twee jaren na de verhuizing ontslag op aanvraag wordt verleend, hij tengevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden binnen twee jaren na de verhuizing wordt ontslagen of indien hij buiten het woongebied gaat wonen.

  • 3 Overgang binnen een maand naar een andere functie binnen de rijksdienst wordt niet als een ontslag op aanvraag beschouwd, tenzij de defensieambtenaar als gevolg van die overgang moet verhuizen met aanspraak op een tegemoetkoming in verhuiskosten.

Artikel 4. Tegemoetkoming verhuiskosten bij indiensttreding

  • 1 Het bevoegd gezag kan de defensieambtenaar die bij indiensttreding een eigen huishouding voert, eenmalig aanspraak verlenen op een tegemoetkoming in de verhuiskosten mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de datum van de indiensttreding en hij verhuist naar het woongebied en door de verhuizing de reisafstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling met ten minste 60% wordt bekort.

  • 2 De defensieambtenaar aan wie in verband met een verhuizing op grond van het eerste lid een tegemoetkoming in verhuiskosten is toegekend, betaalt deze tegemoetkoming terug indien hem binnen twee jaren na de verhuizing ontslag op aanvraag wordt verleend en indien hij tengevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden binnen twee jaren na de verhuizing wordt ontslagen of indien hij buiten het woongebied gaat wonen.

  • 3 Overgang binnen een maand naar een andere functie binnen de rijksdienst wordt niet als een ontslag op aanvraag beschouwd, tenzij de defensieambtenaar als gevolg van die overgang moet verhuizen met aanspraak op een tegemoetkoming in verhuiskosten.

Artikel 5. Tegemoetkoming verhuiskosten bij vrijwillige verandering van woonplaats door de ambtenaar

  • 1 Een tegemoetkoming in de verhuiskosten bij vrijwillige verandering van woonplaats binnen Nederland kan slechts worden verleend, verband houdende met:

    • a. een ontslag, ter zake waarvan de ambtenaar recht heeft op dadelijk ingaand pensioen;

    • b. een ontslag dat de ambtenaar anders dan op eigen aanvraag is verleend en niet het gevolg is van aan hem te wijten feiten of omstandigheden;

  • 2 Een tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend, indien de ambtenaar in een periode van minder dan tien jaar voorafgaande aan het beëindigen van het dienstverband is verhuisd ten gevolge van een verplaatsing en het bevoegd gezag een verhuizing van het gezin naar de oude woonomgeving noodzakelijk acht. Het bevoegd gezag wint daarbij een bedrijfsmaatschappelijk advies in.

Artikel 6. Tegemoetkoming verhuiskosten bij overlijden

Aan de nagelaten gezinsleden van de defensieambtenaar wordt een tegemoetkoming in de kosten van verhuizing naar of in Nederland toegekend, indien de defensieambtenaar komt te overlijden, nadat hij met de gezinsleden met toekenning van een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd naar een buiten Nederland gelegen land of naar een ambts- of dienstwoning.

Artikel 7. Tegemoetkoming verhuiskosten bij ontslag van de militair

De militair die met toekenning van een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd naar een buiten Nederland gelegen land of naar een ambts- of dienstwoning en wordt ontslagen heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van een verhuizing naar of in Nederland indien het een ontslag betreft:

  • a. met recht op een uitkering ingevolge de Uitkeringswet gewezen militairen;

  • b. met recht op dadelijk ingaand pensioen;

  • c. anders dan op eigen aanvraag en niet het gevolg zijnde van aan hem te wijten feiten of omstandigheden.

Artikel 8. Tegemoetkoming verhuiskosten bij ontslag van de ambtenaar tijdens zijn plaatsing buiten Nederland

  • 1 De ambtenaar aan wie tijdens zijn plaatsing buiten Nederland die anders dan op eigen aanvraag en niet wegens aan hem te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen, wordt een tegemoetkoming in de verhuiskosten voor terugkeer naar Nederland verleend.

  • 2 De ambtenaar aan wie tijdens zijn plaatsing buiten Nederland ontslag op aanvraag wordt verleend of die niet op aanvraag wordt ontslagen als gevolg van aan hem te wijten feiten of omstandigheden, wordt naar bij ministeriële regeling te stellen regels een gedeeltelijke tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend voor terugkeer naar Nederland.

Artikel 9. Tegemoetkoming verhuiskosten bij betrekken of verlaten van een ambts- of dienstwoning

  • 1 De ambtenaar die in opdracht van het bevoegde gezag, anders dan in verband met een verplaatsing of indiensttreding, een ambts- of dienstwoning betrekt of verlaat, wordt een tegemoetkoming in verhuiskosten verleend.

  • 2 Indien het verlaten van een ambts- of dienstwoning samenhangt met een ontslag op aanvraag of met een ontslag als gevolg van aan de ambtenaar te wijten feiten of omstandigheden wordt naar ministeriële regeling vast te stellen regels een gedeeltelijke tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend.

Artikel 10. Tegemoetkoming verhuiskosten bij sociale of medische indicatie

Indien verhuizing in het belang van de defensieambtenaar of zijn gezinsleden naar het oordeel van de bedrijfsgeneeskundige dienst sociaal en of medisch noodzakelijk is, kan het bevoegd gezag aanspraak verlenen op een tegemoetkoming in de verhuiskosten.

Artikel 11. Vervallen van de aanspraak op tegemoetkoming verhuiskosten

De aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten ingevolge de artikelen 5 tot en met 10 vervalt indien de verhuizing niet plaatsvindt binnen een jaar na de datum van het ontslag, het overlijden of de datum waarop het bevoegde gezag wegens sociale en of medische noodzaak aanspraak heeft verleend op een tegemoetkoming in de verhuiskosten.

Artikel 12. Aard van de tegemoetkoming verhuiskosten anders dan bij verhuisplicht

  • 1 Ten aanzien van verhuizingen anders dan als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is de tegemoetkoming in de verhuiskosten gelijk aan een tegemoetkoming in:

    • a. de reis- en verblijfkosten die voor de defensieambtenaar en zijn gezin zijn verbonden aan de reis naar de nieuwe woning, mits het een verhuizing betreft van, naar of in een buiten Nederland gelegen land;

    • b. transportkosten;

    • c. overige kosten, mits een eigen huishouding wordt gevoerd op de datum van de verplaatsing of de indiensttreding en de eigen huishouding wordt voortgezet na de verhuizing.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld omtrent de transportkosten bedoeld in het eerste lid onder b en de overige kosten, bedoeld in het eerste lid, onder c.

Artikel 13. Tegemoetkoming transportkosten bij verhuizing in eigen beheer

Ten aanzien van verhuizingen als bedoeld in dit hoofdstuk die in eigen beheer worden uitgevoerd, wordt het bedrag van de tegemoetkoming vastgesteld bij ministeriële regeling.

Artikel 14. Tegemoetkoming reis- en verblijfkosten

De tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten, bedoeld in de artikelen 2 en 12, wordt bepaald aan de hand van het gestelde bij of krachtens het Besluit dienstreizen defensie.

Artikel 15. Aard van de tegemoetkoming transportkosten bij verhuizing

  • 1 Onder de transportkosten, bedoeld in de artikelen 2 en 12, worden bij een verhuizing binnen Nederland verstaan de kosten van:

    • a. het transport van de inboedel en de bagage van de defensieambtenaar en de medeverhuizende gezinsleden;

    • b. het in- en uitpakken van de inboedel alsmede het (de)monteren van het meubilair;

    • c. de verzekering van de inboedel en de bagage tegen schade ten gevolge van of in verband met de verhuizing.

  • 2 Onder de transportkosten, bedoeld in de artikelen 2 en 12, worden bij een verhuizing van, naar of buiten Nederland verstaan de kosten van:

    • a. het transport van de inboedel van de defensieambtenaar en de medeverhuizende gezinsleden;

    • b. het in- en uitpakken van de inboedel alsmede het (de)monteren van meubilair en de afvoer van emballage;

    • c. de opslag en het transport van de in Nederland achtergelaten inboedel voor zover het een verhuizing betreft naar een land gelegen buiten Europa met uitzondering van Kreta;

    • d. het transport van de bagage van de militair en de gezinsleden;

    • e. de verschuldigde invoerrechten bij invoer van de bagage en de inboedel;

    • f. de verzekering van de bagage en de inboedel tegen schade ten gevolge van of in verband met de verhuizing alsmede de verzekering van de inboedel in geval van opslag;

    • g. het transport van één personenauto of motorrijwiel indien het betreft een verplaatsing naar een land buiten Europa en terug.

  • 3 De Minister wijst een of meer verhuisbedrijven aan ter verzorging van het transport, bedoeld in het eerste en tweede lid.

  • 4 Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld.

Artikel 16. Tegemoetkoming aanschaf personenauto buiten Europa

De defensieambtenaar heeft bij plaatsing in een land buiten Europa aanspraak op een tegemoetkoming in de aanschaf ter plaatse van een personenauto of motorrijwiel, indien bij de verplaatsing naar dat land geen kosten als bedoeld in artikel 15, tweede lid, onder g, in rekening worden gebracht. De tegemoetkoming wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.

Artikel 17. Tegemoetkoming transport van bagage bij verplaatsing uit, naar en buiten Nederland

  • 1 Indien het bevoegd gezag bij verplaatsing uit, naar en buiten Nederland heeft bepaald dat de defensieambtenaar geen gezinsleden op rijkskosten kan meenemen, is de tegemoetkoming in de verhuiskosten, in afwijking van artikel 2, vierde en vijfde lid en artikel 12, gelijk aan de kosten van:

    • a. het transport van de bagage;

    • b. de verschuldigde invoerrechten voor zover de ingevolge douanevoorschriften gehanteerde hoeveelheden niet worden overschreden, alsmede de verzekering van die bagage tegen schade als gevolg van of in verband met het transport;

    • c. de reizen die in het land van vertrek worden gemaakt ter voldoening aan een oproep tot het vervullen van formaliteiten, vereist in verband met de reis.

  • 2 Indien de defensieambtenaar bij verplaatsing uit, naar en buiten Nederland, niet op rijkskosten verhuist is de tegemoetkoming in de verhuiskosten, onverminderd het eerste lid, gelijk aan de kosten van het transport van de bagage van zijn meeverhuizende partner en elk tot het gezin behorend en meeverhuizend kind.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld.

Artikel 18. Tijdelijke onderbrenging

  • 1 De defensieambtenaar die aanspraak heeft op een tegemoetkoming in de verhuiskosten en die naar of binnen een buiten Nederland gelegen gebied verhuist, dan wel vanuit een buiten Nederland gelegen gebied naar Nederland verhuist, heeft aanspraak op tijdelijke onderbrenging van hemzelf en zijn eventuele gezinsleden indien:

    • a. hij nog niet over een woning kan beschikken;

    • b. hij ten gevolge van de verscheping van de inboedel daarover niet kan beschikken.

  • 2 De defensieambtenaar als bedoeld in het eerste lid, die zonder gezinsleden verhuist, heeft de mogelijkheid om in plaats van tijdelijke onderbrenging voor huisvesting van rijkswege te kiezen.

  • 3 Indien de defensieambtenaar die met gezinsleden is verhuisd, buiten Nederland blijft geplaatst, terwijl zijn gezinsleden naar Nederland terugkeren, kan op aanvraag van de defensieambtenaar onder toepassing van de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, aanspraak worden verleend op tijdelijke onderbrenging van zijn gezinsleden. Als gevolg hiervan vervalt de aanspraak op tijdelijke onderbrenging voor de defensieambtenaar en kan hij enkel aanspraak maken op huisvesting van rijkswege.

  • 4 Indien niet over de woning, bedoeld in het eerste lid, onder a, kan worden beschikt, zijn de eventuele kosten van opslag van de inboedel voor rekening van het Rijk.

  • 5 Teneinde de duur van de aanspraak te beperken is de defensieambtenaar gehouden al het mogelijke te doen om een woning te verkrijgen.

  • 6 Bij ministeriële regeling worden nadere regels worden gesteld omtrent de duur, de aard, de kosten en de eigen bijdrage van de tijdelijke onderbrenging als mede omtrent de opslag van de inboedel.

Artikel 19. Tegemoetkoming woon- werkverkeer bij dagelijks reizen

  • 1 De defensieambtenaar heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks reizen over de afstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, indien de te reizen afstand meer dan 10 kilometer bedraagt, hij dagelijks reist, en indien hij militair is tevens een eigen huishouding voert.

  • 2 Aan de defensieambtenaar die dagelijks met het openbaar vervoer reist, kan door Defensie een openbaar vervoerbewijs verstrekt worden. In dat geval heeft de defensieambtenaar geen aanspraak op de in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming en is hij hiervoor een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag verschuldigd.

Artikel 20. Tegemoetkoming woon- werkverkeer bij niet dagelijks reizen

De defensieambtenaar die niet dagelijks reist tussen de woning en de plaats van tewerkstelling heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten:

  • a. viermaal per periode van vier weken, indien de plaats van tewerkstelling in Nederland, België of Duitsland en de woning in Nederland, België of Duitsland is gelegen;

  • b. viermaal per periode van vier weken, indien de plaats van tewerkstelling en de woning beide in Nederland zijn gelegen en hij verplicht huisvesting van rijkswege ontvangt;

  • c. eenmaal per periode van twee weken, indien de plaats van tewerkstelling en de woning beide in Europa zijn gelegen, terwijl a of b niet van toepassing is;

  • d. eenmaal per plaatsingsperiode van zes maanden, indien de plaats van tewerkstelling buiten Europa is gelegen en zijn gezin niet ter plaatse woonachtig is;

  • e. eenmaal per plaatsingsperiode van negen maanden, indien de plaats van tewerkstelling is gelegen buiten Europa en d niet van toepassing is.

Artikel 21. Militairen met zelfstandige woonruimte

De militair bedoeld in artikel 20, onder d of e, die in het land van plaatsing buiten Europa zelfstandige woonruimte bewoont en dagelijks reist van die woonruimte naar de plaats van tewerkstelling, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks reizen als bedoeld in artikel 19 en daarnaast de aanspraak als bedoeld in artikel 20, onder d of e.

Artikel 22. Reizen tussen de woning buiten Europa en een plaats naar keuze in Nederland

  • 1 De defensieambtenaar die met toekenning van een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd naar een buiten Europa gelegen land, heeft, indien de duur van de plaatsing is gesteld voor een periode langer dan twee jaren, gedurende de plaatsingstermijn eenmaal per periode van twee jaren aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen de woning buiten Nederland en een plaats naar keuze in Nederland voor zichzelf en voor de eveneens in het land van plaatsing gevestigde gezinsleden.

  • 2 De defensieambtenaar die met toekenning van een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd naar een buiten Europa gelegen land, al dan niet tezamen met een of meer gezinsleden heeft – indien de duur van de plaatsing is gesteld op ten minste twee jaren – ter zake van gezinshereniging met een achtergebleven kind, voor dat kind, hemzelf of één van zijn gezinsleden, eenmaal per plaatsingsperiode van 12 maanden aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen de woonplaats van het kind en de woonplaats van de defensieambtenaar buiten Europa.

Artikel 23. Overdraagbaarheid van reisaanspraken

  • 1 De defensieambtenaar kan de aanspraak als bedoeld in artikel 20 onderdeel c en d, overdragen aan één van zijn gezinsleden tot maximaal het bedrag van de aanspraak van de defensieambtenaar. Voor de toepassing van dit lid wordt onder gezinsleden tevens verstaan de eigen, stief- of pleegkinderen van de defensieambtenaar die niet met hem samenwonen.

  • 2 De defensieambtenaar kan de aanspraak, bedoeld in artikel 22, eerste en tweede lid, overdragen aan zijn al dan niet met hem samenwonende gezinsleden tot maximaal het bedrag van de aanspraak van de defensieambtenaar dan wel zijn gezinsleden.

Artikel 24. Tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen de plaats van legering en de plaats van tewerkstelling

De defensieambtenaar die aanspraak heeft op een tegemoetkoming, bedoeld in artikel 20 onderdeel a en b en 21, onderdeel a, heeft eveneens aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks reizen voor de tussen de plaats van legering of het pension en de plaats van tewerkstelling af te leggen afstand indien de te reizen afstand meer dan 10 kilometer bedraagt.

Artikel 25. Bepalingen bij de inzet van vervoer van rijkswege

  • 1 Het bevoegd gezag kan bepalen dat de defensieambtenaar die de mogelijkheid heeft om te reizen met van rijkswege ingezet vervoer, in afwijking van de artikelen 19 tot en met 24, geen aanspraak heeft op de in die artikelen bedoelde tegemoetkoming.

  • 2 De defensieambtenaar die op grond van het eerste lid geen aanspraak heeft op een tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks reizen voor de tussen de woning of de plaats van legering en de plaats van tewerkstelling af te leggen afstand is, indien gebruik wordt gemaakt van het van rijkswege ingezette vervoer, hiervoor een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag verschuldigd.

Artikel 26. Tegemoetkoming pensionkosten

  • 1 De ambtenaar die van het bevoegd gezag opdracht heeft gekregen naar of naar de nabijheid van de standplaats te verhuizen heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de pensionkosten indien hij naar het oordeel van het bevoegd gezag niet dagelijks heen en weer kan reizen en hij niet van overheidswege kan worden gehuisvest.

  • 2 Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van het bevoegd gezag, niet alles wat redelijkerwijze van hem mag worden verwacht heeft gedaan om zo spoedig mogelijk te verhuizen, komt hij niet langer in aanmerking voor de tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De ambtenaar die een functie voor een betrekkelijk korte duur bekleedt of voor een betrekkelijk korte duur elders is geplaatst en als gevolg daarvan niet behoeft te verhuizen heeft heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de pensionkosten indien hij naar het oordeel van het bevoegd gezag niet dagelijks heen en weer kan reizen en hij niet van overheidswege kan worden gehuisvest.

Artikel 27. Vaststelling tegemoetkomingen

De tegemoetkomingen, bedoeld in de artikelen 19 tot en met 26, worden vastgesteld bij ministeriële regeling.

Artikel 28. Aanspraken partner

  • 1 Indien ook de partner van de defensieambtenaar ingevolge dit besluit aanspraak kan maken op de tegemoetkomingen bedoeld in hoofdstuk 2 worden deze tegemoetkomingen slechts toegekend aan een van beiden.

  • 2 Indien de defensieambtenaar uit anderen hoofde reeds in enigerlei vorm aanspraak heeft op vergoedingen voor de in hoofdstuk 2 van dit besluit genoemde kosten, worden deze aanspraken in mindering gebracht op de tegemoetkomingen in deze kosten ingevolge dit besluit.

  • 3 Indien de defensieambtenaar aanspraak heeft op tegemoetkomingen ingevolge dit besluit en zijn partner ontvangt anders dan op grond van dit besluit vergoedingen voor de in hoofdstuk 2 van dit besluit genoemde kosten, dan worden deze vergoedingen in mindering gebracht op de tegemoetkomingen van de defensieambtenaar.

Artikel 29. Termijn indienen aanvraag tegemoetkoming verhuiskosten

De aanvraag voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten dient binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn zijn ingediend.

Artikel 30. Vaststelling ministeriele regelingen

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in dit besluit kan mandaat worden verleend aan de hoofddirecteur personeel van het Ministerie van Defensie.

Artikel 31. Hardheidsclausule

De Minister kan van de artikelen 2 tot en met 29 afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van dat deze regelgeving beoogd te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 32. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 maart 2012

Artikel 33. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als «Verplaatsingskostenbesluit defensie».

Naar boven