Regeling implementatie richtlijn nr. 2009/71/Euratom inzake nucleaire veiligheid

[Regeling vervallen per 14-06-2017.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 30-06-2013 t/m 13-06-2017

Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 juli 2011, nr. WJZ/11014550, houdende de implementatie van richtlijn nr. 2009/71/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PbEU L 172/18) (Tijdelijke regeling implementatie richtlijn nr. 2009/71/Euratom inzake nucleaire veiligheid)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op richtlijn nr. 2009/71/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PbEU L 172/18) en de artikelen 18a, derde lid, 21, eerste lid, en 76, vierde lid, van de Kernenergiewet;

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • kerninstallatie: inrichting als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet;

  • Minister: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • nucleaire veiligheid: de toestand van deugdelijke bedrijfsomstandigheden en de aanwezigheid van preventie- en beschermingsmechanismen ter voorkoming van ongevallen en de beperking van de gevolgen van ongevallen, die ervoor zorgen dat werknemers en bevolking beschermd worden tegen de aan ioniserende straling van een inrichting als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet verbonden gevaren;

  • vergunninghouder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een vergunning als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet houdt;

  • wet: Kernenergiewet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

  • 1 De vergunninghouder zorgt dat de nucleaire veiligheid van de onder zijn beheer zijnde kerninstallatie continu op systematische en verifieerbare wijze wordt onderzocht en geëvalueerd.

  • 2 De vergunninghouder betrekt bij de onderzoeken en evaluaties de voor de desbetreffende kerninstallatie:

    • a. relevante ontwikkelingen en inzichten inzake de nucleaire veiligheid van vergelijkbare installaties in binnen- en buitenland;

    • b. de mogelijkheden de nucleaire veiligheid te verbeteren.

  • 3 De vergunninghouder houdt de weerslag van de onderzoeken en evaluaties systematisch bij en zorgt dat deze op toegankelijke wijze bewaard blijven.

  • 4 De vergunninghouder doet iedere tien jaar verslag aan de Minister inzake de nucleaire veiligheid van de onder zijn beheer zijnde kerninstallatie op basis van de onderzoeken en evaluaties.

  • 5 Onverminderd het vierde lid kan de Minister de vergunninghouder opdragen tussentijds verslag te doen indien dat naar zijn oordeel met het oog op de nucleaire veiligheid wenselijk is.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

  • 1 Zodra de onderzoeken en evaluaties daartoe aanleiding geven neemt de vergunninghouder, onverminderd het bepaalde in de vergunningvoorschriften, de maatregelen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om de nucleaire veiligheid te verbeteren.

  • 2 Indien maatregelen ter verbetering van de nucleaire veiligheid aanpassing van vergunningvoorschriften vergen, doet de vergunninghouder bij de Minister onverwijld een aanvraag tot wijziging van de vergunningvoorschriften.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

Een verslag als bedoeld in artikel 2, vierde lid, bevat in elk geval:

  • a. een evaluatie van de technische, organisatorische en personele voorzieningen ter waarborging van de nucleaire veiligheid van de kerninstallatie;

  • b. een evaluatie van de maatregelen die zijn genomen ter voorkoming van ongevallen en de verdere beperking van de gevolgen daarvan, waaronder in elk geval een evaluatie van de fysieke beschermingsmechanismen en administratieve beschermingsprocedures;

  • c. een analyse van de eigen bedrijfservaringen, inclusief storingen, en informatie verkregen bij andere kerninstallaties en relevante onderzoeksprogramma’s voor zover van toepassing op de nucleaire veiligheid van de kerninstallatie;

  • d. een verantwoording van de gevolgde meet- en onderzoeksmethodes, alsmede de registratie daarvan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

De vergunninghouder zorgt dat de beheerssystemen van de kerninstallatie zodanig wordt ingericht en uitgevoerd dat voldoende prioriteit wordt gegeven aan nucleaire veiligheid.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

  • 1 De vergunninghouder beschikt over een opleidingsplan voor de opleiding en training van het personeel met het oog op de nucleaire veiligheid van de onder zijn beheer zijnde kerninstallatie en geeft uitvoering aan dit opleidingsplan.

  • 2 Een opleidingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat in elk geval:

    • a. het benodigde opleidingsniveau van personeelsleden, gedifferentieerd naar functie;

    • b. trainingen gericht op de actualisatie van de deskundigheid van het personeel;

    • c. instructies en praktijkoefeningen voor het personeel.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

  • 1 De vergunninghouder beschikt over voldoende financiële en personele middelen om te voldoen aan de verplichtingen inzake de nucleaire veiligheid van de onder zijn beheer zijnde kerninstallatie.

  • 2 De Minister kan een vergunninghouder een aanwijzing geven inzake een aanpassing in de omvang of de beschikbaarheid van bepaalde financiële of personele middelen.

  • 3 Een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid bevat een redelijke termijn van tenminste een maand waarbinnen aan de aanwijzing gevolg moet zijn gegeven.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 22 juli 2011.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 14-06-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling implementatie richtlijn nr. 2009/71/Euratom inzake nucleaire veiligheid.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 juli 2011

De

Minister

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom

Naar boven