-
a. Het primaire doel van de investering is het rechtstreeks verwezenlijken of bevorderen
van een of meer van de algemeen nuttige doelen van de ANBI, zoals opgenomen in haar
statuten. Dit doel (of deze doelen) moet(en) voldoende concreet bepaald zijn en ook
feitelijk geheel dan wel nagenoeg geheel worden gediend met de investering.
De werkzaamheden van een ANBI moeten rechtstreeks erop zijn gericht enig algemeen
belang te dienen en het doel dat door de ANBI wordt beoogd moet (nagenoeg) geheel ten bate van het
algemeen belang strekken. Een ANBI moet dus meer zijn dan alleen een doorgeefluik.
Het enkel financieel of op andere wijze ondersteunen van een ander lichaam is op zichzelf
onvoldoende, behalve als het doel van de ANBI is het ondersteunen van een of meerdere
specifieke ANBI’s (artikel 5b, lid 3, onderdeel m, AWR).
Om als algemeen nuttige activiteit te kunnen worden aangemerkt is het nodig dat de
investering past binnen de eigen algemeen nuttige doelstelling van de investerende
ANBI. Dit vereist dat het doel van de investering voldoende concreet is, bijvoorbeeld
een specifiek project dat of een bepaalde activiteit die aansluit bij de algemeen
nuttige doelstelling van de ANBI. Daarbij wordt van de investerende ANBI bovendien
een actieve houding en betrokkenheid verwacht om te kunnen waarborgen dat de investering
ook feitelijk past en blijft passen binnen haar eigen algemeen nuttige doelstelling.
Onder het voorgaande valt niet de situatie van een concern met een topstichting, waarbij
de feitelijke werkzaamheden plaatsvinden op het niveau van de onderliggende vennootschap(pen). In die situatie is niet zozeer sprake van een investering, maar van een bepaalde
vormgeving van de concernstructuur. Daarbij kunnen de activiteiten van de onderliggende
vennootschap(pen) niet aan de topstichting worden toegerekend.
Een voorbeeld waar in dit verband wel aan kan worden gedacht is de situatie waarin
een instelling investeringen doet die passen binnen haar eigen doelstelling en deze
investeringen weer afstoot op het moment dat deze niet langer of in onvoldoende mate
bijdragen aan die doelstelling.
-
b. De investering is geen zakelijke activiteit met als primair doel om daarmee een voordeel
te behalen.
Deze voorwaarde sluit aan bij voorwaarde a. Als sprake is van een zakelijke activiteit
met als primair doel het behalen van een voordeel, dan is deze activiteit niet primair
gericht op het realiseren van de algemeen nuttige doelstelling. Dit betekent niet
dat als met een investering een voordeel wordt behaald, deze investering niet als
algemeen nut investering kan kwalificeren. Van belang is steeds wat primair met de
investering wordt beoogd.
Het uitlenen van geld of het anderszins doen van investeringen, een en ander onder
marktconforme voorwaarden, is in principe een normale, zakelijke activiteit, die niet
als algemeen nuttig kwalificeert. Bij de beoordeling of een investering als algemeen nut investering kwalificeert,
is van belang dat andere (commerciële) partijen niet of onvoldoende bereid zijn om
diezelfde investering te doen, gelet op de financiële risico’s die daaraan verbonden
zijn. De investering van de ANBI is dan cruciaal voor het doorgang vinden van de activiteit
of het project waarin wordt geïnvesteerd.
Voegen andere (commerciële) investeerders zich bij de investerende ANBI, dan kan dat
een indicatie zijn dat de investering niet (langer) primair is gericht op het (rechtstreeks)
realiseren van de algemeen nuttige doelstelling. Uiteraard is daarbij steeds van belang
wat de reden is dat andere (commerciële) investeerders bereid zijn om (mee) te investeren.
Is dat bijvoorbeeld omdat de ANBI bepaalde financiële garanties afgeeft en/of zij
onder gunstigere voorwaarden investeren dan de ANBI, waardoor ze minder risico lopen?
In deze beide situaties kan de aanwezigheid van de ANBI nog steeds cruciaal zijn,
namelijk voor de bereidheid van andere (commerciële) partijen om ook te investeren
en daarmee de activiteit of het project waarin wordt geïnvesteerd doorgang te kunnen
laten vinden.
De ANBI neemt in laatstgenoemde situaties meer risico op zich, waarvan de andere investeerders
in zekere zin profiteren. Dit kan onder omstandigheden betekenen dat met de investering
niet primair het algemeen nut, maar particuliere belangen worden beoogd.
Blijkt na verloop van tijd dat een investering structureel tot positieve opbrengsten
leidt, waarmee deze (ook) interessant wordt voor andere (commerciële) partijen, dan
kan dit eveneens een indicatie zijn dat deze investering vanaf een bepaald moment
niet langer primair is gericht op het (rechtstreeks) realiseren van de algemeen nuttige
doelstelling van de ANBI.
Voor algemeen nut investeringen geldt, net als voor andere algemeen nuttige activiteiten,
dat een instelling met het totaal van haar algemeen nuttige activiteiten geen winstoogmerk
mag hebben (artikel 1a, eerste lid, onderdeel a, UR AWR). Ook geldt dat activiteiten geen algemeen nuttige activiteiten zijn als de instelling
het geheel van die activiteiten tegen commerciële tarieven verricht (artikel 1a, vijfde
lid, UR AWR). Een en ander wordt naar objectieve maatstaven beoordeeld.
-
c. Het bedrag van de investering moet door de organisatie waarin wordt geïnvesteerd (nagenoeg)
geheel worden aangewend ten behoeve van de activiteit(en) die of het project dat verband
houdt met het doel van de investerende ANBI.
Deze voorwaarde sluit eveneens aan bij voorwaarde a. Een investering van een ANBI
in een commerciële organisatie kan voor de ANBI een algemeen nuttig karakter hebben
als deze organisatie een bepaalde activiteit verricht of een bepaald project uitvoert
dat aansluit bij de algemeen nuttige doelstelling van de investerende ANBI. Wordt
het bedrag van de investering niet (nagenoeg) geheel aangewend voor deze activiteit
of dit project, dan wordt met deze investering het doel van de ANBI feitelijk niet
(nagenoeg) geheel gediend. Hierbij kan niet alleen worden gedacht aan besteding ten
behoeve van andere activiteiten of projecten, maar bijvoorbeeld ook aan bovenmatige
beloningen van personen die betrokken zijn bij de organisatie waarin wordt geïnvesteerd.
Het voorgaande vereist dat de ANBI afspraken over de aanwending van het bedrag van
de investering maakt met de organisatie waarin wordt geïnvesteerd en zorgdraagt dat
deze afspraken ook daadwerkelijk worden nagekomen. De precieze vormgeving hiervan
is onder meer afhankelijk van het doel van de ANBI, het type investering en de (activiteiten
van) de organisatie waarin wordt geïnvesteerd. Een lening voor uitsluitend de aanschaf
van een specifiek bedrijfsmiddel vereist andere afspraken dan het verschaffen van
werkkapitaal, waarbij op voorhand niet of niet exact duidelijk is waar dit kapitaal
in de toekomst voor zal worden gebruikt. Steeds geldt echter het uitgangspunt dat
de gemaakte afspraken/gestelde voorwaarden ertoe moeten leiden dat het bedrag van
de investering feitelijk (nagenoeg) geheel wordt aangewend voor de activiteit die
of het project dat verband houdt met het doel van de ANBI.
-
d. Een bestuurder van de ANBI of een aan deze bestuurder gelieerde persoon (natuurlijk
persoon of rechtspersoon) is op geen enkele wijze betrokken als oprichter, bestuurder,
aandeelhouder, andere kapitaalverschaffer of werknemer bij de organisatie waarin de
ANBI investeert.
Is een bestuurder van de ANBI of een aan deze bestuurder gelieerde persoon op enigerlei
wijze betrokken bij de organisatie waarin de ANBI investeert, dan wordt de investering
geacht niet primair te zijn gericht op het realiseren van de algemeen nuttige doelstelling
van de ANBI, maar (mede) op het particuliere belang van de bestuurder of de aan deze
bestuurder gelieerde persoon.
Voorwaarde d. ziet niet op de situatie dat, na het doen van de investering, de (bestuurder
van de) ANBI zitting neemt in het bestuur of in het toezichthoudend orgaan van de
organisatie waarin wordt geïnvesteerd. Dit kan namelijk juist bijdragen aan een voldoende
mate van betrokkenheid van de ANBI bij de organisatie waarin wordt geïnvesteerd.
-
e. De ANBI neemt de investering in haar financiële administratie herkenbaar als algemeen
nut investering op. De ANBI neemt het doen van algemeen nut investeringen ook op in
haar beleidsplan of tussentijdse aanpassingen daarvan.
ANBI’s zijn zeer divers en hanteren diverse accountancy richtlijnen. Dit laatste neemt
niet weg dat algemeen nut investeringen als zodanig in de administratie en verslaglegging
van de ANBI moeten worden geïdentificeerd. De doelstelling is om het verloop van deze
investeringen te kunnen volgen, zodat deze toetsbaar zijn aan de voorwaarden zoals
opgenomen in dit onderdeel 3 van het besluit.